Les 1.18 mhv2 - bespreken prueba versión A

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 55 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Planificación: Hoy es ...
1. Reglas de la clase
10 min
2. Corregir prueba tema 1
20 min
3. Herhalen tema 1
15 min
4. La próxima clase
5 min
Después de esta clase... (Na deze les...)
... weet je wat de regels in de klas zijn.
... heb je gekeken waar je fouten hebt gemaakt bij de toets.
... heb je belangrijke dingen uit tema 1 herhaald.

Slide 2 - Diapositive

Reglas de la clase
  1. Je telefoon is thuis of in de kluis.
  2. Bij binnenkomst op je plek zitten, jas uit en tas van tafel.
  3. Als een ander praat, ben je stil en luister je.
  4. Wanneer de docente uitleg geeft, zijn jullie stil en maken jullie aantekeningen in je schrift.
  5. We lachen elkaar niet uit.
  6. Je hebt altijd je spullen mee: boeken, schrift, pen, opgeladen device.
  7. Je ruimt pas op als de docent dat aangeeft.
  8. Heb je een les gemist? Vraag aan klasgenoten om aantekeningen, welke opdrachten in te halen...

Willen jullie wat toevoegen? Zijn jullie het ergens niet mee eens?

Slide 3 - Diapositive

Prueba: tema 1, versión A
1. Escuchar
a) verdad
b) falso
c) falso
d) falso
e) verdad
2. Escuchar
a) Jorge
b) Argentina
c) 915062357
d) 12 años
3. Escuchar
a) Martín
b) Madrid
c) dos
d) Julia y Rosa

Slide 4 - Diapositive

Prueba: tema 1, versión A
4. Leer
a) 15 jaar
b) Argentinië
c) Barcelona
d) Spaans
e) Spaans en Catalaans
5. Leer
a) Lisa
b) Engeland
c) Haar vriendin
d) Duitsland

Slide 5 - Diapositive

Prueba: tema 1, versión A
6. Vocabulario
b) el calendario
c) la pregunta
d) la pizarra
7. Vocabulario
a) francesa
b) turco
c) italiano
d) marroquí
e) belga
8. Vocabulario
a) Gefeliciteerd met je verjaardag!
b) Wat goed!
c) En jij?
d) Hoe heet je?
e) Welkom!
f) Fijne dag!
9. Vocabulario
a. marzo / b. junio / c. julio / d. septiembre / e. diciembre

Slide 6 - Diapositive

Repaso tema 1

Slide 7 - Diapositive

Evaluación de la profesora
Vul het Google Form in (anoniem)

Slide 8 - Diapositive

Wat hebben we geleerd in tema 1?

Slide 9 - Carte mentale

Verplaats het Spaanse vragende voornaamwoord naar de juiste Nederlandse vertaling.
hoe?
welk(e)?
wanneer?
hoeveel?
waar?
wat?
wie?
¿dónde?
¿cuándo?
¿cómo?
¿quién(es)?
¿cuál(es)?
¿qué?
¿cuánto/a/os/as?

Slide 10 - Question de remorquage

Persoonlijk voornaamwoorden / Pronombres personales
ik
jij
hij
zij (enkelvoud)
u (enkelvoud)
wij
jullie
zij (meervoud)
(meervoud)
nosotros/-as
ellos
yo
usted
vosotros/-as
ellas
ella
ustedes
él

Slide 11 - Question de remorquage

Yo ........... dos libros.
A
tengo
B
tiene
C
tenemos
D
tienen

Slide 12 - Quiz

Ana ........... tres coches.
A
tienes
B
tiene
C
tenéis
D
tienen

Slide 13 - Quiz

Pablo y yo no ........... hermanos.
A
tengo
B
tiene
C
tenemos
D
tienen

Slide 14 - Quiz

Juan y Francisco ........... muchos amigos.
A
tienes
B
tiene
C
tenéis
D
tienen

Slide 15 - Quiz

ellos/ellas/ustedes
nosotros/as
yo
él/ella/usted
vosotros/as

Slide 16 - Question de remorquage

MASCULINO
FEMENINO
MASCULINO
FEMENINO
EV
MV
DE / HET
EEN
EL
UN
LOS
UNOS
LA
UNA
LAS
UNAS

Slide 17 - Question de remorquage

Verplaats de bijvoeglijk naamwoorden in de juiste zin aan de hand van de zelfstandignaamwoorden en/of lidwoorden.
La casa es _________________.

Las playas son _________________.

Los conciertos son _________________.
fea
divertidos 
bonitas

Slide 18 - Question de remorquage

Verplaats de bijvoeglijk naamwoorden in de juiste zin aan de hand van de zelfstandignaamwoorden en/of lidwoorden. 
El mercado es _________________.

La escuela es _________________.

Los parques de atracciones son _________________.
importante
pequeño
modernos

Slide 19 - Question de remorquage

Verplaats de bijvoeglijk naamwoorden in de juiste zin aan de hand van de zelfstandignaamwoorden en/of lidwoorden.
Las montañas son _________________.

La ciudad de Nuevas York es _________________.

Los museos son _________________.
tranquilas
turística
grandes

Slide 20 - Question de remorquage

¿Qué palabra es femenina? /
Welk woord is vrouwelijk?
A
mapa
B
gato
C
actor
D
casa

Slide 21 - Quiz

______ rey
A
la
B
el

Slide 22 - Quiz

______ directora
A
la
B
el

Slide 23 - Quiz

La próxima clase
Tema 2:
- ¿qué vamos a aprender?

Meenemen:
1) Schrift
2) Pen
3) Boeken: tekst- en werkboek
4) Opgeladen device + oplader


Slide 24 - Diapositive