2020 zakelijke correspondentie - periode 3

Zakelijke correspondentie
Brief of e-mail

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Zakelijke correspondentie
Brief of e-mail

Slide 1 - Diapositive

Zakelijke brief of e-mail.

Wanneer?

Slide 2 - Carte mentale

Informele taal
Informele taal is taal die je gebruikt in minder serieuze situaties. Het is ‘losser’. 
Je gebruikt het als je praat met je ouder(s) of als je een berichtje schrijft naar bijvoorbeeld een vriend.
Let op: informeel betekent niet dat je meer fouten mag maken. Je gebruikt alleen wat eenvoudigere woorden, die lijken op de taal die je spreekt.

Slide 3 - Diapositive

Formele taal
Formele taal is een naam voor taal die je gebruikt in meestal serieuze situaties. 
Je gebruikt het vooral als je praat of schrijft met mensen die je niet zo goed kent of met mensen die wat belangrijker zijn. 
Je gedraagt je netter en je gebruikt ook wat nettere taal. 

Slide 4 - Diapositive

Voorbereiding zakelijke correspondentie

Slide 5 - Diapositive

Indeling zakelijke brief of 
e-mail

  • Eerste alinea: aanleiding / onderwerp van de brief of e-mail 
  • Kern: uitwerking van het onderwerp van de brief in één of   meerdere alinea's: compact en doelgericht.
  • Slot: wat verwacht je van de ontvanger van de brief?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

 Onderdelen zakelijke brief

  • Naam en adres afzender
  • Naam en adres geadresseerde
  • Plaatsnaam, datum (voluit)
  • Betreft:
  • Aanhef: Geachte heer, mevrouw, of Beste meneer, mevrouw,
  • Inleiding, kern, slot (denk aan alinea's)
  • Afsluiting: Met vriendelijke groet,
  • Handtekening


Slide 8 - Diapositive

In een zakelijke brief moet je een 'aanhef' zetten. Wat is dat?

Slide 9 - Question ouverte

Bij een persoonlijke brief gebruik je:
A
je, jij
B
altijd u
C
kan allebei

Slide 10 - Quiz

Wat betekent T.a.v.? in een zakelijke brief of e-mail?
A
ter attentie van
B
ter attentie voor
C
ten attentie van
D
ten attentie voor

Slide 11 - Quiz

Welke afsluitende groet is correct?
A
hoogachtend,
B
Met vriendelijke groet,
C
Hoogachtend,
D
met vriendelijke groet

Slide 12 - Quiz

Welke datering is goed?
A
Harderwijk 15 februarie,
B
15-02-2020 Harderwijk
C
Harderwijk, 15 februari 2020
D
Harderwijk 15/02/2020,

Slide 13 - Quiz

Welke aanhef is goed?
A
Hoi mevrouw,
B
Geachte A. de Groot,
C
Beste Mevrouw Bakker
D
Geachte heer Van Baalen,

Slide 14 - Quiz

Wat hoort bij een zakelijke brief of e-mail?
A
informele taal
B
formele taal

Slide 15 - Quiz

Wat hoort bij informele taal?
A
Het gebruik van het woord je
B
Het gebruik van het woord u

Slide 16 - Quiz

een voorbeeld van een informele brief is :
A
briefje aan je moeder
B
een klachtenbrief
C
een boodschappenbriefje
D
een sollicitatiebrief

Slide 17 - Quiz

Hoe eindig je een zakelijke brief?
A
Met vriendelijke groet,
B
Groetjes,
C
Nou, tot ziens dan maar!
D
Hoogachtend,

Slide 18 - Quiz

Opdracht
Maak nu de startopdracht en opdrachten 1 t.e.m. 3 van H 1 - schrijven in je schrift.
Je vindt deze opdrachten vanaf blz 20.

Als je klaar bent met de opdracht, mag je in je boek lezen.


Slide 19 - Diapositive