Sectoren en beroepen les 1
1 / 42
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
A
de kassamedewerker
B
de kledingverkoper
C
de supermarktmanager
D
de autoverkoper
Slide 10 - Quiz
A
de kassamedewerker
B
de kledingverkoper
C
de supermarktmanager
D
de autoverkoper
Slide 11 - Quiz
A
de autoverkoper
B
de kledingverkoper
C
de supermarktmanager
D
de kassamedewerker
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
A
de schoonheidsspecialist
B
de kapper
C
de programmeur
D
de ICT-medewerker
Slide 18 - Quiz
A
de schoonheidsspecialist
B
de kapper
C
de programmeur
D
de ICT-medewerker
Slide 19 - Quiz
A
de programmeur
B
de kapper
C
de schoonheidsspecialist
D
de ICT-medewerker
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
A
de administratief medewerker
B
de receptionist
C
de telefonist
D
de juridisch medewerker
Slide 26 - Quiz
A
de administratief medewerker
B
de receptionist
C
de juridisch medewerker
D
de telefonist
Slide 27 - Quiz
A
de telefonist
B
de receptionist
C
de juridisch medewerker
D
de administratief medewerker
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Diapositive
de autoverkoper
A
administratie
B
handel
C
ICT
D
persoonlijke verzorging
Slide 30 - Quiz
de programmeur
A
administratie
B
handel
C
ICT
D
persoonlijke verzorging
Slide 31 - Quiz
de schoonheidsspecialist
A
administratie
B
handel
C
ICT
D
persoonlijke verzorging
Slide 32 - Quiz
de telefonist
A
handel
B
ICT
C
persoonlijke verzorging
D
administratie
Slide 33 - Quiz
de juridisch medewerker
A
administratie
B
handel
C
persoonlijke verzorging
D
ICT
Slide 34 - Quiz
de supermarktmanager
A
persoonlijke verzorging
B
handel
C
administratie
D
ICT
Slide 35 - Quiz
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Terugkijken naar de doelen.
Ik kan vier sectoren noemen.
Ik kan beroepen noemen die bij de sectoren horen.
Ik kan vier sectoren noemen.
Ik kan beroepen noemen die bij de sectoren horen.
A
Ik kan vier sectoren noemen en bij elke sector een beroep.
B
Ik kan drie sectoren noemen en bij elke sector een beroep.
C
Ik kan twee sectoren noemen en bij elke sector een beroep.
D
Ik kan één sector noemen en bij die sector een beroep.
Slide 40 - Quiz
Terugkijken naar de doelen.
Ik kan aangeven wat ik van de sectoren vindt.
Ik kan opschrijven welk beroep ik het leukst vind.
Ik kan aangeven wat ik van de sectoren vindt.
Ik kan opschrijven welk beroep ik het leukst vind.
A
ja
B
een beetje
C
nee
