1.2 Organen, weefsels en cellen

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Inleiding in de biologie

1.2 Organen, weefsels en cellen

Wat gaan we doen

• Terugblik 1.1 + voorkennis
• Leerdoelen 1.2 
• Uitleg 1.2 
• Begrip testen (1 vraag)
• Zelfstandig werken (Vragen over 1.1 & werken aan 1.2)
• Samen afsluiten

Wat klopt er niet aan dit artikel?

Bedenk wat er niet klopt aan het artikel hiernaast. 

Schrijf het antwoord in je schrift 

Je spreekt van een nieuwe soort als organismen van deze soort zich niet meer kunnen voortplanten met de organismen van de oude soort

1. juist
2. onjuist

Zet de organisatieniveau's van groot naar klein. 

groot

klein

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

ecosysteem

levensgemeenschap

organisme

orgaan

populatie

orgaanstelsel

biosfeer

organel

cel

weefsel

Welk orgaan is dit?

1. Alvleesklier
2. Lever
3. Long
4. Nier

Welk orgaan is dit?
(het gele deel)

1. Dikke darm
2. Holle ader
3. Galblaas
4. Alvleesklier

Welk orgaan is dit?
(het groene deel)

1. Aorta
2. Lever
3. Galblaas
4. Alvleesklier

Waarom bloedt een sneetje in je vinger niet altijd?

1. Schrijf je antwoord op in je schrift
   
2. Overleg met de persoon naast, hebben jullie hetzelfde antwoord? Zo niet, bespreek dit met elkaar

Leerdoelen 1.2

• Je kunt orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen bij een mens herkennen en hun kenmerken en functies beschrijven.
  
• Je kunt beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of orgaanstelsel een gezamenlijke functie uitoefenen.
  
• Je kunt bij (delen van) organismen het verband aangeven tussen vorm en functie.

1.1.1 Organismen bestaan uit biologische eenheden

Orgaanstelsels

1 beenderstelsel

- zenuwstelsel

- spierstelsel

- verteringsstelsel

- hormoonstelsel

- uitscheidingsstelsel 

- voortplantingsstelsel

- Zintuigstelsel

Weefsels. Cellen met zelfde vorm en functie en tussencelstof

Dekweefsels (binas80B)

Lichaam bestaat uit verschillende type weefsels. 

Dekweefsel

Spierweefsel

Kraakbeenweefswel

Beenweefswel

Zenuwweefsel

Bloed (bindweefsel) 

(losmazig) Bindweefsel

Tussencelstof

Hangt samen met de functie van het weefsel

Vorm en functie

Vorm van organismen aangepast aan de leefomgeving (functie).

Mens loopt rechtop (andere wervelkolom).

Dolfijn is gestroomlijnd voor waterweerstand.

De wetenschap kijkt vaak naar vorm in de natuur voor vormgeving van producten. Denk aan een dolfijn en een duikboot.

Samen oefenen

Wat is een weefsel?

Het stukje weefsel in de afbeelding is

Kraakbeenweefsel

Beenweefsel

Wat ga je doen?

Opdrachten maken:

1. Lees 1.2  en maak opdracht 13 t/m 20
   
2. Als je allebei klaar bent: Vergelijk met de persoon naast je de antwoorden.
   
3. Niet tegelijk klaar? Start dan vast met volgende paragraaf.
   
   Verlengde instructie:
   Kom naar voren, dan 
   
   
   
   
   

Huiswerk donderdag 5 september

1.2 Opdracht 13 t/m 20

Extra Uitleg:
Begrippenlijst T1

Uitlegvideo BMJ 

Extra uitdaging