Statistiek, afsluitende les; theorie SO en PW

Turven
Turftabel
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Turven
Turftabel

Slide 1 - Diapositive

Turftabel maken.

Voor een proefwerk worden de volgende cijfers gehaald:

7-6-7-10-4-7-6-7-5-4-6-6-8-6-5-8-9-6-5-5-4-7-8-5-7-8-6-9


- maak een turftabel

- welk cijfer komt het meeste voor

- 3 leerlingen hebben de toets ingehaald, ze haalden een 5-8-4, teken de cijfers erbij in de turftabel

Slide 2 - Diapositive

Gemiddelde

-welk cijfer komt het meeste voor?

-extra cijfers: 5-8-4

Slide 3 - Diapositive

Op welke dag worden de meeste posters verkocht?
A
woensdag
B
vrijdag
C
zaterdag
D
maandag

Slide 4 - Quiz

Maak een tabel bij het beelddiagram

Slide 5 - Diapositive

vervoersmiddelen I auto I bus I vliegtuig I fiets

aantal                        I 175    I 50   I     100        I 50

Vervoersmiddelen

Slide 6 - Diapositive

Staafdiagram tekenen

Tijdens een filmavond kunnen de leerlingen kiezen uit vijf soorten films.Hieronder staan  de gemaakte keuzes. Verwerk de gegevens in de staafdiagram.

misdaadthriller:42                  tekenfilm: 18

sciencefiction:28

horrorthriller:34

komedie:22


Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

De bibliotheek houdt per jaar bij hoeveel boeken er worden uitgeleend.

2010=> 10000

2011 => 13000

2012=>  9000

2013=>   4000

2014=>  9000

2015=> 11000

Teken het lijndiagram bij deze gegevens.


Slide 9 - Diapositive

Opdracht
Tekst

Slide 10 - Diapositive


Er zijn in 2013 in totaal 240000 fietsen verkocht in Nederland.

In het cirkeldiagram zie je wat voor soort fietsen.

a. Hoeveel kinderfietsen zijn er verkocht in NL in 2013?

b. Hoeveel stadsfietsen zijn er verkocht in NL in 2013?

c. Hoeveel hybride fietsen zijn er verkocht in NL in 2013?

Slide 11 - Diapositive

240000 I ................I..................     Er zijn in NL in 2013............. 

     100%  I     1%    I     15%           kinderfietsen verkocht.

Er zijn in 2013 in totaal 240000 fietsen verkocht in Nederland.

In het cirkeldiagram zie je wat voor soort fietsen.

a. Hoeveel kinderfietsen zijn er verkocht in NL in 2013?


kinderfietsen:

- geel

- 15%

- 100%= 240000

Slide 12 - Diapositive

240000 I 2400    I36000    Er zijn in NL in 2013  36000

     100%  I     1%    I     15%           kinderfietsen verkocht.

Er zijn in 2013 in totaal 240000 fietsen verkocht in Nederland.

In het cirkeldiagram zie je wat voor soort fietsen.

a. Hoeveel kinderfietsen zijn er verkocht in NL in 2013?


kinderfietsen:

- geel

- 15%

- 100%= 240000

Slide 13 - Diapositive


Er zijn in 2013 in totaal 240000 fietsen verkocht in Nederland.

In het cirkeldiagram zie je wat voor soort fietsen.


b. Hoeveel stadsfietsen zijn er verkocht in NL in 2013?



stadsfietsen:

- groen

- 16

- 100%= 240000

Slide 14 - Diapositive

240000 I ................I..................     Er zijn in NL in 2013............. 

     100%  I     1%    I     16%           stadsfietsen verkocht.

Er zijn in 2013 in totaal 240000 fietsen verkocht in Nederland.

In het cirkeldiagram zie je wat voor soort fietsen.

b. Hoeveel stadsfietsen zijn er verkocht in NL in 2013?


stadsfietsen:

- groen

- 16%

- 100%= 240000

Slide 15 - Diapositive

240000 I 2400    I 38400     Er zijn in NL in 2013 38400 

     100%  I     1%    I     16%           stadsfietsen verkocht.

Er zijn in 2013 in totaal 240000 fietsen verkocht in Nederland.

In het cirkeldiagram zie je wat voor soort fietsen.

b. Hoeveel stadsfietsen zijn er verkocht in NL in 2013?


stadsfietsen:

- groen

- 16%

- 100%= 240000

Slide 16 - Diapositive

240000 I ................I..................     Er zijn in NL in 2013............. 

     100%  I     1%    I     31%           hybride fietsen verkocht.

Er zijn in 2013 in totaal 240000 fietsen verkocht in Nederland.

In het cirkeldiagram zie je wat voor soort fietsen.

c. Hoeveel hybride fietsen zijn er verkocht in NL in 2013?


hybride fietsen:

- rood

- 31%

- 100%= 240000

Slide 17 - Diapositive

240000 I  2400   I 74400     Er zijn in NL in 2013  74400

     100%  I     1%    I     31%           hybride fietsen verkocht.

Er zijn in 2013 in totaal 240000 fietsen verkocht in Nederland.

