wwspelling hoofdstuk 28: voltooid deelwoord

Starttaak
Etui, planner, lesboek, leesboek, schrift open en laptop dicht op tafel.

Maak van hoofdstuk 28 opdracht 8 in je schrift. Kijk het na, tel de goede antwoorden.

Klaar?  Huiswerk nakijken.
Arceer de opdrachten die je na het nakijken nog steeds niet begrijpt.
timer
10:00
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Starttaak
Etui, planner, lesboek, leesboek, schrift open en laptop dicht op tafel.

Maak van hoofdstuk 28 opdracht 8 in je schrift. Kijk het na, tel de goede antwoorden.

Klaar?  Huiswerk nakijken.
Arceer de opdrachten die je na het nakijken nog steeds niet begrijpt.
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Deze week....
Les 1: Instructie H28 Voltooid  en onvoltooid deelwoord
Les 2:Oefenen
Les 3: Leesuur
Weektaak 14 oktober

Leren H28
Maken: .........

Slide 2 - Diapositive

Aan het einde van de les weet je...


... hoe je het voltooid deelwoord op de juiste manier vervoegt (= op de juiste manier in een zin zet).

A meedoen met de instructie
  Weektaak: Leren:hoofdstuk 28         Maken: 1,3,4,7,8
B Lees hoofdstuk 28
Weektaak: Leren hoofdstuk 28           Maken: 3 t/m 5, 7, 9

Slide 3 - Diapositive

WERKWOORDSPELLING

Hoofdstuk 28 voltooid deelwoord
(blz 114)


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Sterke ww met vdw dat niet op -en eindigt

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?
Soms heeft het voltooid deelwoord van een werkwoord dezelfde vorm als de persoonsvorm tegenwoordige tijd (mv).

  1. Wij ontvangen een brief.
  2. Wij hebben een brief ontvangen.

Hoe weet je met welke werkwoordsvorm je te maken hebt?
Door de kenmerken van de werkwoordsvormen erbij te halen.

Slide 8 - Diapositive

Persoonsvorm of voltooid deelwoord?
Kenmerken persoonsvorm: verandert als de tijd/getal verandert.
Kenmerken voltooid deelwoord: heeft een hulpwerkwoord bij zich (hebben, zijn, worden).

  1. Wij ontvangen een brief. - Wij ontvingen een brief. - Ik ontvang een brief.
  2. Wij hebben een brief ontvangen. - Hebben = hulpwerkwoord

Ontvangen in zin 1 = persoonsvorm
Ontvangen in zin 2 = voltooid deelwoord


Slide 9 - Diapositive

Onvoltooid deelwoord
Handeling die nog bezig is.
nd(e)

Slide 10 - Diapositive

Nu jij......
Maken: 3 t/m 5, 7, 9

Slide 11 - Diapositive

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

We starten met stillezen
timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Deze week....
Les 1: Instructie H28 Voltooid  en onvoltooid deelwoord
Les 2:Oefenen
Les 3: Leesuur
Weektaak 14 oktober

Leren H28
Maken: .........

Slide 13 - Diapositive


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 14 - Question ouverte


Hoeveel spelfouten haal je uit dit bericht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quiz


Verbeter de spelfout(en).

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive


Hoeveel fouten haal je uit dit bericht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quiz


Verbeter de fout.

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive


Hoeveel spelfouten vind je in dit bericht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 21 - Quiz


Verbeter de spelfout(en).

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Diapositive


Verbeter het verkeerd gespelde woord.

Slide 30 - Question ouverte

Opdracht
  • Neem een beroep/bekend persoon in gedachten.
  • Schrijf zoveel mogelijk werkwoorden op die erbij horen
  • Kies er 5 uit, beschrijf hiermee het beroep zonder het te noemen, Gebruik steeds het voltooid deelwoord, en minimaal 1 x het onvoltooid deelwoord. 
  • Uitwisselen
timer
3:00

Slide 31 - Diapositive

Persoonsvorm en voltooid deelwoord
Maak onderstaande opdrachten.
Klik op de linkjes om bij de opdrachten te komen.

Slide 32 - Diapositive