BS 8 aanpassing bij planten hoofdstuk ecologie

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Planning

Herhaling

Leerdoel

Theorie

Filmpje

Oefenen

vorige basisstof nakijken 

Afsluiten

Welke dieren hebben de meest gestroomlijnde lichaamsvorm?

1. Landdieren
2. Waterdieren

Een voorbeeld van een topganger is...

1. Een kat
2. Een beer
3. Een paard
4. Een mens

In welk deel van de kringloop van fotosynthese en verbranding horen de deelnemers van de voedselkringloop?

fotosynthese

verbranding

producent

consument

afvaleter

reducent

Ecologie

BS 8 Aanpassingen bij planten

Leerdoelen deze les:

-Je moet bij planten aanpassingen aan hun omgeving kunnen beschrijven. 

Aanpassingen van planten

Planten hebben zich in de loop van tijd aangepast aan hun omgeving zodat ze de grootste overlevingskans hebben.

We gaan nu kijken naar aanpassingen t.a.v. temperatuur, licht, vochtigheid.

Hoe zijn planten aangepast?

Woestijnplanten hebben lange wortels, onder de grond vinden ze water.

Woestijnplanten hebben aanpassingen zodat ze zo weinig mogelijk water verdampen. 

• Kleine bladeren
• Waslaagje op de bladeren
• Haren of stekels tegen de zon

Planten in droog milieu

- Weinig huidmondjes

- Huidmondjes aan onderkant blad

- Diep verzonken huidmondjes

- Dikke waslaag op de bladeren

- Behaarde bladeren

- Kleine dikke bladeren of stekels

- Soms wateropslag in stengel

- Sterk ontwikkeld wortelstelsel

Aanpassingen bij waterplanten

• Drijvende planten hebben huidmondjes aan de bovenkant
• Ondergedoken bladeren hebben geen huidmondjes
• Stengels zijn slap
• Stengels kunnen luchtkanalen bevatten

Aanpassingen bij planten

Kou
-Boven de grond afsterven en wortel met reserve voedsel (bollen, paardebloem etc).

-Bladeren laten vallen

 

Rozetvormende planten

Twee- of meerjarige planten 
Kan overleven onder de sneeuw 

Hoeveelheid licht 

Zonneplanten ; Groeien bij veel licht 

Schaduwplanten ; Groeien het best bij weinig licht

Voorjaarsbloeiers ; schaduwplanten die vroeg bloeien

In een vochtig milieu hebben planten

1. grote bladeren, klein wortelstelsel
2. kleine dikke bladeren, een groot wortelstelsel

Schaduwplanten hebben:

1. dikke bladeren
2. bladeren met een waslaag
3. dunne bladeren

Aan de slag

Leerdoelen

-Je moet bij planten aanpassingen aan de omgeving kunnen beschrijven.

Kun je bereiken door:

 -Te lezen / bestuderen de tekst van Basisstof 

-Te maken: Basisstof 9 opdr 30 

Zonplanten hebben weinig licht nodig

1. Juist
2. Onjuist

Schaduwplanten komen voor als bodembedekking

1. Juist
2. Onjuist

Waarom bloeien sommige schaduwplanten in het voorjaar?

1. omdat het dan lekker warm is
2. Omdat de bomen nog niet vol blaadjes zitten waardoor er nog genoeg zon is
3. Iedere plant bloeit in het voorjaar

Wat is geen aanpassing voor planten om fotosynthese uit te kunnen voeren?

1. waterplanten groeien in de bovenste waterlaag
2. waterplanten hebben een wortel
3. Waterplanten hebben bladgroenkorrels

0

https:

https:

Tot de volgende keer.

Blijf bij met je werk dus zorg er voor dat de opdrachten voor de volgende les af zijn.

Je kunt deze les terugvinden in lessonup bij je klas.

huiswerk:

Opdracht 27 t/m 29 maken

Vergeet niet om na te kijken