Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
4.4 Zwanger worden
Slide 1 - Diapositive
Vandaag
- Korte terugblik vorige les
- 1 hw opdracht bespreken
- Leerdoelen
- Theorie
- Aan de bak!
Slide 2 - Diapositive
Waar hebben wij het de vorige les over gehad?
Slide 3 - Carte mentale
De route van een zaadcel:
teelballen
bijbal
prostaat
zaadblaasjes
zaadleider
urinebuis
Slide 4 - Question de remorquage
eicel
Wat is de route van een zaadcel
vagina
baarmoedermond
baarmoeder
eileider
Slide 5 - Question de remorquage
Wat is bevruchting?
Slide 6 - Question ouverte
Waar vind bevruchting plaats?
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Leerdoelen
4.10 Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.
4.11 Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.
Slide 9 - Diapositive
Erectie en zaadlozing
De penis kan stijf worden, dit heet een erectie.
Dit wordt veroorzaakt doordat de zwellichamen zich met bloed vullen.
Bij geslachtsgemeenschap krijgt een man een zaadlozing hierbij komt sperma uit zijn penis.
Sperma bestaat uit: zaadcellen en vocht met voedingsstoffen uit de zaadblaasjes en prostaat
Zaadcellen: hebben een zweepstaart om zich voort te bewegen
Slide 10 - Diapositive
Bevruchting
De kern van een zaadcel smelt samen met de kern van een eicel.
De bevruchting vindt in de eileider plaats.
Eicel bevat veel reservevoedsel voor de celdeling na bevruchting, hierdoor ontstaat een klompje cellen
Slide 11 - Diapositive
Innesteling
Na een paar dagen zet het klompje cellen zich vast in het baarmoederslijmvlies.
De vrouw is danzwanger.
Slide 12 - Diapositive
Wat is de kleinste menselijke cel?
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Vidéo
Hoe veranderen
moeder en kind?
Veranderingen bij het kind:
In de eerste 12 (+/-3maanden) weken noem je het ongeboren kind een embryo. Zo heet het bolletje cellen dat innestelt in het baarmoederslijmvlies. Alle organen van het embryo worden gevormd. Het ziet er uit als een heel klein mensje.
Na 12 tot +/-40 weken (3 t/m 9 maanden) noem je het ongeboren kind een foetus. De meeste organen zijn nu gevormd, het kindje groeit nu vooral.
De ontwikkelingen in de eerste 12 weken
Slide 15 - Diapositive
Placenta en navelstreng
De foetus is door de navelstreng verbonden
met de placenta.
In de placenta stroomt bloed van de moeder
vlak langs het bloed van de foetus:
Zuurstof en voedingsstoffen van de moeder naar de foetus
Afvalstoffen van de foetus naar de moeder
Slide 16 - Diapositive
vruchtwater en vruchtvliezen
Om het embryo heen zitten vruchtvliezen en vruchtwater.
Deze beschermen het embryo tegen:
*stoten,
*uitdroging en
*temperatuurswisseling.
In het vruchtwater kan het kind zich makkelijk bewegen.