Verslavingszorg - Agogiek

Verslavingszorg - Agogiek
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Verslavingszorg - Agogiek

Slide 1 - Diapositive

16.1 Wat is een verslaving
  1. Stoornis in de DSM-5 
  2. Middelen zoals drugs en alcohol en gokken. 
  3. Er moet sprake zijn van Craving = het sterke en terugkerende verlangen naar een verslavend middel. 

Slide 2 - Diapositive

16.1 Het ontstaan van verslaving
Theoretische modellen die het ontstaan van verslavingen proberen te verklaren. 

  1. het sociologische model
  2. het psychosociaal model
  3. het neurobiologisch model.

Slide 3 - Diapositive

16.1 Het sociologisch model
  1. Maatschappelijke omstandigheden en stress spelen een rol.
  2. Beschermende factoren: veilige jeugd; zelfvertrouwen, sociaal netwerk. 
  3. Risicofactoren: gebrek aan zelfvertrouwen, trauma’s en een hoge werkdruk.

Slide 4 - Diapositive

16.2 Psychosociaal model
1. Slaat op de sociale systemen waarin de cliënt verkeert 
en welke rol de cliënt zelf speelt in zijn systeem. 
2. Bijvoorbeeld: ervaren van groepsdruk van vrienden om drugs te gebruiken en hier aan toegeven. 

Slide 5 - Diapositive

Neuro-pyschologisch model
Twee zaken spelen een grote rol: 
1. het beloningscentrum
2. neuroplasticiteit. 

  

Slide 6 - Diapositive

Beloningscentrum
  1. Maakt dopamine aan dat zorgt voor prettige gevoelens. 
  2. Bepaalde middelen maken veel dopamine.
  3. Verlangen om dit gevoel nog een keer te ervaren > drug vaker gebruiken. 
  4. Hoe vaker de drug gebruikt wordt, hoe minder dopamine het lichaam aanmaakt. Dit heeft dan weer te maken met neuroplasticiteit.

Slide 7 - Diapositive

Neuroplasticiteit
  1. Staat voor veranderingen in de hersenen als gevolg van gedrag en ontwikkeling. 
  2. Overmatig gebruik van alcohol = aantal receptoren in de hersenen die dopamine opvangen vermindert. 
  3. De cliënt voelt zich door zijn alcoholgebruik dus minder snel prettig. 
  4. Meer alcohol nodig om weer dat vertrouwde prettige gevoel te krijgen dat een kleinere hoeveelheid alcohol hem eerst gaf.

Slide 8 - Diapositive

Neuroplasticiteit
  1. Invloed op gewoontes. 
  2. Als je bepaalde handelingen veel herhaalt dan ontstaat er een pad in je hersenen dat ervoor zorgt dat je automatisch die handeling verricht. 
  3. Wijntje drinken als je negatieve emoties ervaart > na een aantal keer het eerste waar je aan denkt, een ingesleten gewoonten in de hersenen.
  4. Zorgt er ook voor dat iemand zichzelf nieuwe gewoontes kan aanleren, waarbij in de hersenen een nieuw pad wordt aangemaakt. 
  5. eHealth-tool waarbij de cliënt flessen alcohol die in beeld verschijnen moet wegduwen.

Slide 9 - Diapositive

Behandeling van verslaving
Maak een mindmap met daarin:
Acceptance and Commitment Therapy (ACT)
Terugvalpreventie
Gevolgenmodel
psycho educatie sociaal netwerk



Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Slide 12 - Vidéo