P3-les6-Sociale en politieke instituties

Wat weten we nog van de vorige keer?
Wat is het verschil tussen formele en informele groepen?


Op welke manieren kunnen mensen 
niet langer bij een groep horen?


1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat weten we nog van de vorige keer?
Wat is het verschil tussen formele en informele groepen?


Op welke manieren kunnen mensen 
niet langer bij een groep horen?


Slide 1 - Diapositive

Wat willen we vandaag bereiken?
- Je maakt kennis met sociale en politieke instituties.
- Je snapt het verschil tussen sociale en politieke instituties.

Slide 2 - Diapositive

KERNCONCEPT Sociale institutie (1)
Een                  van min of meer geformaliseerde            die het                van mensen en hun onderlinge  reguleren.
        complex
          regels
         gedrag 
         relaties

Slide 3 - Question de remorquage

Sociale institutie
Een complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren.

Deze regels maken het gedrag 
van mensen voorspelbaar.

Voorbeelden van sociale instituties zijn 
de familie, de taal en het huwelijk. 

Instituties zijn van belang voor de overdracht en verwerving 
van waarden en normen en dragen bij aan de sociale cohesie in een samenleving. 

Slide 4 - Diapositive

Kenmerken sociale institutie
- Ze bestaan vaak heel lang en veranderen niet zomaar.
- Ze zijn stabiel, maar langzaam kunnen ze wel veranderen in de loop der jaren.
- Ze zijn niet alleen gebaseerd op dwingende macht, maar berusten vaak op
gezag.

Slide 5 - Diapositive

KERNCONCEPT Politieke institutie (1)
Een                  van min of meer geformaliseerde            die het                van mensen en hun onderlinge        rond politieke machtsuitoefening en politieke                                                reguleren.
        complex
          regels
         gedrag 
         relaties
  besluitvorming

Slide 6 - Question de remorquage

Politieke institutie
Complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties rond politieke machtsuitoefening en politieke besluitvorming reguleren.

Voorbeelden van politieke instituties zijn de rechtsstaat, de grondwet, het kiesstelsel en de onafhankelijke rechterlijke macht. 

Slide 7 - Diapositive

Maak vraag 1 t/m 4 eerst individueel en schrijf je antwoorden op.(10 minuten)

1a) Verander de definitie van sociale institutie in eigen, makkelijkere woorden (zie placemat).
1b) Verander de definitie van politieke institutie in eigen, makkelijkere woorden (zie placemat).

2a) Wat is nou precies het verschil tussen sociale en politieke instituties?
2b) Bedenk een voorbeeld van een institutie die zowel sociaal als politiek is.

3a) Bedenk een voorbeeld van een sociale institutie op het Corlaer College. 
3b) Bedenk een voorbeeld van een politieke institutie op het Corlaer College.

4a) Bedenk een voorbeeld van een sociale institutie bij jou thuis.  
4b) Bedenk een voorbeeld van een politieke institutie bij jou thuis. 

Slide 8 - Diapositive

Bespreek vraag 1 t/m 4 met je buurman/buurvrouw. 
Welke verschillen zijn er tussen jullie en hoe komt dat? (5 min.)

1a) Verander de definitie van sociale institutie in eigen, makkelijkere woorden (zie placemat).
1b) Verander de definitie van politieke institutie in eigen, makkelijkere woorden (zie placemat).

2a) Wat is nou precies het verschil tussen sociale en politieke instituties?
2b) Bedenk een voorbeeld van een institutie die zowel sociaal als politiek is.

3a) Bedenk een voorbeeld van een sociale institutie op het Corlaer College. 
3b) Bedenk een voorbeeld van een politieke institutie op het Corlaer College.

4a) Bedenk een voorbeeld van een sociale institutie bij jou thuis.  
4b) Bedenk een voorbeeld van een politieke institutie bij jou thuis. 


Slide 9 - Diapositive

Sociale institutie
Politieke institutie
Socialisatie
Politieke socialisatie
Proces van overdracht en verwerving van cultuur
Proces van politieke overdracht en verwerving van cultuur
Regels over hoe mensen met elkaar omgaan.
Regels over hoe macht verdeeld en uitgeoefend wordt.

Slide 10 - Question de remorquage

KERNCONCEPT Sociale institutie (2)

Een (1) van min of meer geformaliseerde (2) die het
(3) van mensen en hun onderlinge (4) reguleren.

Slide 11 - Question ouverte

KERNCONCEPT Groepsvorming (2)

(1) die tussen meer dan twee (2) tot stand komen, doordat ze elkaar (3) en gemeenschappelijke (4) ontwikkelen.

Slide 12 - Question ouverte

Affectieve bindingen
Cognitieve bindingen
Economische bindingen
Politieke bindingen
Afhankelijkheden die te maken hebben met de verdeling van macht en collectieve goederen.
Afhankelijkheden die te maken hebben met positieve en
negatieve gevoelens van mensen voor elkaar.
Afhankelijkheden die te maken hebben met de productie
en distributie van schaarse goederen
Afhankelijkheden die te maken hebben met het feit dat
mensen van en aan elkaar leren.

Slide 13 - Question de remorquage