Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
Grammatica woordsoorten
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel
Na deze les weet je wat een zelfstandig werkwoord en een hulpwerkwoord zijn en kun je ze aanwijzen in de zin.
Slide 2 - Diapositive
Wat is een werkwoord?
Slide 3 - Carte mentale
Noteer de werkwoorden uit de zin: De schilder zou het raam donkergroen hebben geverfd.
Slide 4 - Question ouverte
Wat is het belangrijkste ww? 'De schilder zou het raam donkergroen hebben geverfd.'
A
zou
B
hebben
C
geverfd
Slide 5 - Quiz
Theorie
Slide 6 - Diapositive
Zelfstandig werkwoord
Geeft aan wat het onderwerp 'doet'.
Er zit altijd maar één zelfstandig werkwoord in een zin.
Is het belangrijkste werkwoord van een zin.
Je kunt het niet weglaten in de zin.
Eén werkwoord in de zin? Dan is dat altijd het zww.
Ik loop naar school.
Ik ben naar school gelopen.
Slide 7 - Diapositive
Hulpwerkwoord
Helpt het zelfstandig werkwoord in de zin.
Er kunnen meerdere hulpwerkwoorden in een zin zitten.
Meer dan één werkwoord in de zin? Dan is de pv hulpwerkwoord.
Je kunt hulpwerkwoorden uit de zin weglaten (en dan kun je de zin nog begrijpen).
De schilder zou het raam donkergroen hebben geverfd.
Slide 8 - Diapositive
De schilder zouhet raam donkergroen hebben geverfd.
De schilder zou het raam donkergroen hebben geverfd. De schilder heeft het raam donkergroen geverfd. De schilder heeft het raam donkergroen geverfd. De schilder verft het raam donkergroen.
Slide 9 - Diapositive
Snap je het?
Slide 10 - Diapositive
Wat is het zelfstandig werkwoord? Ik heb mijn spreekbeurt goed kunnen voorbereiden.
Slide 11 - Question ouverte
Wat is het hulpwerkwoord? Ik heb mijn spreekbeurt goed kunnen voorbereiden.