Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.
Voor een proefwerk worden de volgende cijfers gehaald:
7-6-7-10-4-7-6-7-5-4-6-6-8-6-5-8-9-6-5-5-4-7-8-5-7-8-6-9
- maak een turftabel
- welk cijfer komt het meeste voor
- 3 leerlingen hebben de toets ingehaald, ze haalden een 5-8-4, teken de cijfers erbij in de turftabel
-welk cijfer komt het meeste voor?
-extra cijfers: 5-8-4
vervoersmiddelen I auto I bus I vliegtuig I fiets
aantal I 175 I 50 I 100 I 50
Tijdens een filmavond kunnen de leerlingen kiezen uit vijf soorten films.Hieronder staan de gemaakte keuzes. Verwerk de gegevens in de staafdiagram.
misdaadthriller:42 tekenfilm: 18
sciencefiction:28
horrorthriller:34
komedie:22
2010=> 10000
2011 => 13000
2012=> 9000
2013=> 4000
2014=> 9000
2015=> 11000
Teken het lijndiagram bij deze gegevens.
Er zijn in 2013 in totaal 240000 fietsen verkocht in Nederland.
In het cirkeldiagram zie je wat voor soort fietsen.
a. Hoeveel kinderfietsen zijn er verkocht in NL in 2013?
b. Hoeveel stadsfietsen zijn er verkocht in NL in 2013?
c. Hoeveel hybride fietsen zijn er verkocht in NL in 2013?
240000 I ................I.................. Er zijn in NL in 2013.............
100% I 1% I 15% kinderfietsen verkocht.
Er zijn in 2013 in totaal 240000 fietsen verkocht in Nederland.
In het cirkeldiagram zie je wat voor soort fietsen.
a. Hoeveel kinderfietsen zijn er verkocht in NL in 2013?
kinderfietsen:
- geel
- 15%
- 100%= 240000
240000 I 2400 I36000 Er zijn in NL in 2013 36000
100% I 1% I 15% kinderfietsen verkocht.
Er zijn in 2013 in totaal 240000 fietsen verkocht in Nederland.
In het cirkeldiagram zie je wat voor soort fietsen.
a. Hoeveel kinderfietsen zijn er verkocht in NL in 2013?
kinderfietsen:
- geel
- 15%
- 100%= 240000
Er zijn in 2013 in totaal 240000 fietsen verkocht in Nederland.
In het cirkeldiagram zie je wat voor soort fietsen.
b. Hoeveel stadsfietsen zijn er verkocht in NL in 2013?
stadsfietsen:
- groen
- 16
- 100%= 240000
240000 I ................I.................. Er zijn in NL in 2013.............
100% I 1% I 16% stadsfietsen verkocht.
Er zijn in 2013 in totaal 240000 fietsen verkocht in Nederland.
In het cirkeldiagram zie je wat voor soort fietsen.
b. Hoeveel stadsfietsen zijn er verkocht in NL in 2013?
stadsfietsen:
- groen
- 16%
- 100%= 240000
240000 I 2400 I 38400 Er zijn in NL in 2013 38400
100% I 1% I 16% stadsfietsen verkocht.
Er zijn in 2013 in totaal 240000 fietsen verkocht in Nederland.
In het cirkeldiagram zie je wat voor soort fietsen.
b. Hoeveel stadsfietsen zijn er verkocht in NL in 2013?
stadsfietsen:
- groen
- 16%
- 100%= 240000
240000 I ................I.................. Er zijn in NL in 2013.............
100% I 1% I 31% hybride fietsen verkocht.
Er zijn in 2013 in totaal 240000 fietsen verkocht in Nederland.
In het cirkeldiagram zie je wat voor soort fietsen.
c. Hoeveel hybride fietsen zijn er verkocht in NL in 2013?
hybride fietsen:
- rood
- 31%
- 100%= 240000
240000 I 2400 I 74400 Er zijn in NL in 2013 74400
100% I 1% I 31% hybride fietsen verkocht.
Er zijn in 2013 in totaal 240000 fietsen verkocht in Nederland.
