Kennisleer

Kennisleer
Aiko, Belle, Femke, Nora
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Kennisleer
Aiko, Belle, Femke, Nora

Slide 1 - Diapositive

Les 1
  • Plato
  • Aristoteles
  • Constructivisme
  • Narrativisme
Les 2
  • Descartes
  • Locke
  • Berkeley
  • Hume
  • Kant

Slide 2 - Diapositive

Les 1

Slide 3 - Diapositive

Kennisleer

Slide 4 - Carte mentale

Plato
  • Ideeënwereld
  • De idee
  • Anamnese
  • Grot dilemma
  • JTB
ca. 427 v.Chr. –  347 v.Chr.

Slide 5 - Diapositive

Plato
  • Ideeënwereld
  • De idee
  • Anamnese
  • Grot dilemma
ca. 427 v.Chr. –  347 v.Chr.

Slide 6 - Diapositive

Aristoteles
  • Empirisme
  • Oorzakenleer
  • Hylemorfirmse
  • Teleologie
384 v.Chr. –  322 v.Chr.

Slide 7 - Diapositive

Oorzakenleer
  • materie 
  • vorm 
  • werk
  • doel

Slide 8 - Diapositive

Hylemorfirmse
  • Hyle = stof = materie
  • Morfe = vorm

Slide 9 - Diapositive

Teleologie
  • Doel
  • Vuur
  • Lucht
  • Water
  • Aarde

Slide 10 - Diapositive

Ideeënwereld
De idee
Anamnese
Grot dilemma
Hylemorfisme
Teleologie
Oorzakenleer

Slide 11 - Question de remorquage

Constructivisme
  • Zelf bedacht/ bestaat niet zonder ons
  • Subjectief naar de wereld kijken
  • Kennis van eigen waarnemingen

Slide 12 - Diapositive

Narrativisme
  • subjectieve aard van de mensheid
  • construct van taal
  • gaat over subjectiviteit en individuele interpretaties

Slide 13 - Diapositive

Ik eet bijna altijd een broodje hagelslag als lunch, maar mijn vriendin vertelt dat zij bijna altijd een warme maaltijd eet als lunch bij welke van deze twee begrippen hoort deze uitspraak?
A
Narrativisme
B
Constructivisme

Slide 14 - Quiz

Een jongen meet dat een plantje 3 centimeter is, een paar weken later meet hij dat het plantje 5 centimeter is, hij bedenkt dan dat het plantje gegroeid is. Bij welke van deze twee begrippen hoort deze uitspraak?
A
Narrativisme
B
Constructivisme

Slide 15 - Quiz

Les 2

Slide 16 - Diapositive

Les 1
  • Plato
  • Aristoteles
  • Constructivisme
  • Narrativisme
Les 2
  • Descartes
  • Locke
  • Berkeley
  • Hume
  • Kant

Slide 17 - Diapositive

Kennisleer les 1

Slide 18 - Carte mentale

Descartes
  • substantie dualisme
  • materie → zintuiglijke waarneming
geest→ redeneren
  • rationalisme en de methodische twijfel
  • Descartes onbetwistbare zekerheden.      
       - het bestaan van zichzelf
       - God
       - De buitenwereld



31 Maart 1596 – 11 Februari 1650

Slide 19 - Diapositive

Locke
  • Tabula rasa
  • Primaire en secundaire kwaliteiten
29 Augustus 1632 – 28 Oktober 1704

Slide 20 - Diapositive

Berkeley
  • Esse est percipi:                  zijn is waargenomen worden
  •  God
12 Maart 1685 –  14 Januari 1753

Slide 21 - Diapositive

Hume
  • Impressies en ideeën
  •  A priori
  • A posteriori
  • causaliteit
  • God en zelf
7 Mei 1711 – 25 Augustus 1776

Slide 22 - Diapositive

Kant
  • Rationeel + Empirisme
  • Twee werelden
  • David Hume
  • A Posteriori en A priori

22 April 1724 –12 Februari 1804

Slide 23 - Diapositive

rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr
rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr
rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr
rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr
Empirisme


Rationalisme
Realisme             Idealisme
Plato
Aristoteles
Descartes
Locke
Hume
Kant
Berkeley

Slide 24 - Question de remorquage

Hoe rechtvaardigde Descartes het bestaan van God in zijn filosofie?
A
Door te vertrouwen op religieuze openbaring
B
Door empirisch bewijs
C
Door redenering en logica
D
Door te verwijzen naar zintuiglijke waarneming

Slide 25 - Quiz

Wat is Tabula Rasa?
A
Een spaans gerecht
B
Een onbeschreven blad
C
Een wit papier
D
Het is geen begrip

Slide 26 - Quiz

Wat was Descartes’ opvatting over de rol van rede in het verkrijgen van kennis?
A
Rede is irrelevant
B
Rede is minder belangrijk dan zintuiglijke ervaring
C
Rede is de primaire bron van kennis
D
Rede en zintuiglijke ervaring zijn gelijkwaardig

Slide 27 - Quiz

welke Wereld is zoals die daadwerkelijk is?
A
De fenomale wereld
B
De causale wereld
C
De noumenale wereld

Slide 28 - Quiz

Hoe kom je volgens Hume tot ware kennis?

A
De chopsticks van hume
B
De vork van hume
C
De handen van hume
D
De drietand van hume

Slide 29 - Quiz

Waar brengt het monisme van Berkley kritiek op?

A
Aristoteles
B
Hume
C
Nussbaum
D
Descartes

Slide 30 - Quiz

Welke van deze twee antwoorden is een voorbeeld van a priori?
A
3x3=9
B
Een citroen is geel, ovaalachtig en smaakt zuur.

Slide 31 - Quiz