[4H] VOC & internationale handel

De rede van Amsterdam
Het VOC-schip ligt op de rede (voor de haven) van Amsterdam. De grote schepen konden niet in Amsterdam komen zonder hulp van scheepskamelen. Deze houtconstructies tilden het schip over de zandbank bij Pampus.
VOC retourschip
VOC-schepen waren grote zeilschepen. Ze moesten niet alleen naar Indië varen, maar ook weer terug. Je ziet nu het belangrijkste deel van het schip: de spiegel. Hierop stond de naam en de VOC-kamer (eigenaar van het schip).
VOC-logo
De VOC bestond uit zeven afdelingen, kamers genoemd. Er zaten kamers in Amsterdam, Hoorn, Enkhuizen, Delft, Rotterdam en Zeeland. Boven de V stond vaak de letter van één van de kamers.
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

De rede van Amsterdam
Het VOC-schip ligt op de rede (voor de haven) van Amsterdam. De grote schepen konden niet in Amsterdam komen zonder hulp van scheepskamelen. Deze houtconstructies tilden het schip over de zandbank bij Pampus.
VOC retourschip
VOC-schepen waren grote zeilschepen. Ze moesten niet alleen naar Indië varen, maar ook weer terug. Je ziet nu het belangrijkste deel van het schip: de spiegel. Hierop stond de naam en de VOC-kamer (eigenaar van het schip).
VOC-logo
De VOC bestond uit zeven afdelingen, kamers genoemd. Er zaten kamers in Amsterdam, Hoorn, Enkhuizen, Delft, Rotterdam en Zeeland. Boven de V stond vaak de letter van één van de kamers.

Slide 1 - Diapositive

Doelen
Je kan aan het einde van de les:
- uitleggen wat de moedernegotie was en waarom die belangrijk was voor de welvaart van de Republiek.
- uitleggen a.d.h.v. vier kenmerken waarom de VOC een bijzonder bedrijf was;
- aangeven waarmee en op welke manier de VOC winst maakte;
- uitleggen wie J.P. Coen is;
- een oordeel formuleren over het nalatenschap van de VOC.

Slide 2 - Diapositive

Even opfrissen:
Hoe heette Nederland vanaf 1588?
A
Republiek der Zeventien Verenigde Nederland
B
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
C
Koninkrijk der Zeven Verenigde Nederlanden
D
Koninkrijk Holland

Slide 3 - Quiz

Wie leidde de Republiek in de zeventiende eeuw?
Kies het beste antwoord.
A
De raadpensionaris van Holland
B
De stadhouder van de Unie
C
De raadpensionaris én stadhouder
D
Soms bestuurde de raadpensionaris de Republiek alleen

Slide 4 - Quiz

Wie was geen raadpensionaris van Holland?
A
Prins Maurits
B
Johan van Oldenbarnevelt
C
Johan de Witt
D
Gaspar Fagel

Slide 5 - Quiz

De Moedernegotie
= moeder van alle handel

De belangrijkste bron van voedsel en rijkdom in de Nederlanden.

Slide 6 - Diapositive

Wat was het belangrijkste product uit het Oostzeegebied?
A
Wijn
B
Graan
C
Haring
D
Beverhuiden

Slide 7 - Quiz

Met de moedernegotie bedoelen we:
A
De handel met Indië
B
De handel met het Oostzeegebied
C
De handel met het Middellandse Zeegebied
D
De handel met de Sont

Slide 8 - Quiz

Lees: 'Oorzaken van economische bloei' in MEMO op blz. 103

Noteer in je schrift:
1) de drie factoren die van invloed waren op de economische bloei.

2) welke specialisatie in de landbouw plaatsvindt.

Slide 9 - Diapositive

Leg in eigen woorden uit hoe het Nederlandse veenlandschap voor arbeidsspecialisatie zorgde.

Slide 10 - Question ouverte

De VOC

Slide 11 - Carte mentale

Wat is een monopolie?
A
Een alleenrecht
B
Een gezelschapsspel
C
Een oliesoort
D
Een handelscompagnie

Slide 12 - Quiz

Verenigde Oost-Indische Compagnie
Opgericht in 1602
Als een samenwerking tussen verschillende compagnieën.

Hoofddoelen:
- Specerijen uit Oost-Indië halen.
- Monopolie op handel in Oost-Indische producten.

Slide 13 - Diapositive

Verenigde Oost-Indische Compagnie
Vier voorrechten van de VOC
1) handelsmonopolie
2) Recht om forten te bouwen
3) Recht om verdragen te sluiten
4) Zelfstandig oorlog voeren

Slide 14 - Diapositive

Hoe zorgde de VOC er voor dat hun handelsmonopolie bleef bestaan?

Kies het beste antwoord.
A
De VOC sloot verdragen met Indische vorsten
B
De VOC betaalde meer dan handelaren uit andere Europese landen
C
De VOC bouwde forten om de handel in Indië te controleren
D
De VOC gebruikte geweld als Indische vorsten handelden met andere handelaren

Slide 15 - Quiz

Jan Pietersz. Coen







Let tijdens het kijken op:
- welke specerijen er  van de Banda-eilanden kwamen,
- met welke opdracht Coen naar deze eilanden gestuurd was,
- hoe Coen met de Bandanezen omging.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Geef in het kort aan wat J.P. Coen op de Banda-eilanden gedaan heeft.

Noem ook waarom hij dat deed.

Slide 18 - Question ouverte

Nu maken:
Opdracht over J.P. Coen.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Doelen
Je kan aan het einde van de les:
- uitleggen wat de moedernegotie was en waarom die belangrijk was voor de Republiek;
- uitleggen a.d.h.v. vier kenmerken waarom de VOC een bijzonder bedrijf was;
- uitleggen wie J.P. Coen is;
- een oordeel formuleren over het nalatenschap van de VOC.

Slide 21 - Diapositive

De belangrijkste handel voor de Nederlandse Republiek was
A
De handel in Oost-Indië (VOC)
B
De handel over de Atlantische Oceaan (WIC)
C
De handel met het Oostzeegebied (Moedernegotie)
D
De handel met Engeland en Frankrijk

Slide 22 - Quiz

De VOC was het eerste bedrijf ter wereld waar je aandelen voor kon kopen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Het standbeeld van JP Coen moet
A
Weg
B
Blijven staan
C
Naar een museum

Slide 24 - Quiz