Welvaart stapjes
1 / 10
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Leg uit wat de invloed is op de bestedingen als de overheid een anticyclisch beleid voert in hoogconjunctuur?
Slide 3 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Leg uit wat er gebeurt met het overheidssaldo als de overheid in laagconjunctuur een anticyclisch beleid voert?
Slide 4 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat gebeurt er met de inflatie als de bestedingen stijgen?
Slide 5 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat gebeurt er met de conjuncturele werkloosheid als de overheid in laagconjunctuur anticyclisch beleid voert?
Slide 6 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Waar is Y aan gelijk?
Slide 7 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat voor soort stromen zitten er in de economische kringloop?
Slide 8 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Op welke 2 manieren kun je het nationaal spaarsaldo bereken?
Slide 9 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Je inkomen daalt in 2018 van €2.000 naar €1.600
Het consumentenprijsindexcijfer in 2018 laat 103,0 zien.
Wat is de verandering van je koopkracht in procenten ?
Het consumentenprijsindexcijfer in 2018 laat 103,0 zien.
Wat is de verandering van je koopkracht in procenten ?
A
- 20%
B
+ 80%
C
- 22,3%
D
+ 77,7%
Slide 10 - Quiz
RIC = NIC : PIC x 100
NIC = -20% = 80,0
PIC = 103,0
RIC = (80 : 103) x 100 = 77,7
Dus een daling van de koopkracht van 22,3% (100% - 77,7% = 22,3%)
