3.1 Leenheren, leenmannen en horigen (B)

Tijd van Monniken en Ridders
3.1 Leenheren, leenmannen en horigen (B)
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Tijd van Monniken en Ridders
3.1 Leenheren, leenmannen en horigen (B)

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
1. Leerdoelen nabespreken
2. Leerdoelen
3. Theorie
4. Beeldmateriaal
5. Aan de slag
6. Leerdoelen nabespreken

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen nabespreken
1. Je kunt beschrijven hoe West-Europa zich na de val van het Romeinse Rijk bestuurlijk ontwikkelde. 

2. Je weet feodale verhoudingen zijn en hoe ze ontstonden. 

3. Je kunt de oorzaken beschrijven van de verbrokkeling van de macht in de late negende en tiende eeuw.  

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven door welke oorzaken West-Europa in de vroege Middeleeuwen weer een landbouwsamenleving werd. 

2. Je kunt het ontstaan van horigheid verklaren

3. Je kunt uitleggen dat domeinen via het hofstelsel zelfvoorzienend waren.

Slide 5 - Diapositive

Theorie
In de klassieke Oudheid was er sprake van een landbouwstedelijke samenleving. De landbouw was erg belangrijk maar er waren ook steden, die centra waren van handel, nijverheid en bestuur. Door de val van het West-Romeinse Rijk veranderde deze samenleving compleet en ging weer terug naar een landbouwsamenleving. Hoe kon dit gebeuren?

Slide 6 - Diapositive

Theorie
Opschrijven:

Door de val van het West-Romeinse Rijk veranderde de samenleving en werd weer een landbouwsamenleving. Dit kwam door:

1. Afname van handel en nijverheid (reizen werd gevaarlijk en moeilijk)
2. Oorlogsgeweld en epidemieen. 

Slide 7 - Diapositive

Theorie
Het overgrote deel van de mensen woonde dus weer op het platteland en werd wederom boer. 


Opschrijven:
Door de val van het West-Romeinse Rijk en de groeiende onveiligheid zochten boeren steun bij een adellijke heer of bij een klooster. Zo'n boer stond zijn grond af aan de heer, in ruil voor bescherming: een horige boer. Dus zo ontstaat de horigheid.



Slide 8 - Diapositive

Theorie
Domein: landgoed van de heer of klooster waaraan horigen zijn gebonden. 
Vroonland: Deel van het domein waar de heer woont.
Hofstelsel: Systeem waarbij ene deel van domein door de heer wordt gebruikt en het andere wordt geleend aan horige boeren.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Theorie
Deze domeinen waren zelfvoorzienend. De landbouwopbrengsten waren laag en daardoor waren er nauwelijks landbouwproducten om te verhandelen. Daarnaast was er de onveiligheid van het reizen. Het is daarom noodzakelijk dat een domein zelfvoorzienend was. 

Opschrijven: 
Een domein had de beschikking over veestallen, molens, brouwerijen en smidsen en was daarmee zelfvoorzienend. Dit kwam omdat er niet genoeg landbouwproducten waren om te handelen en de onveiligheid van het reizen.



Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Beeldmateriaal

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

Aan de slag
1. Maken Kennen en Kunnen lijst van 3.1.

Klaar?

2. Maak de opdrachten op pagina 51 en 52.

Slide 16 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven door welke oorzaken West-Europa in de vroege Middeleeuwen weer een landbouwsamenleving werd. 

2. Je kunt het ontstaan van horigheid verklaren

3. Je kunt uitleggen dat domeinen via het hofstelsel zelfvoorzienend waren.

Slide 17 - Diapositive