Hoofdstuk 9

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Startopdracht

1. Vaste plekken
2. Mobiel in je tas of in de telefoontas
3. Boek, schrift en pen op tafel

Startopdracht

• Achterste tafels blijven leeg
• Mobiel in je kluis
• Oortjes uit
• Jas uit
• Boek, schrift en pen op tafel

Hoofdstuk 9

Samenvatting

Welke bloeddeeltjes zijn er?
En wat is hun taak/functie?

• Rode bloedcellen
  - zuurstof vervoeren 
• Witte bloedcellen 
  - ziekteverwekkers doden 
• Bloedplaatjes
  - helpt bij bloedstolling na wondje 

Welke 3 soorten bloedvaten zijn er?

• Slagader
  - dikke wand, bloed stroomt snel
  - bloed stoomt van het hart af 
• Ader
  - dunne wand, bloed stroomt heel langzaam
  - bevat kleppen
  - bloed stroomt naar het hart toe  
• Haarvat 
  - hele dunne wand, bloed stroomt langzaam
  - bloed stroomt in het orgaan  

Hoe loopt de bloedsomloop?
Wat is de route van de kleine- en grote bloedsomloop?

Wat zijn de namen van de bloedvaten?

• Slagaders
  - zijn genoemd naar de organen waar het bloed naartoe stroomt
  (naar nieren = nierslagader / naar longen = longslagader) 
  - de grootste slagader heet aorta
• Aders
  - zijn genoemd naar de organen waar het bloed vanaf stroomt
  (vanaf nieren = nierader / vanaf longen = longader)
  - grootste aders heten de holle aders 
   

Hoe is het hart gebouwd?

Let op! Spiegelbeeld!!

Welke 4 uitscheidingsorganen zijn er?

• Longen
• Lever
• Nieren
• Huid 

Hoe zijn de nieren gebouwd?
Wat zijn de onderdelen van het uitscheidingstelsel?

Wat doet je lever?

• Je lever breekt giftige stoffen af,
  zoals medicijnen en alcohol
• Je lever maakt gal > hulpstof bij
  vertering van vetten
  - gal wordt opgeslagen in de galblaas 

Aan de slag

Zelf samenvatten blz. 54