In het cirkeldiagram zie je wat voor soort fietsen.
c. Hoeveel hybride fietsen zijn er verkocht in NL in 2013?
hybride fietsen:
- rood
- 31%
- 100%= 240000
gezonde maaltijd mogelijk niet mogelijk onbekend totaal
aantal 25 20 5
percentage
hoek
Vul de tabel verder in.
gezonde maaltijd mogelijk niet mogelijk onbekend totaal
aantal 25 20 5 50
percentage 50% 40% 10% 100%
hoek 180 144 36 360
Teken het cirkel diagram.
Voor een proefwerk worden de volgende cijfers gehaald:
7-6-7-10-4-7-6-7-5-4-6-6-8-6-5-8-9-6-5-5-4-7-8-5-7-8-6-9
Bereken het gemiddelde cijfer.
Voor een proefwerk worden de volgende cijfers gehaald:
7+6+7+1+4+7+6+7+5+4+6+6+8+6+5+8+9+6+5+5+4+7+8+5+7+8+6+9=.......
antwoord delen door het aantal cijfers.
Bereken het gemiddelde cijfer.
antwoord delen door 28
gemiddelde= 172: 28 => 6,14 => 6,1
Voor een proefwerk worden de volgende cijfers gehaald:
7-6-7-10-4-7-6-7-5-4-6-6-8-6-5-8-9-6-5-5-4-7-8-5-7-8-6-9
Bij het bepalen van de mediaan en modus is het belangrijk dat de cijfers op volgorde staan vanklein naar groot.
4-4-4-5-5-5-5-5-6-6-6-6-6-6-6-7-7-7-7-7-7-8-8-8-8-9-9-10
4-4-4-5-5-5-5-5-6-6-6-6-6-6-6-7-7-7-7-7-7-8-8-8-8-9-9-10
Wat is de mediaan?
Mediaan=
(6+6):2=6
4-4-4-5-5-5-5-5-6-6-6-6-6-6-6-7-7-7-7-7-7-8-8-8-8-9-9-10
Wat is de modus?
4-4-4-5-5-5-5-5-6-6-6-6-6-6-6-7-7-7-7-7-7-8-8-8-8-9-9-10
Wat is de modus?
Het cijfer dat het meest voorkomt in de rij is de modus;
de modus is 6.
Cijfers 2BK4
cijfer I 5,5 I 6,9 I 7,5 I 6
aantal lln I 2 I 7 I 5 I 4
a: wat is het gemiddelde cijfer van de klas?
b: welk cijfer is de modus?
cijfer I 5,5 I 6,9 I 7,5 I 6
aantal lln I 2 I 7 I 5 I 4
a: wat is het gemiddelde cijfer van de klas?
2x5,5= 11 7X6,9=48,3 5x7,5=37,5 4x6=24
11+48,3+37,5+24= 120,8
120,8: aantal leerlingen
120,8: 18= 6,7 Het gemiddelde cijfer is een 6,7.
b: welk cijfer is de modus? Welk cijfer komt het meest voor? Het cijfer 6,9 is de modus; dit cijfer komt het meest voor.
In de grijze "Steel" staan de tientallen.
In de witte "bladeren" staan de eenheden.
- hoeveel lln hebben meegedaan?
- wat is het verschil tussen de hoogste en laagste polsslag?
In de grijze "Steel" staan de tientallen.
In de witte "bladeren" staan de eenheden.
- hoeveel lln hebben meegedaan? 17
- wat is het verschil tussen de hoogste en laagste polsslag?
95-50= 45
In de grijze "Steel" staan de tientallen.
In de witte "bladeren" staan de eenheden.
- welke "voor" polsslag komt het meeste voor?
-Welke "na" polsslag is het hoogst?
In de grijze "Steel" staan de tientallen.
In de witte "bladeren" staan de eenheden.
- welke "voor" polsslag komt het meeste voor?
60 (2x) en 66 (2x)
-Welke "na" polsslag is het hoogst?
95
Veel succes bij het voorbereiden van het SO voor Wiskunde.
Lees de theorie goed door, oefen nog wat sommen en....
gebruik deze lesson up bij het voorbereiden!!!
Kijk goed in magister wat je allemaal mee
moet nemen voor het SO!