8.1 Industrialisatie en modern imperialisme

8.1 Industrialisatie en modern imperialisme
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

8.1 Industrialisatie en modern imperialisme

Slide 1 - Diapositive

kenmerkende aspecten
De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving

De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industralisatie

De opkomst van politiek maatschappelijke stromingen: liberalisme, socialisme, comfessionalisme en feminisme


Slide 2 - Diapositive

huisnijverheid
* Vanuit de middeleeuwen bestond het gildesysteem nog.
* Gilden groeiden uit tot gesloten groepen met het monopolie op een ambacht (kwaliteit maar duur en beperkt aanbod).
                huisnijverheid

Slide 3 - Diapositive

Schietspoel 1733







  • Om sneller kleding te maken, moet je sneller kunnen weven.
  • De Engelsman John Kay vond de schietspoel uit. Hiermee kun je veel sneller weven dan met de hand.
  • De schietspoel was nog geen échte machine: het bedienen ging met de hand.



Slide 4 - Diapositive


Spinning Jenny
1764



  • Als je sneller kunt weven, heb je ook meer draad nodig.
  • Met de Spinning Jenny van James Hargreaves kon je 8 en later 16 draden tegelijk spinnen




Slide 5 - Diapositive



Waterframe
1769




  • Het Waterframe van Richard Arkwright was een spinmachine aangedreven door een waterrad. Het Arkwright-waterframe kon 96 katoenen draden tegelijk spinnen, wat een gemakkelijkere en snellere methode was dan ooit tevoren.




Slide 6 - Diapositive


Cotton Gin
1793



  • Omdat het spinnen en weven veel sneller ging was er ook meer katoen nodig.
  • Om de zaden sneller uit katoenpluizen te halen vond de Amerikaan Eli Whitney de Cotton Gin uit ("Katoen motor"). Gevolg?
  • Slavernij neemt toe: er zijn veel meer slaven nodig om de katoen te plukken...




Slide 7 - Diapositive

Wat is het grote nadeel van een waterframe?

Slide 8 - Question ouverte


Stoommachine
rond 1764 






  • De eerste werkende stoommachine van de Industriële Revolutie was die van Thomas Newcomen rond 1705
  • Pas door de verbeteringen van James Watt kon de stoomachine pas echt worden ingezet
  • Hoger rendement...




De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.

Slide 9 - Diapositive

Noem één voordeel en één nadeel van een stoommachine

Slide 10 - Question ouverte

van kleinschalige handmatige productie in de huisnijverheid...
... naar grootschalige machinale productie in fabrieken

Slide 11 - Diapositive

Wat zijn kenmerken van een industriële samenleving?

Slide 12 - Question ouverte

Modern Imperialisme

Slide 13 - Diapositive

noodzaak tot grondstoffen en afzetmarkten
  • Afrika en Azie hadden grondstoffen voor de Europese fabrieken.
  • Grote hoeveelheden voor een lage prijs.
  • Goedkopere producten
  • Grotere afzetmarkten

Slide 14 - Diapositive

Kolonialisme?
  • Vanaf 15de eeuw: kolonialisme --> veroveringen met een economisch doel
  • Kenmerkend: handelsposten op de kusten
  • Vanaf 19de eeuw: modern imperialisme
  • Combinatie van economische en politieke doelen (en culturele..)
  • Politiek: bewijzen macht eigen land (nationalisme)
  • Economisch: grondstoffen en afzetmarkten voor industrie
  • Cultureel: sociaal-darwinisme

Slide 15 - Diapositive

Nederlands imperialisme
Nederlands imperialisme

Slide 16 - Diapositive

0

Slide 17 - Vidéo

Fashoda incident

Franse en Britse troepen lopen elkaar tegen het lijf in 'the scramble for Africa'. 

Wie krijgt welk gebied? Race om koloniën leidt bijna tot een gewapend treffen.

Slide 18 - Diapositive

Aan de slag
Lees het artikel via de link op de volgende slide.

Zie je vooral verandering of continuïteit t.o.v. het imperialisme van de 19e eeuw

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

examenvraag  4 pt
Voor het modern imperialisme waren verschillende motieven.

Gebruik bron 1.
- Toon aan dat met de bron twee motieven voor het modern imperialisme kunnen worden geïllustreerd.
- Beschrijf zonder de bron nog twee motieven voor het modern imperialisme.


Slide 21 - Diapositive

examenvraag  4 pt
Voor het modern imperialisme waren verschillende motieven.

Gebruik bron 1.
- Toon aan dat met de bron twee motieven voor het modern imperialisme kunnen worden geïllustreerd.
- Beschrijf zonder de bron nog twee motieven voor het modern imperialisme.


Slide 22 - Diapositive

mogelijk antwoord
Twee motieven die in de bron aan de orde komen:

Koloniën inzetten als afzetmarkt voor industriële eindproducten: ‘de katoenspinners van Manchester staan klaar om ze te kleden’. (1p)
Het christendom verspreiden onder de inheemse bevolking van de koloniën: ‘de dienaren van Christus branden van ijver om hen, arm dwalende heidenen, te voegen bij de kudde der gelovigen’. (1p)
Twee motieven buiten de bron:
Nationalisme: hoe meer koloniën, hoe groter het internationale aanzien van de koloniale machthebber. (1p)
Blank superioriteitsgevoel: de westerse cultuur in normen en waarden overdragen aan de bevolking van de koloniën via onderwijs en wetgeving. (1p)




Slide 23 - Diapositive