het werkwoord 'werden' in de t.t. deel 1

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Kies de juiste vorm van "werden":
Meine Schwester ... fünfzehn Jahre alt.
A
werd
B
werdet
C
wirst
D
wird

Slide 6 - Quiz

Werkwoorden "werden".
Peter und Paul, ihr ........ noch von mir hören!
A
werden
B
werdet
C
werdt
D
wirdet

Slide 7 - Quiz

Paul, wann ...... du mal uns besuchen?
A
werdst
B
werst
C
wirst
D
werdest

Slide 8 - Quiz

Heinz und Hermann ...... morgen kommen.
A
werden
B
werdet
C
wurden
D
wirden

Slide 9 - Quiz

Wir ....... das schaffen.
A
wirden
B
wurden
C
werden
D
worden

Slide 10 - Quiz

Zum Schluss
het werkwoord werden heeft 2 betekenissen:
zullen (iets in de toekomst)
&
worden

Slide 11 - Diapositive

Ik kan het werkwoord ''werden'' vervoegen en ken de betekenissen
ja, ik kan beide
ik kan het bijna, nog even oefenen
ik begrijp het niet en heb extra uitleg nodig

Slide 12 - Sondage