7.1 Import of export?

Welkom!
H7: Import & Export
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
H7: Import & Export

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een product wat in Nederland gemaakt wordt

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een product dat in het buitenland gemaakt wordt

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Internationale handel
Wereldwijde handel, producten uit andere landen kopen.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Import en Export

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Export
  • Uitvoer
  • Goederen / diensten naar het buitenland
  • Geld komt naar ons land

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom exporteren?
Export neemt toe -> productie neemt toe -> werkgelegenheid neemt toe.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent export?
A
Verkoop van goederen aan het buitenland
B
Verkoop van goederen in het binnenland
C
Inkoop van goederen in het buitenland
D
Inkoop van goederen in het binnenland

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Import
  • Invoer
  • Waarom importeren we?
    - Goedkoper
    - Kwaliteit
    - Grondstoffen
    - Klimaat
    - Meer keuze 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kies uit import of export
export
import
De kaasfabriek verkoopt kaas aan een Duits bedrijf.
De Jumbo koopt chocolade uit Oostenrijk 
Albert Heijn koopt sperziebonen uit Egypte
Een Duitser koopt een gloednieuwe fiets uit Nederland

Slide 10 - Question de remorquage

3 goed = 2 punten
2 goed = 1 punt
1 goed = 0 punten
Wat zijn voordelen van import voor de consument?
A
Meer concurrentie, dus goedkopere producten.
B
Minder concurrentie, dus goedkopere producten.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Open economie

  • Veel invoer
  • Veel uitvoer
Gesloten economie

  • Weinig invoer
  • Weinig uitvoer


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veel handelen met het buitenland heet:
A
open economie
B
gesloten economie
C
internationale economie
D
nationale economie

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ander geld
  • Valuta - vreemd geld
  • Wisselkoers: prijs van een munt uitgedrukt in een andere munt 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik maak gebruik van vreemd geld als ik op vakantie ga naar .....
A
Spanje
B
Griekenland
C
Turkije
D
Italië

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten maken
- Lezen teksten blz. 188 t/m 191
- Volg je route en maak 7.1
- Maken sommen 1 t/m 5

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions