dichtheid

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

vandaag
-test jezelf maken
-herhaling massa en volume
-uitleg H2.4     Dichtheid
-sommen maken dichtheid
-proefje dichtheid
-huiswerk maken  H2.4 vraag 1 t/m 13  en    SO van hoofdstuk 2

Slide 2 - Diapositive

test jezelf 
-maken test jezelf H2.3


-maken vragen H2.3 (als je die nog niet af hebt)
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

massa
  • wat is dat ook alweer?
  • Met een weegschaal kun je de massa van een voorwerp bepalen.
  • in gram of kilogram

Slide 4 - Diapositive

volume
  • wat is dat ook alweer?
  •  hoeveel ruimte een stof inneemt
  • hoe meten we dat?
  • volume = lengte x breedte x hoogte                                  of:
  • onderdompelmethode: volume=eindstand-beginstand
  • eenheid van volume=mL of L, maar ook cm3 of dm3

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Vidéo

dichtheid
  • wat is dat?
  • een stofeigenschap  (iets met massa van een stof??)
  • een eerlijke manier van meten tussen 2 verschillend stoffen
  • de massa van een blokje van  1cm x 1cm x 1cm
  • formule:         dichtheid = massa / volume
  • eenheid van dichtheid =  g / cm3

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

vragen maken
maak  H2.4  vraag 1 t/m 8
timer
10:00

Slide 13 - Diapositive

oefening dichtheid bepalen
  • stel je hebt een blokje van 8 cm3
  • stel de massa = 21,6 g
  • wat is de dichtheid?
  • formule: dichtheid = massa/volume
  • dichtheid = 21.6 / 8
  • dichtheid = 2,7  g/cm3
  • zoek op in tabel ===> aluminium



8 cm3
21,6 g
massa
volume

Slide 14 - Diapositive

oefening dichtheid bepalen met onderdompelmethode
  • volume = eindstand -beginstand
  • volume = 26-22       
  • volume = 4 ml of 4 cm3
  • massa = 10,8 g
  • dichtheid = massa / volume
  • dichtheid = 10,8 / 4
  • dichtheid = 2,7 g/cm3
10,8 g

Slide 15 - Diapositive

                                                                dichtheid


                                                      = dichtheid

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

vragen maken
maak H2.4 vraag 9 en 10
timer
5:00

Slide 18 - Diapositive

proef 7 

massa bepalen met weegschaal
(g of mg)




volume = lengte x breedte x hoogte               volume = eindstand - beginstand 
                                                                    ( cm3 of ml )
                                                                                       

Slide 19 - Diapositive

vragen maken (huiswerk)
maak H2.4  vraag 1 t/m 13

Slide 20 - Diapositive

Wat is een zuivere stof
A
glas melk
B
kop koffie
C
pot suiker

Slide 21 - Quiz

Als de stof niet oplost , hoe noem je het dan
A
Oplossing
B
suspensie

Slide 22 - Quiz

Waarvoor gebruik je de weegschaal?
En de maatcilinder?
A
weegschaal: volume maatcilinder: massa
B
weegschaal: massa maatcilinder: volume
C
weegschaal: massa maatcilinder: gewicht
D
weegschaal: gewicht maatcilinder: massa

Slide 23 - Quiz

Hoe reken je het volume uit met de onderdompelmethode?
A
eindstand + beginstand
B
eindstand - beginstand
C
beginstand - eindstand

Slide 24 - Quiz

Rob bepaalt het volume van een schaakstuk met de onderdompelmethode (zie afbeelding). Wat is het volume van dit schaakstuk?
A
5,1 cm³
B
6 cm³
C
10 cm³
D
16 cm³

Slide 25 - Quiz

Welke grootheden worden gebruikt om Dichtheid te berekenen?
A
Massa & Volume
B
Kracht & Oppervlakte
C
Temperatuur en Druk

Slide 26 - Quiz

Dichtheid is een stofeigenschap ...
A
van alle stoffen die bestaan
B
die je kunt berekenen als je massa en volume weet
C
weergegeven in de massa van 1cm³ van een stof
D
Zowel A, B als C

Slide 27 - Quiz

Wat is de formule voor het berekenen van de dichtheid?
A
Massa x Volume
B
Volume : massa
C
Massa : volume

Slide 28 - Quiz

Mijn blokje heeft een massa van 10 gram en een volume van 3 cm3. Hoe bereken ik de dichtheid?
A
Dichtheid = 10 g/3 cm3
B
Dichtheid = 3 cm3 / 10 g

Slide 29 - Quiz

Wat zijn Massa, Volume en Dichtheid?
A
Gewoon wat woorden
B
Dat zijn grootheden
C
Dat zijn eenheden
D
Zowel A, B als C

Slide 30 - Quiz

Welke eenheden horen bij Volume, Massa en Dichtheid?
A
cm³ of mL , gram of kg en gram/cm³
B
cm³ of mL , gram of kg en cm³/gram
C
dB, kg en gram/cm³
D
cm³ of mL, ton en ton/kg

Slide 31 - Quiz