Meten = Weten

Grootheden en eenheden
Iets wat je kunt meten:   Grootheid

Voorbeelden van grootheden:
- lengte
- snelheid
- gewicht
- tijd
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
ScienceMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 29 min

Éléments de cette leçon

Grootheden en eenheden
Iets wat je kunt meten:   Grootheid

Voorbeelden van grootheden:
- lengte
- snelheid
- gewicht
- tijd

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grootheden en Eenheden
Grootheid
iets wat je kunt meten
Eenheid
waar je een grootheid in uitdrukt


Slide 2 - Diapositive

Iets wat je kunt meten, noem je een grootheid. Je kunt meten wat de afstand is die de slak in een bepaalde tijd aflegt.

Een getal alleen is niet genoeg om duidelijk te maken wat je bedoelt. De afstand is hier aangegeven in centimeter. Dit noem je de eenheid.


Eenheden afstand
Als je bijvoorbeeld 4,5 cm ziet staan dan is dit een afstand.

Er staat geen getalletje bij cm staan dus je vermenigvuldigd of deelt door 10. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

omrekenen tijden
     :60 ---->
seconden                   minuten
    <---- x60

     :60 ---->
minuten                        uren
       <---- x60

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omrekenen tijd

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meter is een eenheid van afstand, noem er nog eens drie. 
Apart invoeren!
Eenheden van afstand

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Afstand omrekenen
Kies de goede volgorde van de eenheden van afstand.
A
mm - cm - km - m - hm
B
mm - cm - m - km - hm
C
km - hm - m -cm -mm
D
km - cm - hm - cm - mm

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Omrekenen van eenheden
Hoeveel meter zit er in een hectometer?
A
10
B
20
C
100
D
200

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kan ik 3 km (kilometer) omrekenen naar m (meters)?
A
3 km x 3 = 9 meter
B
3 km : 1000 = 0,003 meter
C
3 km x 10 = 30 meter
D
3 km x 1000 = 3000 meter

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de omrekening van 5 hectometer naar meter?
A
500 meter
B
400 meter
C
600 meter
D
300 meter

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

omrekenen
43 kilometer= ......... meter
A
4300
B
4,3
C
43000
D
430

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke afstanden zijn mogelijk voor de afstand naar Kamerik?
A
2650 meter
B
2030 meter
C
1250 meter
D
1988 meter

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel minuten en seconden zitten er in 150 seconden?
A
precies 3 minuten
B
3 minuten en 30 seconden
C
2 minuten en 20 seconden
D
2 minuten en 30 seconden

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Seconden is een ... ?
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel milli seconden zitten er in één seconde
A
10
B
100
C
1000
D
60

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

109 seconden = ..... minuten en ....... seconden
A
2 minuten en 49 seconden
B
1 minuut en 9 seconden
C
1 minuut en 49 seconden
D
2 minuten en 9 seonden

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

176 seconden =
....... minuten .....seconden
A
17 minuten en 6 seconden
B
1 minuut en 106 seconden
C
1 minuut en 76 seconden
D
2 minuten en 56 seconden

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

In de tuin komt een zwembad.
Het zwembad is 10 meter lang, 3,5 meter breed en 20 dm diep.
Het wordt voor 7/8 deel met water gevuld.
Hoeveel liter water gaat er in het zwembad?
(gebruik de formule: Volume = lengte x breedte x hoogte)

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions