Advertentie / Poster maken

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Opdracht Poster
  • een poster voor de voostelling
  • titel?
  • doelgroep?
  • waar is de uitvoering?

Slide 2 - Diapositive

Een goede poster heeft de volgende kenmerken:

• origineel;
• trekt de aandacht;
• kort maar krachtig;
• eerlijk;
• duidelijk en helder;
• overtuigend.

Slide 3 - Diapositive

Een poster opstellen doe je in drie fasen: 

orienteren, uitproberen en uitwerken

Slide 4 - Diapositive

Voordat je begint met schrijven, denk je na over de inhoud van je poster.

De vijf W-vragen en één H-vraag: 
wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe? 

Slide 5 - Diapositive

Wie?
• Voor wie is het bericht bedoeld?
Wie is de doelgroep?
• Namens wie schrijf je het bericht?
Schrijf je namens jezelf of uit naam van je bedrijf of afdeling?
• Spreek je de lezer formeel of informeel aan?
Je leeftijdsgenoten spreek je meestal informeel aan, ouderen meestal formeel.

Slide 6 - Diapositive

Wat is het onderwerp van de poster?

Dit moet direct duidelijk zijn als je de poster ziet.

- naam van de voorstelling 
- omschrijving; korte kreten of een slogan
- datum en locatie van de voorstelling
- contactgegevens voor meer informatie

Slide 7 - Diapositive

Waar?
  • Waar moet je poster hangen?
In school of bij de supermarkt, als reclame in een krant of tijdschrift, op internet, in een app. 
Bedenk daarbij hoe je het beste jouw doelgroep kunt bereiken.

Slide 8 - Diapositive

Wanneer?
Wanneer is de voorstelling?
Is het duidelijk op welke dag en datum de voorstelling gespeeld wordt en op welke tijd?

Slide 9 - Diapositive

Waarom maak je de poster?
Je wilt de voorstelling onder de aandacht brengen.  
  • Wat is het doel van de poster?
Informeren, overtuigen/ tot actie overgaan...
  • Wat is het doel van de lezer? 
Verplaats je in de lezers. Wat zouden zij willen weten, waarom zouden zij naar de voorstelling willen komen?  Waarom worden ze er blij van?

Slide 10 - Diapositive

Hoe?
 
  • Hoe trek je de aandacht met je poster?

-Gebruik koppen of vetgedrukte woorden
-Passend lettertype / lettergrootte
-Gebruik  afbeeldingen en/of kleuren
-Aantrekkelijke lay-out
- (Geen spelfouten!!!)

Slide 11 - Diapositive

Orienteren
Kijken naar andere posters 
  • welke poster vind je mooi
  • waarom vind je ze mooi; gebruik woorden als kleurgebruik, lettertype, pagina indeling etc.

Slide 12 - Diapositive

Uitproberen
Voordat je de werkelijke poster gaat maken ga je eerst 3 schetsen maken.
Bij de schetsen probeer je verschillende dingen uit; denk daarbij aan lettertype, kleurgebruik, teksten, plaatjes etc.

Slide 13 - Diapositive

Uitvoeren
Leg je 3 schetsen naast elkaar.
Kijk welk ontwerp je aandacht trekt of waar je het meest tevreden over bent.
Dit ontwerp ga je zo mooi mogelijk helemaal uitwerken.

Slide 14 - Diapositive