Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Les 2: meervoud en verkleinvormen
Verkleinvormen en meervoud
1 / 52
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 7
Cette leçon contient
52 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Verkleinvormen en meervoud
Slide 1 - Diapositive
Verkleinvormen en meervoud
In deze les ga je leren:
- hoe je verkleinvormen en meervoud spelt bij:
- woorden op lange klanken (opa)
- woorden op korte klanken (lade)
- woorden op -y en -ey
- symbolen (€)
- afkortingen (sms)
Slide 2 - Diapositive
Lange en korte klanken
Het Nederlands heeft lange en korte klanken.
Korte klanken spreek je uit als a, o, i, u, e.
Lange klanken spreek je uit als aa, oo, uu, ie, ee.
Dubbelklanken en combinatieklanken (zoals oe, ei, ey en eau) zijn ook lange klanken.
Slide 3 - Diapositive
Wat zijn lange klanken?
A
a - o - i -u -e
B
oo - oe - ey - eau
Slide 4 - Quiz
Lange klank, korte letter
Let op: soms hoor je een lange klank, maar schrijf je een korte letter.
Bijvoorbeeld in radio:
schrijf je een a, maar hoor je aa;
schrijf je een i, maar hoor je ie;
schrijf je een o, maar hoor je oo.
Slide 5 - Diapositive
Welke woord heeft lange klanken en korte letters?
A
zebra
B
klimrek
Slide 6 - Quiz
De
E
: lang of kort?
De korte letter e kan op drie manieren uitgesproken worden.
als de korte klank ‘e’: festival
als de korte klank ‘u’: limonade
als de lange klank ‘ee’: Enschede
De é in café klinkt lang en telt daarom als lange letter.
De è in hè klinkt kort en telt daarom als korte letter.
Slide 7 - Diapositive
De
Y
: lang of kort?
De Griekse y komt oorspronkelijk in het Nederlands niet voor.
De y (in baby) en ey (in diskjockey) spreek je allebei uit als ie, maar met spelling is er een verschil.
De regel is:
y telt als een korte klank
ey telt als een lange klank.
Slide 8 - Diapositive
Verkleinvormen
Slide 9 - Diapositive
Verkleinvormen
Bij woorden die eindigen op
een lange klank die lang geschreven
is, schrijf je de verkleinvorm er gewoon aan vast.
Er verandert dus niets aan het woord zelf!
cadeau – cadeautje
diskjockey – diskjockeytje
Slide 10 - Diapositive
Welk woord is goed gespeld?
niveau
A
niveautje
B
niveau'tje
Slide 11 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
smiley
A
smileytje
B
smilietje
Slide 12 - Quiz
Verkleinvormen: 2
Bij woorden die eindigen op een lange klank die kort geschreven is, schrijf je bij de verkleinvorm een lange klank.
De lange klank wordt nu geschreven met dubbele letters!
opa – opaatje
radio – radiootje
Slide 13 - Diapositive
Welk woord is goed gespeld?
paraplu
A
paraplutje
B
parapluutje
Slide 14 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
pagina
A
paginaatje
B
paginatje
Slide 15 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
café
A
cafétje
B
cafeetje
Slide 16 - Quiz
Verkleinvormen 3
Bij woorden die eindigen op een korte klank, schrijf je de verkleinvorm er gewoon aan vast.
Er verandert dus niets aan het woord zelf!
parade – paradetje
promenade – promenadetje
Slide 17 - Diapositive
Welk woord is goed gespeld?
affaire
A
affairtje
B
affairetje
Slide 18 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
adviseuse
A
adviseusetje
B
adviseusje
Slide 19 - Quiz
Verkleinvormen: 4
Bij woorden die eindigen op een korte -y, gebruik je een apostrof. Er verandert dus niets aan het woord zelf!
lolly – lolly’tje
pony – pony’tje
Slide 20 - Diapositive
Welk woord is goed gespeld?
baby
A
babietje
B
baby'tje
Slide 21 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
puppy
A
puppietje
B
puppy'tje
Slide 22 - Quiz
Meervoud
Slide 23 - Diapositive
Meervoudsvormen: 1
Bij woorden met een lange klank die al lang geschreven is, schrijf je de s er gewoon aan vast.
