Oefenen poster maken

Nederlands 
dinsdag 27-10
Schrijven
Poster maken 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands 
dinsdag 27-10
Schrijven
Poster maken 

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Voorlezen Hotel de grote L
  • Oefenen poster maken

Slide 2 - Diapositive

Doelen
  • Je kent de 5 W woorden + het H woord.  
  • Je kunt een start maken met jouw poster

Slide 3 - Diapositive

Voorbereiding
Aan de slag met het maken van jouw poster. 
Een uitnodiging voor  een streetsoccer toernooi. 
Weet je nog in welk groepje je zit? 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Wat zijn de 5 W woorden?
A
welke, waardoor, waarover, waarmee en waarschijnlijk.
B
waarschijnlijk, waarom, welke, wat en waarmee.
C
wie, wat, waar, wanneer en waarom.
D
wie, waar, werd, weer en want.

Slide 6 - Quiz

Wat is de H vraag?
A
Hoeveel
B
Hoe
C
Hoevaak
D
Hoezo

Slide 7 - Quiz

Wat zijn de 5 W vragen?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is de H vraag?

Slide 9 - Question ouverte

Waar of niet waar
Op een poster gebruik je lange zinnen.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Waar of niet waar
Het maakt op een poster niet uit of ik spel fouten maak.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Waar of niet waar
Plaatjes en kleuren zijn net zo belangrijk als de tekst op een poster.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Wat gaan we doen?
We gaan deze les de startopdracht en opdracht 1 maken. 
Open je boek op blz. 70 en 71. 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

Aan de slag
Maak nu zelf opdracht 1 uit je werkboek, of op de iPad. Dit doe je zelfstandig. Ben je al klaar? Maak dan een start met opdracht 2.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Hoe is het vandaag tijdens de les gegaan.
A
Super goed!
B
Prima.
C
Kon beter.
D
Slecht.

Slide 17 - Quiz

Ik ben er klaar voor om met mijn groepje aan de poster te werken.
A
Helemaal!
B
Ja, maar ik heb wel hulp nodig.
C
Nee, ik snap er niets van.

Slide 18 - Quiz

Dat was 'm weer!
Goed gewerkt allemaal. Tot morgen! 

Slide 19 - Diapositive