Werkwoordspelling les 3



Werkwoordspelling les 3
Nederlands VG3 
P1 2019/2010
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon



Werkwoordspelling les 3
Nederlands VG3 
P1 2019/2010

Slide 1 - Diapositive

Wat heb je tot nu toe geleerd in de lessen werkwoordspelling?
timer
1:00

Slide 2 - Question ouverte

Aan het einde van deze les weet je ...
... hoe je werkwoorden uit het Engels vervoegt (aanvulling op de vorige les).
... welke regel je toepast bij het voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord.
... in welke werkwoordsvorm (die we tot nu toe hebben behandeld) je extra oefening kunt gebruiken. 


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Skieden
ik ski en hij skiet (-e wordt toegevoegd ivm de uitspraak)

Waarom 'ik skiede' en 'wij skieden' in plaats van 'ik skide' en 'wij skiden'?
De uitspraak is geen probleem.
Maar: na een -ie-klank volgt in het Nederlands het achtervoegsel -de

Slide 8 - Diapositive

skieden, taxieden, wifieden
Hetzelfde geldt voor de werkwoorden taxiën en wifiën. 

Ik taxi / wifi
hij taxiet / wifiet (ivm de uitspraak)
ik taxiede/ wifiede (ivm het achtervoegsel -de)
wij taxieden / wifieden (ivm het achtervoegsel -de)

Slide 9 - Diapositive

Bijvoeglijk gebruikt werkwoord
Zin 5 en 11 in het opdrachtenboekje

5. Het niet te aanvaarden voorstel (het aanvaarde voorstel)
11. Vier te bekleden stoelen (de beklede stoelen)

Na 'te' gebruik je altijd de infinitief. We hebben hier dus eigenlijk niet te maken met een bijvoeglijk gebruikt werkwoord.

Slide 10 - Diapositive