In het cirkeldiagram zie je wat voor soort fietsen.

c. Hoeveel hybride fietsen zijn er verkocht in NL in 2013?


hybride fietsen:

- rood

- 31%

- 100%= 240000

Slide 18 - Diapositive

Karin kijkt op welke VO scholen in Drente  een gezonde maaltijd gekocht kan worden in de kantine.

gezonde maaltijd   mogelijk   niet mogelijk  onbekend   totaal 

aantal                                  25                 20                           5                        

percentage                                                                                                       

hoek                                                                                                                        


Vul de tabel verder in.    

Slide 19 - Diapositive

Karin kijkt op welke VO scholen in Drente  een gezonde maaltijd gekocht kan worden in de kantine.

gezonde maaltijd   mogelijk   niet mogelijk  onbekend   totaal 

aantal                                  25                 20                         5               50   

percentage                    50%                40%                    10%        100%  

hoek                                   180                144                        36           360   


    Teken het cirkel diagram.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Centrummaten

Voor een proefwerk worden de volgende cijfers gehaald:

7-6-7-10-4-7-6-7-5-4-6-6-8-6-5-8-9-6-5-5-4-7-8-5-7-8-6-9


Bereken het gemiddelde cijfer.

Slide 22 - Diapositive

Centrummaten

Voor een proefwerk worden de volgende cijfers gehaald:

7+6+7+1+4+7+6+7+5+4+6+6+8+6+5+8+9+6+5+5+4+7+8+5+7+8+6+9=.......

antwoord delen door het aantal cijfers.


Bereken het gemiddelde cijfer.


antwoord delen door 28

gemiddelde= 172: 28 => 6,14 => 6,1

Slide 23 - Diapositive

Centrummaten

Voor een proefwerk worden de volgende cijfers gehaald:

7-6-7-10-4-7-6-7-5-4-6-6-8-6-5-8-9-6-5-5-4-7-8-5-7-8-6-9


Bij het bepalen van de mediaan en modus is het belangrijk dat de cijfers op volgorde staan vanklein naar groot.


4-4-4-5-5-5-5-5-6-6-6-6-6-6-6-7-7-7-7-7-7-8-8-8-8-9-9-10

Slide 24 - Diapositive

4-4-4-5-5-5-5-5-6-6-6-6-6-6-6-7-7-7-7-7-7-8-8-8-8-9-9-10

Wat is de mediaan?

Mediaan=

(6+6):2=6

Slide 25 - Diapositive

4-4-4-5-5-5-5-5-6-6-6-6-6-6-6-7-7-7-7-7-7-8-8-8-8-9-9-10

Wat is de modus?

Het cijfer dat het meest voorkomt in de rij is de modus.

Slide 26 - Diapositive

4-4-4-5-5-5-5-5-6-6-6-6-6-6-6-7-7-7-7-7-7-8-8-8-8-9-9-10

Wat is de modus?

Het cijfer dat het meest voorkomt in de rij is de modus;

de modus is  6.

Slide 27 - Diapositive

Een gemiddelde van cijfers die niet even zwaar meetellen is een gewogen gemiddelde. 

 Kijk dus goed hoe vaak een cijfer meetelt.



Gewogen gemiddelde.

Slide 28 - Diapositive

Cijfers 2BK4


cijfer          I  5,5 I 6,9 I 7,5 I 6  

aantal lln  I   2   I  7   I  5   I  4

a: wat is het gemiddelde cijfer van de klas?

b: welk cijfer is de modus?

Slide 29 - Diapositive

cijfer          I  5,5 I 6,9 I 7,5 I 6  

aantal lln  I   2   I  7   I  5   I  4

a: wat is het gemiddelde cijfer van de klas?

2x5,5= 11   7X6,9=48,3   5x7,5=37,5    4x6=24

11+48,3+37,5+24= 120,8

120,8: aantal leerlingen

120,8: 18= 6,7   Het gemiddelde cijfer is een 6,7.

b: welk cijfer is de modus? Welk cijfer komt het meest voor? Het cijfer 6,9 is de modus; dit cijfer komt het meest voor.

Slide 30 - Diapositive

In de grijze "Steel" staan de tientallen.

In de witte "bladeren" staan de eenheden.


- hoeveel lln hebben meegedaan?

- wat is het verschil tussen de hoogste en laagste polsslag?

Slide 31 - Diapositive

In de grijze "Steel" staan de tientallen.

In de witte "bladeren" staan de eenheden.

- hoeveel lln hebben meegedaan? 17

- wat is het verschil tussen de hoogste en laagste polsslag?

95-50= 45

Slide 32 - Diapositive

In de grijze "Steel" staan de tientallen.

In de witte "bladeren" staan de eenheden.

- welke "voor" polsslag komt het meeste voor?

-Welke "na" polsslag is het hoogst?

Slide 33 - Diapositive

In de grijze "Steel" staan de tientallen.

In de witte "bladeren" staan de eenheden.

- welke "voor" polsslag komt het meeste voor?

60 (2x) en 66 (2x)

-Welke "na" polsslag is het hoogst?

95

Slide 34 - Diapositive

Beste toppers van 2BK4!

Veel succes bij het voorbereiden van het SO voor Wiskunde.

Lees de theorie goed door, oefen nog wat sommen en....

gebruik deze lesson up bij het voorbereiden!!!


Kijk goed in magister wat je allemaal mee

moet nemen voor het SO!

Slide 35 - Diapositive