Coverlesson vrijdag 10 januari

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Coverlesson vrijdag 10 januari

Cover work

FIND THE COPIES IN THE TEACHER DESK DRAWER

1.  Lees de tekst "Geen mobiel meer in je hand op de fiets!"
2. Phase 1/2-onderstreep de woorden die je niet kent/underline words you don't know
3. Phase 1/2 check the words in the new Quizlet word list most of the words are in there (link on last slide)
4. Phase 1/2/3 answer questions 6-9 (on the copy)

5 Phase 1/2/3

 doe de werkwoorden quiz/do the verb quiz

6 Phase 1/2/3

Imperative-read

Watch video De weg vragen (slide 16) do exercise

7 practise the wordlist in Quizlet

8 Phase 3 text online and final question in slide

Herhaling werkwoorden

repeat verbs-a short quiz

Phase 1/2/3

Find the verb:

Robin vindt appeltaart met slagroom erg lekker.

1. Robin
2. slagroom
3. vindt
4. lekker

Find the verb:

Liam en zijn broertje spelen een leuk spel met mij.

1. Liam
2. zijn
3. broertje
4. spelen

Find the verb

In het nieuwe huis van Daan verven ze de muren wit.

1. nieuwe
2. van
3. wit
4. verven

Find the verb:
Ik kijk elke dag een filmpje op mijn computer.

1. Ik
2. dag
3. kijk
4. filmpje

Find the verb

Ben jij Nederlands?

1. jij
2. Nederlands
3. ben

Find the verb
Ga je mee naar huis?

1. Ga
2. je
3. huis
4. er staat geen werkwoord in deze zin

Welke woorden zijn werkwoorden?

1. boek, schrift, vakantie
2. huilen, dansen, spelen
3. bouwvakker, lasser, timmerman

Gebiedende wijs/imperative

Ga op de stoel staan!

1. Begint met een werkwoord

2. Staat in de ik-vorm

3. Geen onderwerp (no subject) in de zin

Gebiedende wijs/imperative

 you use the same conjugation that you use for ik:

Kijk maar:

hele werkwoord                   stam(ik-vorm)                gebiedende wijs

Eten                                            Ik eet.                                 Eet!

Lopen                                        Ik loop.                               Loop!                                 

Wanneer gebruik je de gebiedende wijs?

When do you use the imperative?

voorbeelden/examples

Ga hier naar links.

Ga bij het kruispunt rechtdoor.

Loop langs de bakker.

Volg de weg naar links. (volgen-to follow)

Video de weg vragen

Asking for directions. 

Please take notes.

Task 10-15 min.

Work in pairs or a small group (Roni, Soumili, Agata and Cameron)

prepare a dialog. 

1 person asks for directions, the other answers.

Use the map on the next slide. You are in spot X on the map. You need to go to the school. Phase 3: add another stop. 

Read out the dialog.

1=de school

2=de supermarkt

3=de speeltuin

4=de kerk

5=de bloemenwinkel

Klaar? Done?

Practise the words in Quizlet.

https://quizlet.com/nl/855136045/unit-ik-ga-op-reis-en-ik-neem-mee-flash-cards/

Phase 3 students

Lees de tekst en beantwoord de vragen

https://nt2taalmenu.nl/nt2-a2-lezen-tekst-12/

Phase 3 students: wanneer vliegen de vogels naar het zuiden?