5.5 Zinsdelen (2)

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting

Slide 1 - Diapositive

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands, laat het nog even dicht. 



Slide 2 - Diapositive

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat. 




Slide 3 - Diapositive

Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 
Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Namen lln

Slide 4 - Diapositive

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les; 
- weet je dat in een zin soms twee werkwoorden staan.
- kun je een zin de zinsdelen benoemen.
- kun je de volgorde van zinsdelen veranderen. 

Slide 5 - Diapositive

Verdiept arrangement:
Namen lln. 

Huiswerk noteren + maken:
Les: 5.5
blz. 192 t/m 193
opdr. 9 + 10 + 12

Slide 6 - Diapositive

Mini-check
Wat weet je al van het lesdoel?

Slide 7 - Diapositive

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
De jonge held | kreeg | een onderscheiding.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Koala's | eten | geen | vlees.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Over | een paar jaar | heeft | iedereen | een smartwatch.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Wie maakt wat
3 goed = zelfstandig aan de slag:
Les 5.5; blz. 192 t/m 193 opdr. 9 t/m 12

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 11 - Diapositive

4. Instructie
Lees mee op de volgende dia's. 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Zinsdelen (1)
Werkwoorden zijn doe-woorden. Ze vertellen je wat iemand of iets doet, of wat er gebeurt. 

Maar alleen met het werkwoord leert of ligt heb je geen zin. In een zin schrijf je meer woorden dan alleen het werkwoord. Woorden die samen iets vertellen. Een zin bestaat in elk geval uit twee basisdelen...

een deel dat ‘zegt’ wat er gebeurt (= werkwoordelijk gezegde).
een deel dat ‘zegt’ wie dit doet (= onderwerp).

Slide 14 - Diapositive

Zinsdelen (2)
-een deel dat ‘zegt’ wat er gebeurt (= werkwoordelijk gezegde).
-een deel dat ‘zegt’ wie dit doet (= onderwerp).

voorbeeld:
Ruben leert.                            De hond ligt.
Je weet nu wie leert: Ruben.       Je weet nu wat ligt: de hond.

B De hond ligt
Je weet wat ligt: de hond.

Slide 15 - Diapositive

Zinsdelen (3)
Je kunt de vorige zin nog langer maken door er stukjes aan toe te voegen.
Ruben leert.      Wordt bijvoorbeeld  >  Ruben leert zijn Engelse woordjes.

Zinsdelen. Ze geven antwoord op vragen als: Wie? Wat? Waar? Wanneer?


Een zinsdeel kan uit één woord bestaan. 
Vaak telt een zinsdeel meer woorden.


Slide 16 - Diapositive

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 5.5, opdr. 9 t/m 11 op blz. 192 t/m 193

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Namen lln..., kom aan de instructietafel zitten. 
Dan gaan we samen aan de slag. 

Slide 17 - Diapositive

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V: les 5.5, opdr. 9 t/m 12 op blz. 192 t/m 193 --> Namen lln
B: les 5.5, opdr. 9 t/m 11 op blz. 192 t/m 193 --> Namen lln
I: les 5.5, opdr. 9 t/m 11 op blz. 192 t/m 193 --> Namen lln


Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toets/lezen/woordzoeker. 
timer
30:00

Slide 18 - Diapositive

7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 19 - Diapositive

Maak een zin met de volgende zinsdelen:
Wie l wat l waar.

Slide 20 - Question ouverte

Maak een zin met de volgende zinsdelen:
Wie l wat l waar.

Slide 21 - Question ouverte

Maak een zin met de volgende zinsdelen:
Wie l wat l wanneer l waar.

Slide 22 - Question ouverte

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ..........

Slide 23 - Diapositive