Kosten anders ingedeeld

Waar denk je aan bij constante kosten?
1 / 22
suivant
Slide 1: Carte mentale
Commerciële CalculatiesMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Waar denk je aan bij constante kosten?

Slide 1 - Carte mentale

Waaraan denk je bij variabele kosten?

Slide 2 - Carte mentale

Constante kosten
Hangen de kosten af van de hoeveelheid producten die je maakt/verkoopt, of niet?

Constant = alle kosten die je elke maand maakt, die niet afhankelijk zijn van de verkoop of productie.
Variabel = alle kosten die veranderen als de omvang van de verkoop of productie verandert.

Slide 3 - Diapositive

Verzendkosten
A
Constant
B
Variabel

Slide 4 - Quiz

Huur van het pand
A
Constant
B
Variabel

Slide 5 - Quiz

Afschrijving van machines
A
Constant
B
Variabel

Slide 6 - Quiz

Verkoopkosten
A
Constant
B
Variabel

Slide 7 - Quiz

Totale constante kosten (TCK)

Slide 8 - Diapositive

Gemiddelde totale kosten (GCK) PP

Slide 9 - Diapositive

Variabele kosten verloop
  • Proportioneel: variabele kosten per stuk zijn gelijk.
  • Degressief: betekent dat de variabele kosten per stuk afnemen naar mate je meer verkoopt. -> werkt efficiënter
  • Progressief: wil zeggen dat variabele kosten per stuk toenemen naar mate je meer verkoopt -> bonus medewerker

Slide 10 - Diapositive

Variabele kosten (TVK)
Degressief variabel: de variabele kosten dalen bijeen stijgende productie
Proportioneel variabel: de variabele kosten blijven gelijk bijeen stijgende productie
Progressief variabel: de variabele kosten stijgen bijeen stijgende productie

Slide 11 - Diapositive

Degressief verloop:
A
Variabele kosten dalen bij grotere productie
B
Variabele kosten blijven gelijk
C
Variabele kosten stijgen bij grotere productie

Slide 12 - Quiz

Progressief verloop:
A
Variabele kosten dalen bij grotere productie
B
Variabele kosten blijven gelijk
C
Variabele kosten stijgen bij grotere productie

Slide 13 - Quiz

Proportioneel verloop
A
Variabele kosten dalen bij grotere productie
B
Variabele kosten blijven gelijk
C
Variabele kosten stijgen bij grotere productie

Slide 14 - Quiz

Constante kosten terug verdienen.
Normale productie
=
verkoop / productie die je verwacht onder normale omstandigheden, zonder rekening te houden met mee of tegenvallers.

Slide 15 - Diapositive

CONSTANTE KOSTEN TARIEF



Ct = constante kosten tarief
C = constante kosten
N = normale productie of afzet
Ct=NC

Slide 16 - Diapositive

Bereken het constante kosten tarief:
Normale productie: 2.000.000 Kg
Constante kosten: € 525.000,00

Slide 17 - Carte mentale

Constante kosten tarief
vertelt hoeveel contante kosten er per product in de omzet / product zitten.

Slide 18 - Diapositive

Heb ik de TCK terug verdient ?
Bezettingsresultaat:



W= werkelijk verkoop / productie
N= normale verkoop / productie
C = constante kosten
bezettingsresultaat=(WN)NC

Slide 19 - Diapositive

Bereken het bezettingsresultaat
C = € 525.000,00
N = 2.000.000 kg
W = 2.200.000 Kg

Slide 20 - Carte mentale

Maken
Opdracht 1 en 2 hst 3

Slide 21 - Diapositive

Huiswerk
3, 4, 5, 6 en 7 Hst 3

Slide 22 - Diapositive