Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Pak je leesboek / laptop
Ga lezen of werken aan je boekopdracht
In stilte
timer
7:00
Slide 1 - Diapositive
Maak twee zinnen met het werkwoord verkleden. In één zin als persoonsvorm in de verleden tijd. In de andere zin als een bijvoeglijk naamwoord.
Slide 2 - Question ouverte
Schema pv vt
Zwak werkwoord?
enkelvoud: ik-vorm tt + de of te
meervoud: ik-vorm tt + den of ten
Twijfel?
Gebruik 't sexy fokschaap. Kijk naar de laatste letter voor de -en van het infinitief. Zit die letter erin?
Dan ik-vorm tt + te(n). Anders ik-vorm + de(n)
Sterk werkwoord?
Klankverandering
zo kort en simpel mogelijk
Laatste letter -d of -t? Verleng het dan!
bekleden
ik bekleed
ik bekleed + de
ik bekleedde
gooien
ik gooi
wij gooi + den
wij gooiden
Vliegen > vlogen
Lopen > liepen
werpen > wierpen
Slide 3 - Diapositive
Schema pv vt
Persoonsvorm verleden tijd en werkwoord als bn
Ik bekleedde de bank
De beklede bank
Wij beantwoordden de vraag
De beantwoorde vraag
Persoonsvorm verleden tijd is dus lang: ik-vorm + de(n) of te(n)
Werkwoord als bn is zo kort mogelijk!
Slide 4 - Diapositive
Maak het werkblad
Ga rustig aan de slag (7 min)
Klaar? Je buurman of vrouw ook klaar?
Wissel dan je blaadje en kijk elkaars werk na
Voor het maken heb je 7 minuten
Voor het nakijken ook
timer
7:00
Slide 5 - Diapositive
(Durven) jullie erop te vertrouwen dat het niet aan ons (ligt)
Slide 6 - Question ouverte
Gisteren (monteert) de loodgieter een nieuwe kraan
Slide 7 - Question ouverte
De drone kreeg kuren en (storten) richting de aarde.
stortte
storte
Slide 8 - Sondage
Schrijf de persoonsvorm op in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd:
De loodgieter (worden) boos, want hij (vinden) zijn werk niet leuk.
Slide 9 - Question ouverte
Aan de slag
Maken les 27: 3, 4, 5, 6, 8 en 10.
Klaar? Kijk na!
Slide 10 - Diapositive
Duidelijk en leesbaar schrijven
Houd het kort. Maak korte zinnen.
Schrijf concreet. Schrijf op wat je bedoelt.
Stel lezersvragen en beantwoord die. Waarom ik dit doe? Nou, dat komt omdat....
Slide 11 - Diapositive
Uit onderzoek blijkt dat ons vermogen om een saaie tekst uit te lezen de laatste tien jaar met twintig procent of meer is afgenomen, zodat we dus kunnen spreken van een nationale afleidingsepidemie.
Slide 12 - Question ouverte
Schrijf de volgende zinnen korter op. Zet punten. Je mag de volgorde veranderen.
Slide 13 - Diapositive
Veel mensen negeren een rood stoplicht als er bijna geen verkeer aankomt.
Vaag
Concreet
Slide 14 - Sondage
Maak opdracht 8 en 9 van les 24
Maak de tekst in Word
Denk aan wat je hebt geleerd: een leesbare tekst
1. heeft korte zinnen
2. is concreet
3. beantwoord lezersvragen
KLAAR?
Maak les 24 en kijk na:
1, 2 (b, c), 6, 7, 11
(niet klaar? = huiswerk)
Slide 15 - Diapositive
Schrijf een korte tekst
Schrijf je tekst op het blaadje dat ik heb uitgedeeld.
Schrijf 8 zinnen.
Schrijf een tekst over Sinterklaas: leg kort uit wat pakjesavond is.