TH3B week 47

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Nederlands

21 november

Wat gaan we doen?

- Herhaling grammatica

- Leesmoment

- Opdrachten Op Niveau

De postbode gat het pakketje [aan mijn moeder].

1. Lv
2. Mv

De man heeft [op de hoek van de straat] zijn auto geparkeerd.

1. Bwb
2. Bvb

Mijn moeder is vorige week ziek geweest.

1. Wwg
2. Nwg

Mijn broer [heeft] de marathon gelopen.

1. Pv
2. Wwg

Dat [laatste] ingrediënt verlaagt het smeltpunt van de chocolade enorm.

1. Bwb
2. Bvb

[Wie] heeft mijn laptop gesloten?

1. Aanw. vnm
2. Vr. vnw

We hebben [elkaar] een hand gegeven.

1. Wederkerig vnw
2. Wederkerend vnw

We worden nat, [omdat] het regent.

1. Onderschikkend voegwoord
2. Nevenschikkend voegwoord

Mevrouw Cooper, [docent biologie aan Wolfert Tweetalig,] heeft een aquarium in de klas.

1. Zinsdeel
2. Deel van een zinsdeel

Opdracht (20 minuten)

1) In tweetallen bedenk je zinnen bij elk van de onderdelen redekundig ontleden. 

2) Bedenk zinnen bij minimaal 10 van de onderdelen taalkundig ontleden. 

Regels: je mag zelf bepalen of je voor elk onderdeel een zin maakt, of meerdere onderdelen in een zin zet.

Redekundig ontleden:

Zinsdelen

Persoonsvorm

Zinsdeelstrepen

Gezegde

Onderwerp

Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp

Bijwoordelijke bepaling

Delen van zinsdelen

Bijvoeglijke bepaling

Bijstelling

Taalkundig ontleden:

- znw, lw, bnw, vz

- zww, hww, kww

- pers vnw, bez vwn, 

- wederkerig vwn, wederkerend vwn

- vr vnw, aanw vnw, betr vnw,

onb vnw

- onbep hoofdtelw, bep hoofdtelw

- bep hoofdtelw, bep rangtelw

- ondersch vw, nevensch vw

- bw

Opdracht (10 minuten)

Wissel je zinnen uit met het tweetal achter jullie. Jullie mogen elkaars zinnen ontleden.

Klaar? Check elkaars antwoorden.

Leesmoment

We lezen tot 14:15 uur.

Opdracht (15 minuten)

Maak opdracht 5 en 6 van grammatica blok 3.

Nederlands

22 november

Wat gaan we doen?

- Bedrijvend en lijdend: uitleg

- Zelf nieuwsartikel schrijven

- Nieuwsquiz

Bedrijvend en lijdend 

  1. De man koopt een computer.

  2. Een computer wordt door de man gekocht.

Wat is het verschil tussen de twee zinnen?

Wat is het onderwerp in zin 1? En zin 2?
Wat is het lijdend voorwerp in zin 1? En zin 2?

Opdracht (20 minuten)

Schrijf een kort nieuwsbericht over een zelfgekozen onderwerp.

Onderwerpen: een nieuwe pizza, een orkaan in Rotterdam, er is een roze olifant geboren, etc.

Je mag alleen bedrijvende zinnen gebruiken.

Klaar? Maar opdracht 5 en 6 van grammatica blok 3 af.

Opzet nieuwbericht

Titel

Lead (korte samenvatting, dikgedrukt)

Twee alinea's met feiten

Afsluitende alinea: vooruitwijzing, advies, toekomstbeeld