1.2: Organen, weefsels en cellen

1.2 - Organen, weefsels en cellen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1.2 - Organen, weefsels en cellen

Slide 1 - Diapositive

Basisstof 2: Testjezelf
  • Lees basisstof 2 goed door 
  • Maak: de opdrachten van basisstof 2

  • Hulp nodig? vinger omhoog
  • KLAAR? Maak de testjezelf van 1.1 en 1.2 en 1.3. Of ga de tekst van 1.3 en 1.5 lezen.

timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kunt orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen bij een mens herkennen en de kenmerken en functies ervan beschrijven.

- Je kunt beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of orgaanstelsel een gezamenlijke functie uitoefenen.

- Je kunt bij (delen van) organismen het verband aangeven tussen vorm en functie.

Slide 3 - Diapositive

Orgaanstelsels met organen
Orgaanstelsel.

Organen.

Je moet ze allemaal kennen.

Slide 4 - Diapositive

Welk orgaan is dit?
A
Alvleesklier
B
Lever
C
Long
D
Nier

Slide 5 - Quiz

Welk orgaan is dit?
A
Long
B
Hart
C
Aorta
D
Hersenen

Slide 6 - Quiz

Welk orgaan is dit?
(het gele deel)
A
Dikke darm
B
Holle ader
C
Galblaas
D
Alvleesklier

Slide 7 - Quiz

Welk orgaan is dit?
(het groene deel)
A
Aorta
B
Lever
C
Galblaas
D
Alvleesklier

Slide 8 - Quiz

Welk orgaan is dit?
A
Hart
B
Maag
C
Milt
D
Long

Slide 9 - Quiz

Weefsels
Dekweefsel

Botweefsel

Spierweefsel 

Cellen met dezelfde functie bij elkaar.

Slide 10 - Diapositive

Weefsels
Dekweefsel
bescherming

Zenuwweefsel
informatie doorgeven

Spierweefsel
Samentrekkingen

Bindweefsel
steun
Weefsels en functies

Slide 11 - Diapositive

Dekweefsels
bedekt inwendige en uitwendige lichaamsoppervlakten
 
  • cellen vaak rechthoekig 
  • dicht tegen elkaar aan. 
  • bv huid of binnenkant longen


Slide 12 - Diapositive

Dekweefsel 

  • Dekweefsel vormt een afdekkende laag (epitheel). 
  • Dekweefsel bevindt zich aan het oppervlak van het lichaam (huid). 
  • Er is ook dekweefsel aan de binnenkant van ‘buizen’ (plasbuis, luchtpijp, darm) en holtes (blaas). 
  • Dit dekweefsel aan de binnenzijde is slijmvlies (epitheel met kliercellen).


Slide 13 - Diapositive

Leg in je eigen woorden uit wat de betekenis is van de term 'weefsel'.

Slide 14 - Question ouverte

Tussencelstof
Stof tussen cellen in.

Verschilt van vorm naar functie weefsel.

Slide 15 - Diapositive

Tussencelstof
In weefsels tussen cellen zit tussencelstof -> verschilt per weefsel

Botweefsel heeft stevige, harde tussencelstof
Spierweefsel heeft flexibele tussencelstof

Slide 16 - Diapositive

De tussencelstof bij botweefsel is stevig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Vorm en functie
Vorm van organismen aangepast aan de leefomgeving (functie).

Mens loopt rechtop (andere wervelkolom).
Dolfijn is gestroomlijnd voor waterweerstand.


De wetenschap kijkt vaak naar vorm in de natuur voor vormgeving van producten. Denk aan een dolfijn en een duikboot.

Slide 18 - Diapositive

Vorm en functie aan de binnenkant
Waarom hebben je darmen deze vorm?

Slide 19 - Diapositive

Bedenk zelf een ander voorbeeld van wetenschappers die inspiratie doen uit biologische vormen.

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Vidéo