Present simple

Present Simple
3.4 New York - Reading

Uitleg
Oefenen

Aan de slag in All Right
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Present Simple
3.4 New York - Reading

Uitleg
Oefenen

Aan de slag in All Right

Slide 1 - Diapositive

Present Simple
Je gebruikt de present simple bij
- feiten
- gewoontes
- Als iets regelmatig (niet gebeurd)

Slide 2 - Diapositive

Wanneer gebruik je de present simple NIET?
A
Bij simpele zinnen
B
Als iets een gewoonte is
C
Als iets een feit is
D
Als iets regelmatig (niet) gebeurd.

Slide 3 - Quiz

Present simple
He ..... (to call)
A
call
B
calls

Slide 4 - Quiz

Present simple
It ....... (to start) in 10 minutes.
A
start
B
starts

Slide 5 - Quiz

Present simple
I never ....... (to wear) this dress to school.
A
wear
B
wears

Slide 6 - Quiz

Present simple
We often ........... (to talk) about or holiday.
A
talk
B
talks

Slide 7 - Quiz

Uitzonderingen s-klank
Woorden met een s-klank krijgen een extra "E" erbij (bij he, she, it)

(kijken) I watch, she watches
(zoenen) We kiss, Tom kisses
(duwen) You push, The boy pushes
(regelen) They fix, The builder fixes

Slide 8 - Diapositive

Wat gebeurt er met werkwoorden die eindigen op een -s klank bij de onderwerpsvormen HE/SHE/IT
zoals KISS?

Slide 9 - Question ouverte

(to watch) present simple
We ..... a nice film.

Slide 10 - Question ouverte

(to teach) present simple
She ..... English.

Slide 11 - Question ouverte

(to kiss) present simple
She ..... her boyfriend.

Slide 12 - Question ouverte

Uitzonderingen Y
Woorden met een -y op het einde verander je 
in "IE" en dan een "S" erachter.  
(bij he, she, it)

(vliegen) I fly, she flies
(huilen) I cry, he cries
(proberen) I try, she tries
(dragen) I carry, it carries



Slide 13 - Diapositive

Hoe veranderen werkwoorden die op een -y klank eindigen zoals study?

Slide 14 - Question ouverte

(to carry) present simple
She ..... the books.

Slide 15 - Question ouverte

(to cry) present simple
The baby ..... .

Slide 16 - Question ouverte

Ik snap de present simple
A
helemaal
B
voor het grootste gedeelte
C
een beetje
D
helemaal niet

Slide 17 - Quiz

Jullie maken zelfstandig
3.4  New York - Reading
opd 1, 2, 3, 4 en 5

Slide 18 - Diapositive