9.5 De rechtszaak

Criminaliteit
7.4 Schuldig of onschuldig
Programma

  • Terugblik
  • Wie zit waar in de Rechtszaal?
  • Verloop Rechtszaak 
  • Video - opdracht
  • Aan de slag
  • Terugblik - quiz
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Criminaliteit
7.4 Schuldig of onschuldig
Programma

  • Terugblik
  • Wie zit waar in de Rechtszaal?
  • Verloop Rechtszaak 
  • Video - opdracht
  • Aan de slag
  • Terugblik - quiz

Slide 1 - Diapositive

Wanneer ben je schuldig?
  • Gaat het om een strafbaar feit?
  • Is bewezen dat de verdachte het gedaan heeft?
  • Is de verdachte strafbaar?


3x ja = schuldig
Is de verdachte toerekeningsvatbaar?
Een verdachte die geestelijk gestoord was tijdens zijn daad, kan ontoerekeningsvatbaar worden verklaard.
In dat geval kan de rechter beslissen om de verdachte verplicht op te laten nemen in een tbs-kliniek waar hij wordt behandeld voor zijn stoornis.

Slide 2 - Diapositive

TBS  Ter Beschikking Stelling
Wanneer een persoon een psychische afwijking of stoornis heeft, dan kan de rechter besluiten deze persoon op te laten sluiten in een TBS-kliniek. 

Hier krijgt diegene hulp en ondersteuning om om te gaan met de stoornis. Iemand met TBS komt vaak pas na vele jaren vrij, als hij helemaal genezen is. Deze straf komt regelmatig voor bij agressieve daders en (kinder)verkrachters.  

In een gevangenis is er meestal geen hulp, 
daarmee verschilt TBS van een gewone gevangenis.

Slide 3 - Diapositive

Wat mag de officier van justitie niet?
A
Een zaak laten vallen (seponeren)
B
Straf opleggen ernstige misdrijven
C
Straf opleggen lichte misdrijven
D
Opsporing en aanklagen

Slide 4 - Quiz

Schuldig of onschuldig? 
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier een rechtszaak werkt.

Slide 5 - Diapositive

Criminaliteit
7.4 Schuldig of onschuldig

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wie binnen een rechtszaak de belangrijkste personen zijn en wat hun taken en rechten zijn.
  • Je kunt in stappen beschrijven hoe een rechtszaak verloopt.
  • Je kunt uitleggen wat voor soorten straf de rechter mag opleggen


Slide 6 - Diapositive

Eerlijk proces
  • Wanneer de officier van justitie besluit om jou te vervolgen, komt er een rechtszaak. De verdachte krijgt dan een dagvaarding.
  • Dagvaarding = Een oproep om voor de rechter te verschijnen. 
  • In de dagvaarding staat:  het feit waarvan je verdacht wordt. het tijdstip en de plaats waar de zitting plaatsvindt.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Lien

Wie is wie?

  1. Verdachte
  2. Rechter
  3. Advocaat
  4. Getuige(n)
  5. Pers
  6. Publiek
  7. Officier van Justitie
  8. Griffier
Officier van Justitie
Getuige(n)
Verdachte
Advocaat
Griffier
Rechter
Pers
Publiek

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

  • Verloop rechtszaak 
  • Zet de stappen in de goede volgorde.
  • Maak dit op je laptop of een lege pagina in je werkboek
  • Klaar? Maak de opdrachten 9.5: 1 t/m 10, 12 en 13

  1. Officier van justitie eist een straf
  2. Rechter controleer de gegevens
  3. Dagvaarding
  4. Het vonnis van de rechter
  5. Officier van Justitie leest de aanklacht voor
  6. Advocaat is aan het woord en verdedigt zijn verdachte
  7. Getuigen woorden verhoord
  8. Verdachte heeft laatste woord
  9. Advocaat, officier van justitie en rechter verhoren de verdachte
timer
8:00

