Metriek stelsel

Omrekenen met meters
iedere trede x 10 of delen door 10
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeBasisschoolGroep 7,8

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Omrekenen met meters
iedere trede x 10 of delen door 10

Slide 1 - Diapositive

Ezelsbruggetje: kan het dametje met de cm meten?
Schrijf even op een blaadje, zodat je hem bij de volgende sommen kunt gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

2 hm = ... m

Slide 3 - Question ouverte

Uitleg
begin op de trap bij de hm
2 hm 1 tree naar beneden = x10  is 20 dam
20 dam, 1 tree naar beneden = x10 is 200 m

Slide 4 - Diapositive

5,3 km = ... hm

Slide 5 - Question ouverte

Uitleg trap naar boven
bijv. 5 cm is hoeveel meter?
5 cm : 10 = 0,5 dm
0,5 dm : 10 = 0,05 m

Slide 6 - Diapositive

17 cm = ... m

Slide 7 - Question ouverte

290 dm = ... dam

Slide 8 - Question ouverte

1500 m = ... km

Slide 9 - Question ouverte

4980 mm = ... cm

Slide 10 - Question ouverte

1 hm is ... meter?

Slide 11 - Question ouverte

Hoeveel mm gaan er in 1 cm?

Slide 12 - Question ouverte

Ik meet in meters als ik moet weten hoeveel schutting ik in de tuin moet plaatsen?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

De dikte van papier wordt in .... aangegeven.
A
cm
B
dm
C
mm
D
m

Slide 14 - Quiz

Omrekenen met liters
Hier kan je hetzelfde ezelsbruggetje voor gebruiken.
Onthoud!!
1 dm3 = 1 liter


Slide 15 - Diapositive

meten in meters = de lengte (de rechte streep)

meten in m2 = lengte x breedte (oppervlakte, het platte vlak)

meten in m3= lengte x breedte x hoogte (inhoud of kubus)

Slide 16 - Diapositive

Hoeveel liter past er in een kubus van
4 dm3 ?

Slide 17 - Question ouverte

50 dm3 = ... liter

Slide 18 - Question ouverte

40 ml = ... cl

Slide 19 - Question ouverte

16 hl = ... dal

Slide 20 - Question ouverte

98 hl = ... dal

Slide 21 - Question ouverte

Hoeveel liter past er in 1 dm3 ?

Slide 22 - Question ouverte

1 pond is ... gram?

Slide 23 - Question ouverte

1 ons is .... gram?

Slide 24 - Question ouverte

Hoeveel gram is een baby van 4 pond en 3 ons?

Slide 25 - Question ouverte

Ik bestel bij de slager 1 kilo kip,
hij vraagt of het een onsje meer mag zijn. Hoeveel gram?

Slide 26 - Question ouverte

Ik haal twee pond zakken koffie in de supermarkt. Hoeveel gram koffie?

Slide 27 - Question ouverte

Bij de omtrek van een grasveld meet ik?

Slide 28 - Question ouverte

Welke formule gebruik ik om een oppervlakte op te meten van bijv. de vloer?

Slide 29 - Question ouverte

De oppervlakte druk ik uit in?

A
m2
B
m
C
m3

Slide 30 - Quiz

De inhoud van een zwembad druk ik uit in?
A
m
B
m3
C
m2

Slide 31 - Quiz

Wat is de formule van inhoud?
Om bijvoorbeeld op te meten hoeveel water er in een zwembad moet.

Slide 32 - Question ouverte

Wat is de inhoud van een zwembad van 2 meter breed, 5 meter lang en 2 meter diep?
A
10m3
B
10m2
C
20m2
D
20m3

Slide 33 - Quiz

tijd voor een pauze!

Slide 34 - Diapositive