Je klikt de eerste slide aan. Dat is degene waar "Dag iedereen!" opstaat.
Nadien werk je met de pijltjes rechts onderaan om verder te gaan volgens volgorde of om terug te gaan als je de tekst opnieuw wil lezen of een ander antwoord wil invullen.
Zie je rechts bovenaan in de slide dit: klik er dan op!
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs
Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
INSTRUCTIES
Je klikt de eerste slide aan. Dat is degene waar "Dag iedereen!" opstaat.
Nadien werk je met de pijltjes rechts onderaan om verder te gaan volgens volgorde of om terug te gaan als je de tekst opnieuw wil lezen of een ander antwoord wil invullen.
Zie je rechts bovenaan in de slide dit: klik er dan op!
Slide 1 - Diapositive
Dag iedereen!
De vakantie is gedaan en we moeten weer verder met de leerstof.
We gaan vandaag een lesje bekijken over diagrammen.
Oei, is dit de wiskundeles?
Nee hoor, je zit nog altijd in de les Nederlands! :)
Slide 2 - Diapositive
Wat is het doel van deze les?
* Je kan een diagram lezen.
* Je weet wat een diagram is.
* Je kan belangrijke informatie terugvinden in een tekst.
Slide 3 - Diapositive
Wat weet je nog over een diagram? Waar ben je dit al tegengekomen? Schrijf hieronder wat je er nog over weet!
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Vidéo
DIAGRAMMEN
Zoals je kan zien heb je heel veel soorten diagrammen.
Een diagram is een schema dat informatie over iets weergeeft in cijfers.
Slide 6 - Diapositive
Wat is belangrijk bij een diagram?
Titel = waarover zal ik informatie terugvinden
Procent (%) = hoeveel keer wordt dit toegepast
Legende = de kleurtjes rechts die aangeven over wat de procenten elk gaan
Slide 7 - Diapositive
Wat moet ik doen?
STAP 1 : Lees de tekst.
STAP 2: Bekijk het diagram.
STAP 3: Beantwoordt de vragen.
STAP 4: Vergelijk de tekst met het diagram.
TIP:
- Bekijk de titel héél goed!
Slide 8 - Diapositive
Waar vind ik de tekst of het diagram terug?
Kijk in je curcus van Nederlands op pagina 337!
Je hebt je boek niet nodig. Je kan alles in deze les terugvinden. Maar als je het toch moeilijk vindt, dan kan je de curcus erbij nemen!
Slide 9 - Diapositive
Weetje
Je kan (ook via je gsm) altijd teruggaan naar de slide waar de tekst of het diagram op staat. Dus vrees niet als je de tekst had gelezen, maar al een deel vergeten bent.
Je kan altijd teruggaan via de pijltjes zonder dat je je antwoorden kwijt raakt!
Slide 10 - Diapositive
Wat eet jij het liefst?
Ga naar de volgende slide en klik daar op de link. Je gaat hier deze vraag krijgen: "Wat eet jij graag?".
Je mag één of meerdere dingen kiezen. Vergeet daarna zeker niet op "submit" te klikken!
Ben je benieuwd wat de andere leerlingen van 1Ba+b hebben ingevuld? Vraag er dan naar in de groepschat op Instagram!
Slide 11 - Diapositive
https:
Slide 12 - Lien
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Van welk dier worden de eetgewoonten besproken?
Slide 15 - Question ouverte
Wat eet dat dier voor het grootste deel (= voornamelijk)? TIP: je kan extra uitleg vragen hieronder nadat je een antwoord hebt gegeven.
Slide 16 - Question ouverte
Vul de zin aan: Het dieet van de wolf bestaat voor .......... % uit wilde zwijnen.
Slide 17 - Question ouverte
Vul de zin aan: 3,9% op zijn menu bestaat uit ....................................... .
Slide 18 - Question ouverte
Welk antwoord is juist? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk! TIP: bedreiging is als er gevaar is.
A
Een grote bedreiging voor schapen en ander vee.
B
Bijna geen bedreiging voor schapen en ander vee.
C
Hij jaagt op dieren die door de mensen gehouden worden.
D
Hij jaagt NIET op dieren die door de mensen gehouden worden.
Slide 19 - Quiz
Waar kon je nu het snelst informatie terugvinden? De tekst of het diagram?
