3.2 Bloedsomloop

Start van de les
- Rustige binnenkomst, direct naar je eigen tafeltje (klasopstelling).

- Check bij jezelf: jas/pet/kauwgom?

- Tablet blijft in de tas. Werkspullen pak je voor je.

- Zachtjes overleg tot timer is afgelopen. Lesstart -> aandacht naar voren.

- leesmoment (lezen theorie uit je lesboek).
Lezen basisstof 1 en 2.


timer
2:00
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Start van de les
- Rustige binnenkomst, direct naar je eigen tafeltje (klasopstelling).

- Check bij jezelf: jas/pet/kauwgom?

- Tablet blijft in de tas. Werkspullen pak je voor je.

- Zachtjes overleg tot timer is afgelopen. Lesstart -> aandacht naar voren.

- leesmoment (lezen theorie uit je lesboek).
Lezen basisstof 1 en 2.


timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.2 Bloedsomloop

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weet je dit nog?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke 2 delen bestaat ons bloed?
A
bloedplasma en rode bloedcellen
B
bloedplasma en witte bloedcellen
C
bloedplaatjes en vaste bestanddelen
D
bloedplasma en vaste bestanddelen

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedplaatjes
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Kun je per deel uitleggen wat de functie is?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 3.2 Bloedsomloop
Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3 Typen bloedvaten

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

slagaders en aders hebben de naam van het orgaan waar ze naartoe of vanaf lopen. bv beenslagaders en beenaders

Slide 8 - Diapositive

slagaders en aders hebben de naam van het orgaan waar ze naartoe of vanaf lopen. bv beenslagaders en beenaders
SLAG ader
 ader

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Dubbele bloedsomloop
Kleine bloedsomloop:
Hart (rechts) -> longen -> hart (links)
functies: - zuurstof bij de longen ophalen 
                      - koolstofdioxide afgeven

Grote bloedsomloop:
Hart (links) -> lichaam -> hart (rechts)
  functies: - zuurstof naar alle organen brengen
                        - koolstofdioxide ophalen

Dubbele bloedsomloop: Het bloed gaat telkens twee keer achter elkaar door het hart.


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

      rechts                                                                                                 links
blauw:                                                                                                                                                                         rood:
zuurstofarm                                                                                                                                                            zuurstofrijk

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat heb je nodig om bloed te laten stollen.
A
Witte bloedcellen
B
Rode bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Opgeloste stoffen

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slagaders
  • vanaf hart, richting orgaan

  • hartslag voelbaar, bloeddruk hoog.

  • alleen aan begin kleppen aanwezig (halve maanvormige kleppen)

  • krijgen de naam van orgaan waar bloed naar toe stroomt (bijv. nierslagader)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Haarvaten
  • bloedvaatjes in/rondom organen.
  • wand 1 cellaag dun.
  • Voedingstoffen en zuurstof overdracht.
  • de bloeddruk is lager dan in slagaders.
  • alle haarvaten in en rondom orgaan: haarvatennet.
  • krijgen de naam van orgaan (bijv. nierhaarvaten).

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aders
  • Van organen terug naar hart
  • dunnere wand dan slagader
  • liggen ondiep/aan het oppervlak
  • bloeddruk laag
  • kleppen: bloed stroomt niet terug. 
  • krijgen de naam van orgaan waar ze vanaf komen (bijv. nierader)

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken  verschillende bloedvaten
Slagaders
Aders
Haarvaten
Richting
van hart af
naar hart toe
in organen
Bloeddruk
hoog
laag
middelmatig
Wand
dik, elastisch, stevig
dunne wand
één cellaag dik
Hartslag
'Slag' merkbaar (pols)
'Slag' niet merkbaar
'Slag' niet merkbaar
Plaats
meestal diep in lichaam
meestal ondiep
in het hele lichaam
Kleppen
alleen 1/2maanvormige kleppen
overal kleppen; verhinderen terugstromen bloed
geen kleppen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn ook bloedvaten met bijzondere namen:
- de aorta 
- de bovenste holle ader
- de onderste holle ader
- de halsslagader
- de halsader
- poortader
Leer de namen, plaats en functie (zie boek).




Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De grootste slagader heet aorta.

De aorta begint bij het hart.
De aorta heeft vertakkingen die naar de (slagaders van de) organen gaan.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De holle ader
De aders die van de organen afkomen, monden uit in de grootste ader: de holle ader

De bovenste holle ader komt van boven: hals, hoofd en armen. 

De onderste holle ader: komt af van romp en benen.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het bloedvat dat bloed naar het hoofd vervoert, heet halsslagader.

Bloed stroomt van het hoofd terug naar het hart door de halsader.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Poortader
Verbindt het darmkanaal met de lever

zuurstofarm bloed 

Bloed rijk aan voedingstoffen

De lever verwijdert uit het bloed de schadelijke stoffen die ingenomen zijn met de voeding.
 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doet de poortader?
A
Deze ader vervoert bloed naar de longen
B
Deze ader vervoert zuurstof naar onze organen
C
Deze ader vervoert bloed uit de wand van het darmkanaal naar de lever
D
Deze ader vervoert bloed naar ons hart

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe stroomt het bloed in de poortader?
A
Van de maag naar de lever
B
Van de darm naar de lever
C
Van de lever naar de maag
D
Van de lever naar de maag

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen
Deze bloedvaten moet je kunnen  aanwijzen en benoemen.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de juiste bloedvaten naar de roze vakken.
Poortader
Bovenste holle ader
Leverslagader
Armader
Nierader
Armslagader
Nierslagader
Beenslagader

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleine bloedsomloop
Lichaam
Grote bloedsomloop
Hart
Longen

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke functies hebben de bloedsomlopen?
Sleep de functies naar de juiste bloedsomloop.

Grote Bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
Zuurstof afgeven aan cellen
Zuurstof opnemen in het bloed
koolstofdioxide afgeven aan de longen
koolstofdioxide opnemen in het bloed

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


A
1. slagader 2. haarvat 3. ader
B
1. aorta 2. haarvat 3. ader
C
1. ader 2. haarvat 3. slagader
D
1. ader 2. haarvat 3. ader

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke volgorde stroomt het bloed?
A
Slagader - haarvaten- ader
B
haarvaten - ader - slagader
C
Ader - haarvaten - slagader
D
Slagader - ader - haarvaten

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De kleine bloedsomloop gaat naar.....
A
alle organen van het lichaam
B
de longen

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze bloedvaten hebben kleppen
A
Slagaders
B
Haarvaten
C
Aders

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze bloedvaten zijn meestal zuurstof arm
A
slagaders
B
haarvaten
C
aders

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedvat met de dunste wand
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt een bloedvat gerepareerd als het beschadigd raakt?
A
Met behulp van bloedplaatjes
B
Met behulp van rode bloedcellen
C
Met de hulp van voedingsstoffen
D
Met behulp van witte bloedcellen

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

herhalen: bloedsomloop
de mens heeft een dubbele bloedsomloop:
- kleine bloedsomloop: hart - longen - hart
- grote bloedsomloop: hart - organen - hart
Het bloed stroomt per omloop 2x door het hart, vandaar de naam: dubbele bloedsomloop.

Slagader: van hart -> richting organen (heenweg)
Dik en gespierd, hoge bloeddruk
Haarvat: uitwisseling van voedingsstoffen en afvalstoffen tussen bloed en orgaan
1 cellaag dik
Ader: van organen -> richting hart (terugweg)
kleppen, lage bloeddruk



Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Thema 3, basisstof 2
- Opdrachten 1 t/m 8
- Nakijken

Strijders
Oefen online met aanwijzen en benoemen van de verschillende bloedvaten:




Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

quizizz b1+2
https://quizizz.com/admin/quiz/5d9b68fdef929f001a20e877?searchLocale=

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions