Nova Par. 2.3 + 2.4 Hefbomen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Testen kennis hefbomen par. 2.3

Wanneer is een hefboom in evenwicht?

1. De kracht aan de linkerkant is gelijk aan de kracht aan de rechterkant.
2. Het moment aan de linkerkant is gelijk aan het moment aan de rechterkant.
3. De massa aan de linkerkant is gelijk aan de massa aan de rechterkant.
4. Geen van bovenstaande antwoorden.

Wat gebeurt er met deze hefboom ?

1. De hefboom draait linksom
2. De hefboom draait rechtsom
3. Niets, want de hefboom is in evenwicht

Bereken het moment links.

Elk gewichtje is 0,25 N. Tussen elk haakje zit steeds 10 cm.

1. M = 0,025 Nm
2. M = 0,050 Nm
3. M = 0,075 Nm
4. M = 0,150 Nm

Als je met een slinger het zonnescherm omhoog draait, moet je tijdens het draaien soms meer kracht zetten. Hoe komt dit?

Veel werktuigen zijn hefbomen.

Wat speelt bij een hefboom een belangrijke rol?

1. Afstand tot het draaipunt
2. Grootte van beide krachten
3. De grootte van het draaipunt
4. Zowel de grootte van de krachten als de afstand tot het draaipunt

Wat is GEEN hefboom?

1. Schaar
2. Hamer
3. Tuinslang
4. Breekijzer

Noem 5 verschillende krachten

Geef het symbool en de eenheid van kracht

Geef de formule voor zwaartekracht

Wat is de formule voor de veerconstante?

Hoe groter de veerconstante, hoe stugger/slapper de veer

Bespreken hw par. 2.2 (herhaald hw)