Les 2 Voltooid en tegenwoordig deelwoord

Nederlands
Niveau 4
Leerjaar 1
Periode 2
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Niveau 4
Leerjaar 1
Periode 2

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Nakijken paragraaf 3.1 en 3.2
Voltooid en tegenwoordig deelwoord

Slide 2 - Diapositive

Het rad van fortuin
Ik 'draai' straks een rad. Wijst het rad jouw naam aan, dan krijg je de beurt. 

Slide 3 - Diapositive

Leg uit: regel persoonsvorm v.t.

Slide 4 - Diapositive

Leg uit: regel persoonsvorm t.t.

Slide 5 - Diapositive

Antwoorden huiswerk
Hierna komen de antwoorden.

Heb je vragen? Wil je een toelichting?

Noteer deze. Na de antwoorden kun je vragen stellen.

Slide 6 - Diapositive

Paragraaf 3.1,  opdracht 2
Beste Esmee,
Waarom beantwoord jij mijn mails nooit? Ik weet dat jij het druk hebt, maar ik vind het erg vervelend als ik steeds op je antwoord moet wachten. Het lijkt wel of je mijn mails onbelangrijk vindt.
Ik word hier niet echt vrolijk van, want ook ik heb het druk.
Volgende week rijd ik langs jouw woonplaats. Ik kom dan graag even bij je langs, want ik lijd hier echt onder. Hopelijk vind jij dat een goed idee.
Hoor graag zo snel mogelijk van je, Bastiaan

Slide 7 - Diapositive

Paragraaf 3.1, opdracht 1
1 ontbreekt
2 subsidieert
3 verhuist
4 verwijst
5 vindt
6 beantwoord
7 raad
8 besteedt
9 beïnvloedt, rij(d)
10 aftreedt
11 aanvaard, houdt

Slide 8 - Diapositive

Paragraaf 3.2, opdracht 2
Restaurant De Molen opent haar deuren
Restaurant De Molen opende op 24 april haar deuren. Het restaurant wordt gerund door twee studenten van de horecaopleiding. Op de openingsavond genoten familieleden van een heerlijk menu. Leerling Elin bereidde die avond een uitgebreid driegangenmenu met vis en vlees. Hij kruidde de vis en bakte deze daarna goudbruin. Voor het vlees koos hij voor kalkoenfilet. De kalkoenfilet sneed hij eerst in lapjes en daarna plette hij ze. Vervolgens braadde hij het vlees aan beide kanten. Restaurant-manager Sacha had de leiding over het restaurant. Zij stuurde de overige leerlingen aan. Het was een geslaagde openingsavond.

Slide 9 - Diapositive

Paragraaf 3.2, opdracht 1
1 braadde
2 verhuisde
3 juichten, presenteerde
4 bereidde
5 reisden
6 baadde
7 bonsden
8 sausde, witte
9 plantte, wiedde
10 greep in, pestte
11 verblijdde, werd
12 verwondden, bloedde

Slide 10 - Diapositive

Extra toelichting bij welke vraag?

Slide 11 - Question ouverte

3.3 Voltooid deelwoord
Theorie Nu Nederlands blz. 180

Voltooid deelwoord > gebruik 't kofschip. 
Ik heb gewerkt, het is gebeurd, hij is verhuisd.

Is het voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt? Schrijf zo kort mogelijk, schrijf wat je hoort. 
Vergrote foto,  geschatte bedrag


Slide 12 - Diapositive

3.3 Tegenwoordig deelwoord
Tegenwoordig deelwoord > hele werkwoord + d (maak het woord langer, schrijf wat je hoort.

Een spelend kind [spelende]
Een stralend bruidje [stralende]

Slide 13 - Diapositive

Huiswerk
Maak de opdrachten van paragraaf 3.3 (vanaf blz. 181).

Slide 14 - Diapositive

Hoe vond je deze les gaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage