9.5 De rechtszaak

Criminaliteit
De rechtszaak
Programma

  • Terugblik
  • De rechtszaak - video
  • Aan de slag
  • Blooket
  • Vooruitblik rechtszaak


1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Criminaliteit
De rechtszaak
Programma

  • Terugblik
  • De rechtszaak - video
  • Aan de slag
  • Blooket
  • Vooruitblik rechtszaak


Slide 1 - Diapositive

Leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen een overtreding en een misdrijf

Slide 2 - Question ouverte

Welke kenmerken (redenen) weet je nog waardoor iemand sneller in de criminaliteit beland?

Slide 3 - Question ouverte

Risicofactoren
  • Persoonlijke kenmerken die je vaak terug ziet:
  • Jongens en mannen (crimineel gedrag vrouwen neemt toe )
  • Jongeren 16-23
  • Slechte opvoeding (te weinig aandacht, foute omgeving )
  • Groepsgedrag
  • Alcohol (40% geweldsmisdrijven )
  • Aangeboren afwijking
  • Geen diploma (geen toekomstperspectief )
  • Allochtone jongerengroepen (veel kenmerken hierboven genoemd) 



Slide 4 - Diapositive

Wat mag de officier van justitie niet?
A
Een zaak laten vallen (seponeren)
B
Straf opleggen ernstige misdrijven
C
Straf opleggen lichte misdrijven
D
Opsporing en aanklagen

Slide 5 - Quiz

Criminaliteit
7.4 Schuldig of onschuldig

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wie binnen een rechtszaak de belangrijkste personen zijn en wat hun taken en rechten zijn.
  • Je kunt in stappen beschrijven hoe een rechtszaak verloopt.
  • Je kunt uitleggen wat voor soorten straf de rechter mag opleggen


Slide 6 - Diapositive

Schuldig of onschuldig? 
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier een rechtszaak werkt.

Slide 7 - Diapositive

Eerlijk proces
  • Wanneer de officier van justitie besluit om jou te vervolgen, komt er een rechtszaak. De verdachte krijgt dan een dagvaarding.
  • Dagvaarding = Een oproep om voor de rechter te verschijnen. 
  • In de dagvaarding staat:  het feit waarvan je verdacht wordt. het tijdstip en de plaats waar de zitting plaatsvindt.

Slide 8 - Diapositive

Wie is wie?

  1. Verdachte
  2. Rechter
  3. Advocaat
  4. Getuige(n)
  5. Pers
  6. Publiek
  7. Officier van Justitie
  8. Griffier
Officier van Justitie
Getuige(n)
Verdachte
Advocaat
Griffier
Rechter
Pers
Publiek

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

  • Verloop rechtszaak 
  • Zet de stappen in de goede volgorde.
  • Maak dit op je laptop of een lege pagina in je werkboek
  • Klaar? Maak de opdrachten 9.5: 1 t/m 10, 12 en 13

  1. Officier van justitie eist een straf
  2. Rechter controleer de gegevens
  3. Dagvaarding
  4. Het vonnis van de rechter
  5. Officier van Justitie leest de aanklacht voor
  6. Advocaat is aan het woord en verdedigt zijn verdachte
  7. Getuigen woorden verhoord
  8. Verdachte heeft laatste woord
  9. Advocaat, officier van justitie en rechter verhoren de verdachte
timer
8:00

Slide 11 - Diapositive

Les 2

Slide 12 - Diapositive

Criminaliteit
7.4 Schuldig of onschuldig
Programma

  • Terugblik: Verloop rechtszaak
  • Wie zit waar in de rechtszaal?
  • Video - opdracht
  • Aan de slag
  • Terugblik - quiz

Slide 13 - Diapositive

Wanneer ben je schuldig?
  • Gaat het om een strafbaar feit?
  • Is bewezen dat de verdachte het gedaan heeft?
  • Is de verdachte strafbaar?


3x ja = schuldig
Is de verdachte toerekeningsvatbaar?
Een verdachte die geestelijk gestoord was tijdens zijn daad, kan ontoerekeningsvatbaar worden verklaard.
In dat geval kan de rechter beslissen om de verdachte verplicht op te laten nemen in een tbs-kliniek waar hij wordt behandeld voor zijn stoornis.

Slide 14 - Diapositive

TBS  Ter Beschikking Stelling
Wanneer een persoon een psychische afwijking of stoornis heeft, dan kan de rechter besluiten deze persoon op te laten sluiten in een TBS-kliniek. 

Hier krijgt diegene hulp en ondersteuning om om te gaan met de stoornis. Iemand met TBS komt vaak pas na vele jaren vrij, als hij helemaal genezen is. Deze straf komt regelmatig voor bij agressieve daders en (kinder)verkrachters.  

