Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Hoeveel receptregels worden er per dag gemiddeld verwerkt in BENU Apotheek Twello?
A
300 tot 500 receptregels
B
Minder dan 200 receptregels
C
Meer dan 900 receptregels
D
600 tot 850 receptregels
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Diapositive
Hoe krijgen de patiënten bericht van de apotheek dat er medicatie klaar ligt?
A
Ze krijgen een email
B
Ze krijgen geen bericht
C
Ze krijgen een SMS
D
Ze worden gebeld door de apotheek
Slide 5 - Quiz
Welke patiënten sturen we direct door naar de apotheek om medicatie af te halen?
Slide 6 - Question ouverte
Hoe laten we de apotheek weten dat de patiënt direct zijn medicatie komt ophalen?
Slide 7 - Question ouverte
Hoe laten we de apotheek weten dat medicatie nog dezelfde dag bezorgd moet worden?
Slide 8 - Question ouverte
Mag de apotheek kosten rekenen voor bezorging?
Ja
Nee
Slide 9 - Sondage
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Wanneer is de huisarts verplicht om de ICPC code te delen met de apotheek?
A
Als het medicijnen betreft die verschillende toepassingen met uiteenlopende doseringen kennen
B
Als het medicijnen betreft die bij overdosering ernstige bijwerkingen kunnen geven
C
De huisarts is niet verplicht een ICPC code te delen met de apotheek
D
Als het medicijnen betreft die verschillende toepassingen met uiteenlopende doseringen kennen en waarbij er sprake is van smalle therapeutische breedte of die bij overdosering ernstige bijwerkingen kunnen geven
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
Wordt medicatie voor de patiënt vergoed door de zorgverzekeraar?
A
Ja, maar de kosten gaan eerst van het eigen risico af
B
Ja, maar de kosten gaan niet van het eigen risico af
C
Sommige medicatie wordt nooit vergoed
D
Sommige medicatie wordt alleen vergoed als er een speciale code op het recept staat
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
Wanneer wordt de medicatie ingediend bij de zorgverzekering?
A
Als de apotheek het recept heeft verwerkt, ongeacht of de patiënt het heeft opgehaald
B
Als de patiënt de medicatie in de apotheek heeft opgehaald
C
Als de arts het recept verstuurt naar de apotheek
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Wanneer is er sprake van een medische noodzaak?
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Wanneer komt een patiënt in aanmerking voor een medicijnrol?
Slide 25 - Question ouverte
Slide 26 - Diapositive
Stelling 1: Huisartsen hoeven voor orale anticonceptiva slechts eenmaal een herhaalrecept uit te schrijven. Op basis daarvan mag de aflevering onbeperkt worden herhaald door de apotheek
Waar
Niet waar
Slide 27 - Sondage
Slide 28 - Diapositive
Stelling 2: Mevrouw van 65 jaar met eliquis in gebruik krijgt naproxen 250 mg 2x per dag 1 tablet voorgeschreven. Mevrouw moet daarbij ook (tijdelijk) een PPI gebruiken.
Waar
Niet waar
Slide 29 - Sondage
Slide 30 - Diapositive
Stelling 3: Mevrouw van 65 jaar met acetylsalicylzuur in gebruik krijgt nu naproxen 500 mg 1x daags 1 voorgeschreven. Mevrouw moet daarbij (tijdelijk) een PPI gebruiken.
Waar
Niet waar
Slide 31 - Sondage
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Welke contra indicatie(s)/geneesmiddelen kunnen van invloed zijn bij het zetten van een kenacort injectie?
A
Depressie
B
Acetylsalicylzuur
C
Diabetes Mellitus
D
Ulcus
Slide 36 - Quiz
Slide 37 - Diapositive
Vanaf wanneer heeft een patiënt recht op vergoeding van wondzorg en wat moet er op het recept staan vermeld?
A
Alle wondzorg wordt vergoed door de verzekering
B
Alleen chronische wondzorg (> 14 dagen een wond) wordt vergoed door de verzekering
C
Alleen chronische wondzorg (>14 dagen een wond) wordt vergoed door de verzekering als er B4 op het recept staat