Er verandert dus niets aan het woord zelf!
bureau – bureaus
diskjockey – diskjockeys
café – cafés
Slide 24 - Diapositive
Welk woord is goed gespeld?
smiley
A
smilies
B
smileys
Slide 25 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
cadeau
A
cadeau's
B
cadeaus
Slide 26 - Quiz
Meervoudsvorm 2:
Bij woorden met een lange klank die kort geschreven is, gebruik je een apostrof: ’s. Er verandert dus niets aan het woord zelf!
opa – opa’s
radio – radio’s
Slide 27 - Diapositive
Welk woord is goed gespeld?
zebra
A
zebra's
B
zebras
Slide 28 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
paraplu
A
paraplu's
B
paraplus
Slide 29 - Quiz
Meervoudsvorm: 3
Bij woorden die eindigen op een korte klank, schrijf je de s er gewoon aan vast. Er verandert dus niet aan het woord zelf!
parade – parades
lade – lades
Slide 30 - Diapositive
Welk woord is goed gespeld?
promenade
A
promenade's
B
promenades
Slide 31 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
etage
A
etage's
B
etages
Slide 32 - Quiz
Meervoudsvorm: 4
Bij woorden die eindigen op een korte -y, gebruik je een apostrof. Er verandert dus niets aan het woord zelf!
lolly – lolly’s
pony – pony’s
Slide 33 - Diapositive
Welk woord is goed gespeld?
baby
A
baby's
B
babies
Slide 34 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
hobby
A
hobby's
B
hobbies
Slide 35 - Quiz
Namen
Lange klank, lang geschreven: Beau + s = Beaus fiets
Lange klank, kort geschreven: Remco + s = Remco’s laptop
Korte klank, kort geschreven: Lotte + s = Lottes kleding
Namen op -y: Jaimy + s = Jaimy’s verhaal
Namen op -ey: Wesley + s = Wesleys ouders
Namen op -s: Roos + s = Roos’ avontuur
Slide 36 - Diapositive
Welke naam is goed gespeld?
Levni
A
Levni's trui
B
Levnis trui
Slide 37 - Quiz
Welke naam is goed gespeld?
Sanne
A
Sannes laptop
B
Sanne's laptop
Slide 38 - Quiz
Welke naam is goed gespeld?
Bas
A
Bas laptop
B
Bas' laptop
Slide 39 - Quiz
Welke naam is goed gespeld?
Kimberley
A
Kimberley's fiets
B
Kimberleys fiets
Slide 40 - Quiz
Welke naam is goed gespeld?
Jay
A
Jays jas
B
Jay's jas
Slide 41 - Quiz
Let op de uitspraak!! (1)
Is er geen uitspraakprobleem? Schrijf dan alles aan elkaar vast.
cadeau – cadeautje
diskjockey – diskjockeytje
parade – paradetje
promenade – promenadetje
Slide 42 - Diapositive
Let op de uitspraak!! (2)
Uitspraakproblemen bij + tje probeer je op te lossen met extra letters.
foto – fot
oo
tje
Alleen bij -y gebruik je een apostrof.
baby – baby
’tje
Slide 43 - Diapositive
Let op de uitspraak!! (3)
Uitspraakproblemen bij + s los je altijd op met een apostrof, nooit met extra letters.
foto – foto
’s
baby – baby
’s
Slide 44 - Diapositive
Afkortingen en rare tekens
Bij verbuigingen van afkortingen of rare tekens gebruik je een apostrof:
dj: dj’tje – dj’s
wc: wc’tje – wc’s
€: €’tje – €’s
Slide 45 - Diapositive
Welk woord is goed gespeld?
dvd
A
dvdtje
B
dvd'tje
C
dvd-tje
Slide 46 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
tv
A
tv's
B
tv-s
C
tvs
Slide 47 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
mbo
A
mbos
B
mbo-s
C
mbo's
Slide 48 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
sms
A
sms'je
B
smsje
C
sms-je
Slide 49 - Quiz
Schrijf het meervoud en de verkleinvorm op van:
- plateau
- smiley
- opa
- tv
- café
- etage
- baby
Slide 50 - Diapositive
Antwoorden
plateau - plateaus - plateautje
smiley - smileys - smileytje
opa - opa's - opaatje
tv - tv's - tv'tje
café - cafés - cafeetje
etage - etages - etagetje
baby - baby's - baby'tje
Slide 51 - Diapositive
Vragen?
Slide 52 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Lange en korte klanken
Octobre 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Spelling hoofdstuk 3
Janvier 2021
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Lange en korte klanken
Janvier 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Schrijven 3 - les 5 - Spelling
Novembre 2023
- Leçon avec
38 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Spelling § 10
Juin 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Spelling 1LB - 11/05
Mai 2021
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Spelling plot les 1 t/m 8
Janvier 2023
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Oefenen voor pw Spelling+Over Taal
Mai 2022
- Leçon avec
43 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4