Werkwoordspellingcheck

Werkwoordspelling
Wat weet je nog?
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling
Wat weet je nog?

Slide 1 - Diapositive

Neem de werkwoorden over en spel ze correct 
Zet ze op de juist volgorde  en zet er een komma + spatie tussen.

Slide 2 - Diapositive

1. Tijdens het schilderen van een muur, (veranderen) de muur naarmate je deze (verven) hebt.

Slide 3 - Question ouverte

2. De bewoners van de gebombardeerde stad zochten in hun (verwoesten) huizen naar de laatste resten van hun grotendeels (verbranden) huisraad.

Slide 4 - Question ouverte

3. Heeft Malika je al (vertellen) dat haar afstudeerdatum (veranderen), omdat ze haar studie (vertragen) voor een lang bezoek aan de VS?

Slide 5 - Question ouverte

4. Volgens mijn broer (schudden) het gebouw en (trillen) de grond, als ik met mijn zware transportvliegtuig van de luchtmacht (landen).

Slide 6 - Question ouverte

5. De wilde zwijnen (wroeten, vt) in de tuintjes van de burgers, die van de jachtopziener (eisen, vt) dat hij een deel van de dieren (doden, vt).

Slide 7 - Question ouverte

6. (Raden) eens waarom de belastingdienst niet op mijn bezwaarschrift (antwoorden, vt). Ze hebben alles (deleten)

Slide 8 - Question ouverte

7. Waarom (antwoorden) je je vriend niet dat zijn gezeur je (vervelen)?

Slide 9 - Question ouverte

8. De socialisten (verspreiden, vt) vroeger altijd folders in de weken voor de verkiezingen om de burgers te (verleiden) op hen te stemmen.

Slide 10 - Question ouverte

9. Wanneer het monument te zijner tijd (worden) (onthullen), (gebeuren) dat uiteraard in aanwezigheid van de koningin.

Slide 11 - Question ouverte

Tussenstand: hoe gaat het tot nu toe?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Vidéo

10. Je ziet dat niemand (geloven) dat de minister-president de Nederlandse burgers heeft (beduvelen).

Slide 14 - Question ouverte

11. Waarom heeft die jongen steeds (ontkennen) dat hij de gestorven varkens meestal zelf (verdelgen)?

Slide 15 - Question ouverte

12. Vroeger (lunchen, vt) mijn ouders vaak bij Chez Marie, waarna ze ’s avonds in hun tuin (barbecueën, vt).

Slide 16 - Question ouverte

13. U (veronderstellen) zeker dat dit teleurstellende resultaat het team (ontmoedigen).

Slide 17 - Question ouverte

14. Het in de Telegraaf (vermelden) bericht dat de (verplichten) autokeuring verdwijnt, bleek op geruchten te (berusten).

Slide 18 - Question ouverte