H8 paragraaf 2

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

VIVO H8 Hart en bloedvaten

H8 paragraaf 2

Bloedsomloop

Open bloedsomloop

Gesloten bloedsomloop

Wanneer wordt een bloedsomloop een open bloedsomloop genoemd? En wanneer een
gesloten bloedsomloop?

1. Open: het stroomt vrij door het lichaam. Gesloten: loopt niet door het lichaam
2. Open: het heeft een vast stelsel waar het doorheen stroomt. Gesloten: het stroomt vrij door het lichaam.
3. Open: het stroomt vrij door het lichaam. Gesloten: het heeft een vast stelsel waar het doorheen stroomt.
4. Open: buiten het lichaam stroomt. Gesloten: als het nergens heen kan.

Enkele bloedsomloop

Dubbele bloedsomloop

Dubbele bloedsomloop

- Het hart heeft een tussenwand.

- Het bloed gaat 2x door het hart per omloop.

Waarom is bij de mens de bloedsomloop een dubbele bloedsomloop?

1. Het bloed maakt twee rondjes
2. Het bloed komt langs twee longen
3. Het bloed gaat twee keer door het hart
4. Het bloed heeft een dubbele stroming

Dubbele bloedsomloop

Bestaat uit: 

1. De grote bloedsomloop

2. De kleine bloedsomloop

Kleine bloedsomloop

Doel:

- zuurstof ophalen bij de longen

- koolstofdioxide afgeven aan de longen

Blauw = zuurstofarm bloed

Rood = zuurstofrijk bloed

Grote bloedsomloop

Doel:

- zuurstof afgeven aan alle organen

- koolstofdioxide opnemen bij alle organen

Blauw = zuurstofarm bloed

Rood = zuurstofrijk bloed

De kleine bloedsomloop is het tegenovergestelde van de grote bloedsomloop.

1. Juist
2. Onjuist

Kleine bloedsomloop

Grote bloedsomloop

1

2

Zuurstofarm -

kleine bloedsomloop

Zuurstofrijk -

grote bloedsomloop

Zuurstofrijk -

kleine bloedsomloop

Zuurstofarm -

grote bloedsomloop

Hoe loopt de kleine bloedsomloop?

Wat is de taak van de kleine bloedsomloop?

1. Hart --> hele lijf --> Hart, Zuurstof opname in bloed
2. Hart --> hele lijf --> Hart, Zuurstof afgeven aan cellen
3. Hart --> Longen --> Hart, Zuurstof opname in bloed
4. Hart --> Longen --> Hart, Zuurstof afgeven aan cellen

Bloedvaten

Er zijn 3 soorten bloedvaten:

1. Slagaders

2. Haarvaten

3. Aders

In de haarvaten stroomt het bloed veel langzamer. Hierdoor kan er zuurstof en voedingsstoffen worden afgegeven en koolstofdioxide worden opgenomen

Bloedvaten

Bloedvaten noem je naar het orgaan waar ze bijhoren

longslagader
 longhaarvaten
longader

Beenslagader
Beenhaarvaten
Beenader

Uitzonderingen

Aorta

Poortader

Onderste en bovenste
holle ader

poortader

holle ader

aorta

nierader

leverslagader

halsader

leverader

halsslagader

nierslagader

longslagader

Zelfstandig werken

1. Maak de opdrachten van paragraaf 8.2

2. Leer de begrippen van paragraaf 8.2

3. Werk aan je samenvatting.

Helemaal klaar? Kies:
Herhaling, Extra of Plus