Slide 20 - Question ouverte
CONCLUSIE
In een diagram vind je sneller informatie terug, maar je vindt er niet alles in detail. Hiervoor heb je dus soms de tekst ook nodig!
Slide 21 - Diapositive
Oefenen maar!
Nu gaan jullie nog een oefening maken op een diagram lezen. Dit keer is het geen cirkeldiagram, maar een staafdiagram.
Bekijk het diagram en beantwoordt de vraagjes. Succes!
Waar vind ik dit terug? Kijk in je curcus op pagina 338.
Slide 22 - Diapositive
Staafdiagram
In dit soort diagram heb je ook een TITEL. Links zie je verticaal iets dat informatie weergeeft. Je ziet onderaan horizontaal ook iets dat informatie weergeeft. Dit staat vetgedrukt. Dit zijn de assen. Zo kan je zien dat er bijvoorbeeld in Maastricht 2 mm neerslag was op 14 september 2013.
Slide 23 - Diapositive
Meest populaire huisdieren
In deze staafdiagram zie je links verticaal hoeveel procent deze huisdieren genomen worden en onderaan horizontaal welke huisdieren er het meest genomen worden.
Vaak heeft deze diagram ook een legende (zeker als er met twee of meerdere kleuren gewerkt wordt).
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Welke informatie vind je op de horizontale as?
Slide 26 - Question ouverte
Welke informatie vind je op de verticale as?
Slide 27 - Question ouverte
Is de volgende uitspraak juist of fout?
In elke provincie is er in twee jaar tijd bos bij gekomen. TIP: is de rode lijn overal groter dan de blauwe?
A
JUIST
B
FOUT
Slide 28 - Quiz
Is de volgende uitspraak juist of fout?
De bosoppervlakte in Antwerpen is het minst gestegen (= omhoog gegaan).
A
JUIST
B
FOUT
Slide 29 - Quiz
Is de volgende uitspraak juist of fout?
In Vlaams-Brabant is er minder bos dan in Oost-Vlaanderen.
A
JUIST
B
FOUT
Slide 30 - Quiz
Wil je toch nog extra oefenen?
Als je denkt dat het toch nog moeilijk is voor jou of je wil graag nog extra oefenen dan kan je hier nog een extra oefening maken.
Deze is niet verplicht, maar kan wel handig zijn!
Je kan dit doen door pagina 339 te maken in je curcus (en hier een foto van te sturen naar mij) of door de oefeningen hieronder te maken.
Slide 31 - Diapositive
Lijndiagram
Hier zie je opnieuw een TITEL. Je hebt opnieuw twee assen. Eentje verticaal (naar boven toe) en eentje horizontaal (naar rechts toe). Je ziet verticaal hoeveel euro het zakgeld bedraagt. Je ziet horizontaal de leeftijd van de kinderen. Je hebt opnieuw een legende als er met meer dan één kleur gewerkt wordt. Hier kan je aflezen dat 12 jarigen 3.5 euro zakgeld krijgen. Je leest dus altijd eerst de horizontale as en dan ga je naar boven tot aan het bolletje en dan ga je naar links en lees je het af op de verticale as.
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
EVEN TER INFO
De grafiek gaat over de vergelijking tussen zomerdagen en vorstdagen.
Een zomerdag = een dag wanneer de temperatuur boven de 25 graden celcius zit.
Een vorstdag = een dag wanneer de temperatuur onder de 0 graden celcius zit.
Slide 34 - Diapositive
Waar zie je de jaartallen staan in de grafiek?
A
horizontaal (van links naar rechts)
B
verticaal (van onder naar boven)
C
diagonaal (schuin)
D
nergens
Slide 35 - Quiz
Waar zie je de dagen staan in de grafiek?
A
horizontaal (van links naar rechts)
B
verticaal (van onder naar boven)
C
diagonaal (schuin)
D
op de gekleurde lijnen
Slide 36 - Quiz
Hoeveel vorstdagen waren er in 2012?
Slide 37 - Question ouverte
In welk jaar waren er de meeste zomerse dagen?
Slide 38 - Question ouverte
In welk jaar lagen het aantal zomerse dagen en het aantal vorstdagen het dichtst bij elkaar?
Slide 39 - Question ouverte
Hoeveel dagen VERSCHIL was er in 2013 tussen de zomerse en de vorstdagen?