In een gevangenis is er meestal geen hulp, 
daarmee verschilt TBS van een gewone gevangenis.

Slide 15 - Diapositive

Wie klaagt de verdachte aan?
A
de rechter
B
de verdachte
C
de advocaat
D
de officier van justitie

Slide 16 - Quiz

Hoe noem je de uitspraak van een rechter?
A
oordeel
B
uitslag
C
vonnis
D
conclusie

Slide 17 - Quiz

Samenvatting (sleep naar de juiste plek)
Een rechtszaak begint met een                            van de gegevens. Als alles klopt, leest de officier van justitie de                              voor. Hierin staat waar de verdachte van beschuldigd wordt. Daarna worden vragen gesteld. Eerst aan de verdachte en daarna aan de                           . Na de ondervragen eist de officier een                     . De advocaat, die de verdachte                           , probeert de rechter ervan te overtuigen een lagere straf de geven. De rechter bepaalt uiteindelijk de straf, dit is het                           .

aanklacht
controle
getuige
straf
verdedigt
vonnis
helpt
uitspraak

Slide 18 - Question de remorquage

Vandaag leren we...
  1. Wie de belangrijkste mensen zijn in de rechtszaal
  2. Wat hun rol is in de rechtszaak
  3. Wie waar zit in de rechtszaal

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Slide 30 - Diapositive

Opdracht: Bouw de rechtszaal na!
  • Groepen van vier
  • Schuif vier tafels in de klas zo bij elkaar dat het lijkt op de rechtszaal
  • Zet de naambordjes neer op de juiste tafels
  • Waar hoort de Griffier?

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Criminaliteit
Hoofdstuk 9
Aan de slag

Leerboek bladzijde: 148 - 149
9.5: 1 t/m 10, 12 en 13.  Bladzijde: 180 - 182

timer
20:00

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Lien

Samenvatting (sleep naar de juiste plek)
Een rechtszaak begint met een                            van de gegevens. Als alles klopt, leest de officier van justitie de                              voor. Hierin staat waar de verdachte van beschuldigd wordt. Daarna worden vragen gesteld. Eerst aan de verdachte en daarna aan de                           . Na de ondervragen eist de officier een                     . De advocaat, die de verdachte                           , probeert de rechter ervan te overtuigen een lagere straf de geven. De rechter bepaalt uiteindelijk de straf, dit is het                           .

aanklacht
controle
getuige
straf
verdedigt
vonnis
helpt
uitspraak

Slide 35 - Question de remorquage

Wie klaagt de verdachte aan?
A
de rechter
B
de verdachte
C
de advocaat
D
de officier van justitie

Slide 36 - Quiz

Hoe noem je de uitspraak van een rechter?
A
oordeel
B
uitslag
C
vonnis
D
conclusie

Slide 37 - Quiz

Terugkoppeling

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wie binnen een rechtszaak de belangrijkste personen zijn en wat hun taken en rechten zijn.
  • Je kunt in stappen beschrijven hoe een rechtszaak verloopt.
  • Je kunt uitleggen wat voor soorten straf de rechter mag opleggen
  • Je kunt uitleggen wanneer iemand TBS krijgt opgelegd. 


Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Vidéo

De Rechtzaak 

1. 
De opening





De rechter controleert de persoonsgegevens van de verdachte.

Slide 40 - Diapositive


2. 
De aanklacht


De officier van justitie leest de aanklacht (=ten laste legging) voor.

Slide 41 - Diapositive


3. 
Het verhoor van de verdachte


Eerst mag de verdachte zelf zijn verhaal doen en vervolgens  ondervragen de rechters, de officier van justitie en je eigen advocaat jou.

Slide 42 - Diapositive


4. 

Het getuigenverhoor



Mensen die iets gehoord of gezien hebben dat met de zaak te 

maken kan hebben. Hiervoor leggen getuigen een eed af. Getuigen mogen niet liegen en geen aannames doen. 

Slide 43 - Diapositive


5. 

Officier van justitie.



De officier legt uit waarom hij de verdachte schuldig vindt en eist een bepaalde straf. Dit heet het requisitoir.

Slide 44 - Diapositive


7. 
Het laatste woord



Als verdachte heb je altijd het laatste woord.  Je kunt ook nog iets zeggen over de strafeis van de officier.  De verdachte kan bijvoorbeeld ook aangeven of hij/zij spijt heeft. 

Slide 45 - Diapositive

8. 

De uitspraak


De rechter vertelt of je schuldig of onschuldig bent en welke straf hij wil geven.  Dit kan een gevangenisstraf zijn,  een voorwaardelijke straf of boete. 

Meestal is de uitspraak of het vonnis twee weken later. 

Slide 46 - Diapositive