hersenen / depressie

hersenen / depressie
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

hersenen / depressie

Slide 1 - Diapositive

casus
Patiëntgegevens:
Naam: Meneer van Dijk
Leeftijd: 52 jaar
Medische voorgeschiedenis: Meneer van Dijk heeft een bipolaire stoornis en staat onder controle bij een psychiater. Hij heeft afwisselende perioden van depressie en manie doorgemaakt. De laatste tijd is zijn stemming stabiel, maar hij heeft onlangs te horen gekregen dat hij diabetes type 2 heeft. De huisarts wil medicatie voorschrijven om zijn bloedsuikerspiegel te reguleren. Meneer van Dijk heeft echter zorgen over hoe deze nieuwe medicatie samenwerkt met zijn huidige medicatie voor zijn bipolaire stoornis.

Huidige medicatie:
Lithiumcarbonaat 600 mg, 1 tablet tweemaal per dag
Lithium wordt gebruikt als stemmingsstabilisator om manische en depressieve episodes te voorkomen.
Quetiapine 100 mg, 1 tablet 's avonds voor het slapen gaan
Quetiapine helpt bij het stabiliseren van de stemming en zorgt ervoor dat meneer van Dijk beter kan slapen.

Nieuwe medicatie voorgeschreven door de arts:
De huisarts heeft metformine voorgeschreven om zijn bloedsuikerspiegel te reguleren, omdat meneer van Dijk net de diagnose diabetes type 2 heeft gekregen.

Slide 2 - Diapositive

Nieuwe medicatie voorgeschreven door de arts:
De huisarts heeft metformine voorgeschreven om zijn bloedsuikerspiegel te reguleren, omdat meneer van Dijk net de diagnose diabetes type 2 heeft gekregen.

Slide 3 - Diapositive

Waarom kan het gebruik van metformine bij meneer van Dijk problematisch zijn?
A
Het verhoogt de bloedsuikerspiegel.
B
Het verhoogt het risico op nierproblemen bij gebruik met lithium.
C
Het vermindert de werking van quetiapine.
D
Het verlaagt de lithiumspiegel in het bloed.

Slide 4 - Quiz

Wat is een bekende bijwerking van lithium die bij meneer van Dijk kan voorkomen?
A
Gewichtstoename
B
Verhoogde bloedsuikerspiegel
C
verminderde nierfunctie
D
lage bloeddruk

Slide 5 - Quiz

Wat zou je meneer van Dijk uitleggen over de risico's van het gebruik van metformine in combinatie met lithium?

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

casus
Patiëntgegevens:
Naam: Mevrouw de Boer
Leeftijd: 67 jaar
Medische voorgeschiedenis: Mevrouw de Boer is bekend met een depressieve stoornis en heeft daarnaast hypertensie (hoge bloeddruk) waarvoor ze al lange tijd medicatie gebruikt. Ze komt naar de apotheek voor een herhaalrecept voor haar antidepressiva, maar de huisarts heeft aangegeven dat hij overweegt om een nieuw middel voor te schrijven om haar depressie beter te behandelen. Mevrouw de Boer heeft aangegeven dat ze de laatste tijd veel last heeft van neerslachtigheid.

Huidige medicatie:
Sertraline 50 mg, 1 tablet per dag (ochtend)
Metoprolol 50 mg, 1 tablet tweemaal per dag
       

Slide 8 - Diapositive

Nieuwe medicatie voorgeschreven door de arts:
De huisarts overweegt om amitriptyline voor te schrijven, een tricyclisch antidepressivum, omdat sertraline volgens hem onvoldoende effect lijkt te hebben. Hij denkt dat amitriptyline een sterkere werking kan bieden voor haar depressieve klachten.

Slide 9 - Diapositive

Welke interactie bestaat er tussen amitriptyline en metoprolol, en waarom is dit een risico voor mevrouw de Boer?

Slide 10 - Question ouverte

Waarom is amitriptyline gecontra-indiceerd bij mevrouw de Boer?
A
Het kan haar bloeddruk verhogen.
B
Het kan hartritmestoornissen veroorzaken.
C
Het kan haar leverfunctie verminderen
D
Het versterkt de werking van metoprolol

Slide 11 - Quiz

Probleem:
Amitriptyline is echter gecontra-indiceerd bij patiënten met hartproblemen of die bètablokkers (zoals metoprolol) gebruiken, omdat het het risico op hartritmestoornissen aanzienlijk kan vergroten. Dit kan gevaarlijk zijn, vooral bij oudere patiënten zoals mevrouw de Boer.

Slide 12 - Diapositive

terug blik
Migraine en parkinson

Slide 13 - Diapositive

welke klachten bij migraine

Slide 14 - Carte mentale

Welke groep medicatie geef je bij migraine profylaxe

Slide 15 - Question ouverte

welke neurotransmitter is belangrijk bij parkinson

Slide 16 - Carte mentale

Slide 17 - Vidéo

Wat is het werkingsmechanisme van SSRI’s (selectieve serotonineheropnameremmers)?
A
Verhoging van de beschikbaarheid van serotonine in de synaps
B
Blokkeren van dopamine-receptoren
C
Stimuleren van noradrenalineproductie
D
Remmen van de afbraak van acetylcholine

Slide 18 - Quiz

Welk antidepressivum behoort tot de tricyclische antidepressiva (TCA's)?
A
fluoxetine
B
amitriptyline
C
sertraline
D
venlafaxine

Slide 19 - Quiz

Welke bijwerking komt vaak voor bij tricyclische antidepressiva (TCA's)?

Slide 20 - Question ouverte

Welk geneesmiddel wordt vaak voorgeschreven als stemmingsstabilisator bij bipolaire stoornissen?
A
fluoxetine
B
risperidon
C
lithium
D
diazepam

Slide 21 - Quiz

Bij welke psychiatrische aandoening worden antipsychotica zoals haloperidol vaak gebruikt?
A
Angststoornissen
B
depressie
C
bipolaire stoornis
D
schizofrenie

Slide 22 - Quiz

Wat is een bekende bijwerking van antipsychotica, zoals haloperidol?

Slide 23 - Question ouverte

Welke van de volgende middelen behoort tot de atypische antipsychotica?
A
haloperidol
B
clozapine
C
imipramine
D
lorazepam

Slide 24 - Quiz

Bij welke aandoening wordt valproïnezuur voornamelijk voorgeschreven? (als het niet voor epilepsie wordt gebruikt)
A
Schizofrenie
B
angststroonis
C
obsessieve compulsieve stoornis
D
bipolaire stoornis

Slide 25 - Quiz

Wat is de belangrijkste neurotransmitter betrokken bij depressie?
A
dopamine
B
acetylcholine
C
serotonine
D
glutamaat

Slide 26 - Quiz

Welk antidepressivum is een selectieve noradrenaline- en serotonineheropnameremmer (SNRI)?
A
paroxetine
B
venlafaxine
C
clomipramine
D
bupropion

Slide 27 - Quiz

Wat is een belangrijk risico bij langdurig gebruik van benzodiazepines?
A
Tolerantie en afhankelijkheid
B
verhoogd risico op diabetes
C
huiduitslag
D
hartfalen

Slide 28 - Quiz

Welke van de volgende middelen wordt gebruikt bij de behandeling van verslavingsproblematiek?
A
naltrexon
B
fluoxetine
C
clozapine
D
amitriptyline

Slide 29 - Quiz

Wat is een belangrijke reden voor regelmatige bloedspiegelcontrole bij het gebruik van lithium?
A
Om de leverfunctie te controleren
B
Om te controleren op gewichtstoename
C
Om het cholesterolgehalte te controleren
D
Om lithiumvergiftiging te voorkomen

Slide 30 - Quiz

Bij welke van de volgende patiënten is voorzichtigheid geboden bij het voorschrijven van tricyclische antidepressiva
A
bij epilepsie
B
bij hypertensie
C
bij glaucoom
D
bij astma

Slide 31 - Quiz

Wat is het effect van antipsychotica op de dopamine-receptoren in de hersenen?
A
Stimuleren van dopamine-afgifte
B
Verhogen van dopamine-productie
C
Blokkeren van dopamine-receptoren
D
Verminderen van de afbraak van dopamine

Slide 32 - Quiz

waar moet je opletten bij lisdiuretica en lithium

Slide 33 - Question ouverte