Persoonlijke- en bezittelijke voornaamwoorden 2e les

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 2

Welcome back!

Today: 

- Homework Check

Test Planning + Test Prep

- Homework

Homework check

Important!

Persoonlijke voornaamwoorden

Een persoonlijk voornaamwoord is een woord dat verwijst naar een levend wezen.

This is my sister.

She is a teacher.                            

Persoonlijke voornaamwoorden

(onderwerp)

I (ik)

You (jij)

He/She/It (hij/zij/het)

We (wij)

You (jullie)

They (zij)

Persoonlijke voornaamwoorden
(niet-onderwerp)

Me (me)

You (jou)

Him/Her/It (hem/haar/het)

Us (ons)

You (jullie)

Them (hen)

Bezittelijke voornaamwoorden

Een bezittelijk voornaamwoord is een woord dat een relatie aangeeft tussen een zelfstandig naamwoord en een persoon, dier of instantie (bezittelijk).

That is my bag.

Bezittelijke voornaamwoord

(bijvoegelijk)

My (mijn)

Your (jouw)

His/Her/Its (zijn/haar/het)

Our (onze)

Your (jouw)

Their (hun)

Bezittelijke voornaamwoord

(zelfstandig)

Mine (van mij)

Yours (van jou)

His/Hers (van hem/van haar)

Ours (van ons)

Yours (van jullie)

Theirs (van hen)

Now...

Grammar Practice:

- Work on your hand-out (5 minutes for "persoonlijke")

          -Check 2 minutes

- Work on your hand- out (10 minutes for "bezittelijke)

          - Check 3 minutes

- Finished? -> homework

                          -> 1.3 (speaking) -> Exercise 7 - 8 - 9 - 10

                                                           - Finished 

Homework

Paragraph 1.3 (Speaking) 

Do exercise 7 - 8 - 9 - 10 in All Right online

Study Expressions: page 43