Sectoren en beroepen les 1 (werkbladen)

• NT2
• ISK

Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB)

Sectoren en beroepen les 1

Sectoren

Handel

Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Persoonlijke verzorging

Administratie

Doelen

Je kunt vier sectoren noemen.

Je kunt bij elke sector beroepen noemen.

Je kunt aangeven wat je van de sectoren vindt.

Je kunt aangeven welk beroep je het leukst vindt.

Sector:  handel

Beroep: de kassamedewerker

Sector:  handel

Beroep: de kledingverkoper

Sector:  handel

Beroep: de autoverkoper

Sector:  handel

Beroep: de supermarktmanager

Sector:  informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Beroep: de ICT-medewerker

Sector:  informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Beroep: de programmeur

Sector:  persoonlijke verzorging

Beroep: de kapper

Sector:  persoonlijke verzorging

Beroep: de schoonheidsspecialist

Sector:  administratie

Beroep: de administratief medewerker

Sector:  administratie

Beroep: de receptionist

Sector:  administratie

Beroep: de telefonist

Sector:  administratie

Beroep: de juridisch medewerker

Opdrachten

Je hebt vier sectoren geleerd. Wat vind je van de sectoren? Geef een score.

Je hebt 12 beroepen geleerd. Welk beroep vindt je het leukst? Schrijf het beroep op.

1 niet leuk

2 een beetje leuk

3 leuk

4 heel leuk

Opdracht

Welke score geef je de sectoren?

Welk beroep vind je het leukst? _______________________

Sector handel	1	2	3	4
Sector ICT	1	2	3	4
Sector persoonlijke verzorging	1	2	3	4
Sector administratie	1	2	3	4

Terugkijken naar de doelen.
Ik kan vier sectoren noemen.

1. Ik kan vier sectoren noemen en bij elke sector een beroep.
2. Ik kan drie sectoren noemen en bij elke sector een beroep.
3. Ik kan twee sectoren noemen en bij elke sector een beroep.
4. Ik kan één sector noemen en bij die sector een beroep.

Terugkijken naar de doelen.
Ik kan aangeven wat ik van de sectoren vindt.
Ik kan opschrijven welk beroep ik het leukst vind.

1. ja
2. een beetje
3. nee