geluid H8

Geluid 


Geluid is de trilling van lucht
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 45 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Geluid 


Geluid is de trilling van lucht

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt herkennen dat geluid ontstaat bij een geluidsbron.
  • Je kunt herkennen dat geluid zich verplaatst van een geluidsbron via een tussenstof naar een ontvanger.
  • Je kunt de afgelegde weg van geluid berekenen met gebruik van de geluidssnelheid.
  • Je kunt de afgelegde weg van geluid bij echo berekenen met gebruik van de geluidssnelheid.
  • Je kunt de werking van een echolood beschrijven.

Slide 2 - Diapositive

geluid
geluid is een trilling
trilling word veroorzaakt door een geluidsbron
natuurlijke geluidsbronnen en kunstmatige geluidsbronnen
natuurlijke geluidsbron
kunstmatige geluidsbron

Slide 3 - Diapositive

Geluid is een trilling (geluidsgolf) die zich verplaatst van een geluidsbron, via een tussenstof naar een ontvanger.

Slide 4 - Diapositive

Geluid
- Geluidsgolf
Trillingen

Slide 5 - Diapositive

1
2
Geluidssnelheid

Slide 6 - Diapositive

1
2
Geluidssnelheid

Slide 7 - Diapositive

Terugkaatsing van geluid (echo)

Slide 8 - Diapositive

Echo
  • Geluid kan worden teruggekaatst.
  • Daardoor hoor je een geluid soms twee keer. 
  • Het teruggekaatste geluid noem je de echo

Slide 9 - Diapositive

vragen?

Slide 10 - Diapositive

Leerdoelen
Na deze les ken / kun je:
  • 3 factoren noemen die invloed hebben op de toonhoogte van een snaar.
  • Uitleggen van de frequentie is en je kent de eenheid van frequentie.
  • Uitleggen hoe je met een oscilloscoop de trillingstijd kunt bepalen en deze omrekenen naar frequentie.
  • het frequentie bereik van een mens

Slide 11 - Diapositive

Frequentie
Frequentie is het zelfde als toonhoogte

De definitie van frequentie:
Het aantal trillingen per seconde

Slide 12 - Diapositive

Frequentie
 Frequentie:

aantal trillingen per seconde.
Symbool:

 f
Eenheid:

hertz (Hz). 

Slide 13 - Diapositive

8.2 Toonhoogte en frequentie
Rekenen met trillingstijd en frequentie.
  • div = hokje
  • Bereken de frequentie.
  • frequentie = aantal trillingen                               per seconde
  • T = 0,005 s


f=T1=0,0051=200Hz

Slide 14 - Diapositive

Voorbeeld:
De vleugels van een kolibrie flapperen iedere 0,0125 seconde.
Bereken de frequentie.
  • Gegevens: Trillingstijd = 0,0125 s
  • Gevraagd: Frequentie
  • Formule: Frequentie = 1 / trillingstijd
  • Invullen: Frequentie = 1 / 0,0125
  • Antwoord: Frequentie = 80 Hz

Slide 15 - Diapositive

Oscilloscoop

Slide 16 - Diapositive

Frequentie bereik van ons gehoor
Frequentiebereik 

Slide 17 - Diapositive

Snaarinstrumenten
- Dikte van de snaar
- Lengte van de snaar
- Spanning van de snaar

Slide 18 - Diapositive

Toonhoogte

Hogere toon:
 - Strakker
- Dunner
- Korter
Toonhoogte

Lagere toon:
- Losser
- Dikker
- Langer

Slide 19 - Diapositive

vragen?

Slide 20 - Diapositive

Geluidssterkte

Slide 21 - Diapositive

Geluidssterkte

Slide 22 - Diapositive

Amplitude en geluidssterkte
Als je het geluid als golf weergeeft staat de amplitude voor de geluidssterkte.

Hoe hoger de amplitude des te harder is het geluid

Slide 23 - Diapositive

8.3 Geluidssterkte

Slide 24 - Diapositive

§8.3 Geluidssterkte
Geluidssterkte:
Amplitude: hoogte van een golftop;
                        des te groter de amplitude  
                        des te harder het geluid.
                        des te groter de geluidssterkte
                        (hoe hard het geluid is)
Als je hard praat zijn de golven dus groter dan als je fluistert.
Als je een hoger geluid maakt zijn er dus meer golven.


Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Geluidssterkte (decibel - dB)

Slide 27 - Diapositive

4. Geluidssterkte en Decibel
1. Rekenen met Decibel

Slide 28 - Diapositive

4. Geluidssterkte en Decibel
1. Rekenen met Decibel

Slide 29 - Diapositive

1
2
3
4
5
6
Geluidssterkte (decibel - dB)

Slide 30 - Diapositive

5.3 Geluidssterkte
  • De geluidssterkte heeft als eenheid decibel (dB)
  • De geluidssterkte meet je met een decibelmeter.
decibelmeter
Tabel 28 Gehoorgevoeligheid

Slide 31 - Diapositive

vragen?

Slide 32 - Diapositive

vandaag
geluidshinder
Maatregelen tegen geluidshinder
geluidsisolatie
Schadelijk geluid

zelf aan de gang

Slide 33 - Diapositive

Hinderlijk geluid
    1) Verkeerslawaai en 
    2) geluidsoverlast buren
    Slaapgebrek leidt tot prikkelbaar gedrag, conc. verlies en over-vermoeidheid. Op den duur kan je geozndheid achteruit gaan

    Slide 34 - Diapositive

    Schadelijk geluid
    • Vanaf 80 dB (40 uur p/w)
    • 89 dB (5 uur p/w)

    Slide 35 - Diapositive

    Schadelijk geluid
    Geluidssterkte rond pijngrens; 
    onmiddellijk gevaar voor beschadiging.
    80 dB (A)- 8 uur
    2 x zo hard geluid, 
    2 x zo kort blootstellen
    83 dB (A) - 4 uur
    86 dB (A) - 2 uur etc.

    Slide 36 - Diapositive


    Word gebruikt bij bestrijden van geluidshinder. 

    Bij bron of ontvanger

    Machine in behuizing plaatsen of koptelefoon bij de medewerker. 
    Geluidsisolatie

    Slide 37 - Diapositive

    Hoe verminder je geluidsoverlast?
    Geluid verminderen    -   Geluid weerkaatsen    -   Geluid isoleren

    Slide 38 - Diapositive

    Vormen van geluidsisolatie
    Als een machine op een harde vloer staat, kan hij de vloer gemakkelijk in trilling brengen. De trillingen kunnen door de vloeren en muren alle kanten op bewegen. Dit kan veel geluidshinder veroorzaken. Je kunt de machine van de vloer isoleren door hem op rubberen noppen te zetten. Het rubber dempt de trillingen. De trillingen in de vloer worden daardoor veel zwakker.

    Isolatie kan ook aangebracht worden bij de ontvanger. Werknemers die met lawaaiige machines werken, zijn verplicht oorkappen of oordopjes te dragen. Hierdoor wordt het geluid dat hun oren bereikt zwakker.

    Slide 39 - Diapositive

    Geluid absorberen en terugkaatsen

    Slide 40 - Diapositive

    Geluidisolatie
    Absorberen

    Geluidsmateriaal dat geluid moet absorberen heeft een zacht en hobbelig oppervlak.

    (ook bijv. zware gordijnen)

    Slide 41 - Diapositive

    Geluidsoverlast bestrijden
    Maatregelen tegen overlast
    Materialen gebruiken die het geluid weerkaatsen.
    Deze materialen hebben een hard en glad oppervlak.

    Slide 42 - Diapositive

    6.1 Geluid maken en horen
    • Rekenen met geluid.
    Voorbeeld 2:
    De snelheid door een ijzeren rails is 5100 m/s.
    Hoelang doet het geluid erover om door 2 km ijzeren rails te bewegen?


    t=vs=51002000=0,39s
    s=2km=2000m

    Slide 43 - Diapositive

    Opdracht
    Er zijn 2 leerlingen in de klas aan het praten. Deze produceren een geluidsterkte van 60 dB. De rest van de klas komt binnen en begint ook te praten. Nu zijn er 16 leerlingen aan het praten.
    Welke geluidssterkte wordt er gemeten?



    Slide 44 - Diapositive

    Rekenen met decibel

    Om te rekenen met de decibel moet je een rekentrukje uithalen.

    Als de geluid twee keer zo hard is neemt de geluidsterkte met 3 dB toe.

    Je moet een tabel maken.

    Stel je hebt een brommer die geluid maakt.

    Volgens je BINAS is dit 85 dB

    Verdubbel je het aantal brommers (1 -> 2 -> 4 -> 8 -> 16) dan komt er bij ieder stapje 3 dB bij (85 -> 88 -> 91 -> 94 -> 97) 

    Slide 45 - Diapositive