Slide 11 - Diapositive

Deel 2

Slide 12 - Diapositive

Vandaag leren we...
  1. Wie de belangrijkste mensen zijn in de rechtszaal
  2. Wat hun rol is in de rechtszaak
  3. Wie waar zit in de rechtszaal

Slide 13 - Diapositive

Vandaag leren we...
  1. Wie de belangrijkste mensen zijn in de rechtszaal
  2. Wat hun rol is in de rechtszaak
  3. Wie waar zit in de rechtszaal

Slide 14 - Diapositive

Samenvatting (sleep naar de juiste plek)
Een rechtszaak begint met een                            van de gegevens. Als alles klopt, leest de officier van justitie de                              voor. Hierin staat waar de verdachte van beschuldigd wordt. Daarna worden vragen gesteld. Eerst aan de verdachte en daarna aan de                           . Na de ondervragen eist de officier een                     . De advocaat, die de verdachte                           , probeert de rechter ervan te overtuigen een lagere straf de geven. De rechter bepaalt uiteindelijk de straf, dit is het                           .

aanklacht
controle
getuige
straf
verdedigt
vonnis
helpt
uitspraak

Slide 15 - Question de remorquage

Slide 16 - Lien

Behandelt ingewikkeldere en zwaardere misdrijven
Behandelt alle misdrijven waarvoor max 12 maanden straf geëist kan worden
Behandelt overtredingen
Kantonrechter
Politierechter
Meervoudige kamer

Slide 17 - Question de remorquage

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Opdracht
  • Je maakt groepjes van twee of drie personen.
  •  Je vult de rollen per functie in de rechtszaal in.
  • Na deel 1 van de video bespreek je samen of je vindt dat de verdacht schuldig is en leg uit waarom
  • Na deel 2: Vinden jullie het oordeel van de rechter eerlijk en leg uit waarom wel/niet.
timer
5:00

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Opdracht
Vul in: 
  • We bekijken samen eerste deel van de video en je bespreekt samen of je vindt dat de verdacht schuldig is en leg uit waarom
timer
1:00

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Opdracht
  • Geef antwoord: 
  • Na deel 2: Vinden jullie het oordeel van de rechter eerlijk en leg uit waarom wel/niet.
timer
2:00

Slide 26 - Diapositive

6

Slide 27 - Vidéo

Einde

Slide 28 - Diapositive

02:20
1. Waarom hoeft de verdacht geen vragen te beantwoorden als hij dat niet wil?

Slide 29 - Question ouverte

04:50
2. Waarom wordt de getuige geacht de waarheid te spreken?

Slide 30 - Question ouverte

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

09:15
Schuldig aan mishandeling?
Wel schuldig
Niet schuldig

Slide 34 - Sondage

Slide 35 - Diapositive

Opdracht: Bouw de rechtszaal na!
  • Groepen van vier
  • Schuif vier tafels in de klas zo bij elkaar dat het lijkt op de rechtszaal
  • Zet de naambordjes neer op de juiste tafels
  • Waar hoort de Griffier?

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

15:58
3. Hoe noem je het verhaal van de officier van justitie?
A
Oordeel
B
Requisitoir/pleidooi
C
Vonnis
D
Ten laste legging

Slide 38 - Quiz

17:36
Schuldig aan inbraak/diefstal
Wel schuldig
Niet schuldig

Slide 39 - Sondage

18:17
4. Waarom verhoogt de rechter de straf van de verdachte?

Slide 40 - Question ouverte

Criminaliteit
Hoofdstuk 9
Aan de slag

Leerboek bladzijde: 148 - 149
9.5: 1 t/m 10, 12 en 13.  Bladzijde: 180 - 182

timer
20:00

Slide 41 - Diapositive

Wie klaagt de verdachte aan?
A
de rechter
B
de verdachte
C
de advocaat
D
de officier van justitie

Slide 42 - Quiz

Hoe noem je de uitspraak van een rechter?
A
oordeel
B
uitslag
C
vonnis
D
conclusie

Slide 43 - Quiz

Extra

Slide 44 - Diapositive