Nederlands klas 2 periode 3 betoog Strafblad

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Programma

• uitleg betoog - 15 minuten
• zelfstandig  werken - 25 minuten 
• terugblik op de les - 5 minuten

Doel van de les

• Je kunt je standpunt bepalen over een onderwerp
• Je kunt je standpunt onderbouwen met argumenten
• Je weet hoe je een betoog moet voorbereiden
• Je weet hoe je een betoog moet indelen 

Toetsen periode 3

• een betoog schrijven - thuis, in de toetsweek
• leestoets - op school, tijdens de les

Wat weet je over het strafblad?

Er moet een website komen waarop iedereen kan zien of iemand een strafblad heeft.

ja

nee

Je moet een betoog schrijven.
Hoe pak je dit aan?

stap 1 

voorbereiden

stap 2

schrijven

Betoog voorbereiden

• bepaal je standpunt; 
• bepaal welke argumenten je gaat gebruiken

Wat kun je doen om je standpunt te bepalen?

Standpunt bepalen

Je zoekt informatie over het onderwerp van de stelling. Je komt er dan achter hoe verschillende mensen over het onderwerp denken en welke argumenten voor en tegen de stelling zijn te geven. Vervolgens bepaal je op basis van die argumenten of je voor of tegen de stelling bent. 

Welke soorten argumenten ken je?
Het zijn er twee.

Waarom geef je in een betoog een tegenargument?

Tegenargument en ontkrachting

Je wil de lezer laten zien dat je ook de andere kant van het onderwerp hebt bekeken. De lezer zal jou dan betrouwbaarder en daardoor je betoog betrouwbaarder vinden. 

Hoe kom je aan tegenargumenten?

Tegenargumenten vind je in de informatie over het onderwerp. 

Hoe ontkracht je tegenargumenten?

• door aan te tonen dat het onjuist is
• door uit te leggen waarom het tegenargument niet opweegt tegen een door jou gegeven argument 

Betoog schrijven:
hoe is een betoog opgebouwd?

Opbouw betoog

• Je argumenten vormen het middenstuk. Daar begin je mee.
  
  
• Daarna schrijf je de inleiding. In de inleiding maak je het onderwerp van je betoog en je standpunt duidelijk. Ook wek je de belangstelling van de lezer. 
  
  
• In het slot kun je een conclusie trekken, een samenvatting geven, een advies geven of iemand aansporen. 

Opdracht

• wat: opdracht 21 op bladzijde 168 van Starttaal boek B 
• hoe: zelfstandig en in stilte
• tijd: in deze les en tijdens de volgende online les
• resultaat: een betoog (inleveren in Teams)
•  hulp: eerst Starttaal boek A vanaf blz 331, daarna je medestudenten en tenslotte je docent

Wat weet je nu over het schrijven van een betoog?

Hoe heb je gewerkt?

😒🙁😐🙂😃