Taalverzorging 4H deel 2 taalfouten

4H interpunctie en taalverzorging deel 2 
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

4H interpunctie en taalverzorging deel 2 

Slide 1 - Diapositive

Taalfouten
In deze les gaan jullie kennismaken met het onderdeel taalfouten.  We bespreken een aantal veelvoorkomende taalfouten die zowel op woord- als op zinsniveau voorkomen. Tijdens de les kun je blz. 4 t/m 8 van je boekje 'Taalverzorging' erbij houden. Daar vind je de belangrijkste regels op een rijtje. Indien nodig kun je de theorie tijdens de les aanvullen.  

Slide 2 - Diapositive

We bespreken de volgende categorieën taalfouten
1. Verkeerde woordkeus: verkeerd woordpaar, woorden die op elkaar lijken, zelf verzonnen woorden  
2. Stijlfouten: dubbele ontkenning, foutief pleonasme, foutieve tautologie, storende woordherhaling, contaminatie, congruentiefout 
3. Woorden op de verkeerde plaats 
4. Verwijswoorden 

Slide 3 - Diapositive

Categorie (1) stijlfouten 

Slide 4 - Diapositive

Letterlijke herhaling


Tautologie


Pleonasme


Contaminatie

Dubbele ontkenning

Congruentiefout 
Hetzelfde woord wordt meerdere keren gebuikt. 

Twee verschillende woorden met dezelfde betekenis

Je noemt een kenmerk dat al in een ander woord zit

Twee woorden of uitdrukking worden door elkaar gebruikt
Je ontkent iets twee keer
Wanneer het onderwerp in het ev staat en de persoonsvorm in het mv of andersom 

Slide 5 - Diapositive

timer
2:00
pleonasme
tautologie
contaminatie
onjuiste herhaling
dubbele ontkenning
Aan het einde van de voorstelling daalde het gordijn langzaam naar beneden.
Nooit en te nimmer doe ik daar nog een keer aan mee.
Vanwege familieomstandigheden was hij niet in staat te kunnen komen.
Je had ze wel even vooraf kunnen waarschuwen voor de gevaarlijke tocht.
Op zo'n nare opmerking heb ik echt niets op te zeggen.
Als we niet langer gaan werken dan lopen de pensioenen in gevaar.
De minister wil voorkomen dat er nooit geen mensen een test laten doen.

Slide 6 - Question de remorquage

Formuleerfouten
Hiernaast staan zinnen met stijlfouten. 
1) Welke fout herken je? (kies uit: pleonasme, contaminatie, tautologie, onjuiste herhaling, dubbele ontkenning, foutieve weglating en interpunctiefouten)
2) Verbeter de zin
3) In hoeverre irriteer jij je aan deze formuleerfouten (of erger ;-)
(1) Hoewel ik als docent Nederlands ontzettend veel lees schaam ik me niet dat ik soms een boek wegleg omdat ik op dat moment het verhaal niet kan verwerken.

(2) De schrijver werd geprezen om zijn literaire debuut en een prijs overhandigd voor beste nieuwkomer.

(3) Leerlingen in klas 4 kregen permissie om het spannende boek van Margje Woodrow te mogen lezen voor hun leeslijst.

(4) Voor de leeslijst is het belangrijk om je horizon te verbreden, desondanks is het toch toegestaan boeken van hetzelfde genre op de lijst te plaatsen.

(5) Voordat je een boek leest moet je altijd even nachecken of het boek voldoet aan de voorwaarden om te voorkomen dat het niet is toegestaan.

(6) Bernlef had niet verwacht dat over zijn boek Hersenschimmen leerlingen zo enthousiast over zouden zijn.
timer
3:00

Slide 7 - Diapositive

Congruentiefout
Congruentie -> congruent = overeenstemmend
Bij formuleren: overeenstemming tussen OND en PV

Enkelvoudig onderwerp <-> enkelvoudige persoonsvorm
Meervoudig onderwerp <-> meervoudige persoonsvorm

Slide 8 - Diapositive

Congruentiefout - oorzaak 1
Meervoudig onderwerp wordt voor enkelvoudig aangezien

De media schrijft bijzonder negatief over dit afvalverwerkingsbedrijf.
    De media schrijven …….

Drugs veroorzaakt veel overlast in de grensstreek.
    Drugs veroorzaken ……

Slide 9 - Diapositive

Congruentiefout - oorzaak 2
Enkelvoudig onderwerp wordt voor meervoudig aangezien.

Zowel Karin als Ilona kwamen te laat.
    Zowel Karin als Ilona kwam…

De Nederlandse jeugd hebben steeds vaker schulden bij de bank.
    De Nederlandse jeugd heeft …

Slide 10 - Diapositive

Congruentiefout - oorzaak 3
In het onderwerp wordt een enkelvoudige kern gevolgd door een meervoudige bijvoeglijke bepaling.

Meer dan de helft (kern) van de Nederlandse vrouwen (bijv. bep.) hebben een deeltijdbaan.
    Meer dan de helft van de Nederlandse vrouwen heeft …

Een aantal leerlingen hebben een acht gehaald.
    Een aantal leerlingen heeft ...

Slide 11 - Diapositive

Congruentiefout - oorzaak 4
Een meewerkend voorwerp wordt voor onderwerp aangezien.

Bezoekers van het congres die vragen willen stellen aan de parlementariërs  worden verzocht dat van te voren schriftelijk kenbaar te maken.
    (aan) Bezoekers van het congres die vragen willen stellen aan de parlementariërs wordt verzocht dat van te voren schriftelijk kenbaar te maken.

Slide 12 - Diapositive

Het kernwoord bepaalt ev/mv

Een aantal kinderen kwamen te laat.
Een aantal kinderen liep voor de klas uit.

Er lag een paar sokken in de vuilnisbak.
Er lagen een paar sokken in de vuilnisbak.

Dat is een van de mannen die mij aanviel
Dat is een van de mannen die mij aanvielen.

Zowel mijn vader als mijn moeder is met pensioen.
Niet alleen mijn vader, maar ook mijn moeder is met pensioen.
Eén van de beste volleyballers die in het Nederlandse team heeft gespeeld, is Ron Zwerver.

Eén van de beste volleyballers, die in het Nederlandse team heeft gespeeld, is Ron Zwerver.

Eén van de beste volleyballers die in het Nederlandse team hebben gespeeld, is Ron Zwerver.


Slide 13 - Diapositive

Categorie (2) verkeerde woordkeus 

Slide 14 - Diapositive

verkeerd woordpaar 



woorden die op elkaar lijken 



Zelf verzonnen woord 

Woordparen die op elkaar lijken, zowel qua vorm als betekenis, maar die je op verschillende manieren moet gebruiken. 

De woorden lijken op elkaar qua vorm, maar hebben wat betreft betekenis niets met elkaar te maken. 

Mensen gebruiken soms woorden omdat ze het mooi of interessant vinden, maar kennen het woord eigenlijk niet. Daardoor gebruikt men soms een woord dat niet bestaat. 

Slide 15 - Diapositive

Wat is hier fout?
'Het bedrijf is gefusilleerd met de concurrent.'
A
woorden die op elkaar lijken
B
zelf verzonnen woord
C
verkeerd woordpaar

Slide 16 - Quiz

Wat is hier fout?
'Hij stond in dubro wat hij het best kon doen.'
A
woorden die op elkaar lijken
B
zelf verzonnen woord
C
verkeerd woordpaar

Slide 17 - Quiz

Wat is hier fout?
'De slechte beoordeling is te danken aan de afgenomen prestaties van het team'.
A
woorden die op elkaar lijken
B
zelf verzonnen woord
C
verkeerd woordpaar

Slide 18 - Quiz

Categorie (3) woorden op de verkeerde plaats 

Slide 19 - Diapositive

verwijswoorden 
Met verwijswoorden verwijs je terug naar andere woorden, zinsdelen of zelfs hele zinnen in de tekst. Als je een verkeerd verwijswoord gebruikt, spreken we van een verwijsfout. 

Kijk voor een overzicht van de belangrijkste regels wat betreft verwijswoorden op bladzijde 5 t/m 8. 

Slide 20 - Diapositive

Welk woord staat op de verkeerde plaats?
'Alle tomaten komen tegenwoordig bijna uit kassen.'
A
tomaten
B
komen
C
bijna
D
kassen

Slide 21 - Quiz

Categorie (4) verwijswoorden

Slide 22 - Diapositive

woorden op de verkeerde plaats 
Wanneer je woorden op een verkeerde plaats zet, kan je bedoeling wel eens onduidelijk overkomen of kan de zinsconstructie zelfs fout zijn. 

Slide 23 - Diapositive

Vul het juiste verwijswoord in:
'Het meisje .... hij kent'.

Slide 24 - Question ouverte

Vul het juiste verwijswoord in:
'Het zakdoekje .... ik in de was heb gegooid'.

Slide 25 - Question ouverte

'De jongen met de tattoo liep door een donker steegje. Daar kreeg hij het benauwd.'
'Hij' verwijst naar ....?
A
de jongen
B
de jongen met de tattoo
C
steegje
D
donker steegje

Slide 26 - Quiz

Welke categorie vind je het lastigst?
A
stijlfouten
B
verwijswoorden
C
woorden op verkeerde plaats
D
verkeerde woordkeus

Slide 27 - Quiz

Test jezelf!
Maak de oefeningen op blz. 15 + 16 van je boekje. 

Slide 28 - Diapositive