Les 8 periode 3

Startklaar
  • Telefoon in de tas
  • Zitten op je eigen plaats
  • Spullen op tafel:
      - boek en schrift
      - computer (nog niet aanzetten)
      - schrijfspullen en rekenmachine
      - planner
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Startklaar
  • Telefoon in de tas
  • Zitten op je eigen plaats
  • Spullen op tafel:
      - boek en schrift
      - computer (nog niet aanzetten)
      - schrijfspullen en rekenmachine
      - planner

Slide 1 - Diapositive

Les 8 periode 3
Hoofdstuk 6 paragraaf 4
Komt de overheid rond?

Slide 2 - Diapositive

Planning
  • Leerdoelen bespreken
  • Opwarmertjes
  • Uitleg 1e helft H6 par 4
  • Tijd voor opdrachten
  • Uitleg 2e helft H6 par 4
  • Laatste opdrachten
  • Afsluiten  

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je weet wat de Rijksbegroting is
  2. Je kunt uitleggen wat de miljoenennota is
  3. Je kan uitleggen wat de Miljoenennota en de Rijksbegroting met elkaar te maken hebben
  4. Je kan rekenen met grote getallen (miljoenen en miljarden)
  5. Je weet wat een begrotingstekort en een begrotingsoverschot is. 
  6. Je weet wat de overheid kan doen aan een begrotingstekort.  

Slide 4 - Diapositive

Opwarmertje 1:
20 van de 24 leerlingen halen een voldoende. Hoeveel procent is dat?
A
16,7%
B
83,3%
C
20%
D
80%

Slide 5 - Quiz

Opwarmertje 2:
Op welk product staan geen accijns?
A
Olie
B
Sigaretten
C
Suiker
D
Alcohol

Slide 6 - Quiz

Opwarmertje 3:
Noem 3 verschillende belastingen.

Slide 7 - Question ouverte

Prinsjesdag

Slide 8 - Diapositive

Rijksbegroting 
Het is best handig om in te schatten hoeveel geld je verwacht te verdienen en uit te geven. Dat noem je een begroting

Dit doet de overheid ook en dit heet de rijksbegroting.

Op dinsdag 19 september 2023, kwam de begroting voor 2024.

Slide 9 - Diapositive

Miljoenennota
Bij de rijksbegroting hoort de miljoenennota.

De miljoenennota legt uit waarom de overheid bepaalde keuzes heeft gemaakt.

Dus waarom de overheid meer geld uit wilt geven aan defensie en minder aan zorg of andersom. 

Slide 10 - Diapositive

De overheid verwacht dat het € 147,9 miljard verdient aan directe belastingen in 2024. Hoeveel miljoen is dat?
A
€ 147,90 miljoen
B
€ 147.900.000 miljoen
C
€ 147.900 miljoen
D
€ 147.900.000.000 miljoen

Slide 11 - Quiz

Rekenen met grote getallen
Van miljoen naar miljard                         : 1.000 (3 nullen weghalen)

250.000 miljoen = 250 miljard

Van miljard naar miljoen                        x 1.000 (3 nullen toevoegen)

17 miljard = 17.000 miljoen

Slide 12 - Diapositive

Nederland heeft ongeveer 17,5 miljoen inwoners. De overheid geeft 111,3 miljard uit aan zorg. Hoeveel is dat per inwoner?
A
€ 6,36
B
€ 6.360
C
€ 63,60
D
€ 636,-

Slide 13 - Quiz

Opdrachten
Maak de volgende opdrachten:

Opdracht 48 t/m 56 op blz 170 t/m 172.

Ik zal de klas rond lopen om het huiswerk van vorige week te controleren. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Tekort of overschot
Geeft de overheid meer geld uit dan het verdient? 
Tekort!

Verdient de overheid meer dan het uitgeeft?
Overschot!

Slide 16 - Diapositive

Waar zou de overheid meer geld aan uit moeten geven volgens jou?
Sport
Cultuur (theater, musea)
Defensie (leger)
Zorg
Infrastructuur
Klimaat
Veiligheid (politie, brandweer)

Slide 17 - Sondage

Wat kan de overheid doen wanneer het een begrotingstekort heeft?

Slide 18 - Question ouverte

Laatste opdrachten
Maak de volgende opdrachten:

57 t/m 61 op blz 172 & 173

Ben je klaar? 

Maak een begin aan de oefentoets op blz 179

Slide 19 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je weet wat de Rijksbegroting is
  2. Je kunt uitleggen wat de miljoenennota is
  3. Je kan uitleggen wat de Miljoenennota en de Rijksbegroting met elkaar te maken hebben
  4. Je kan rekenen met grote getallen (miljoenen en miljarden)
  5. Je weet wat een begrotingstekort en een begrotingsoverschot is. 
  6. Je weet wat de overheid kan doen aan een begrotingstekort.  

Slide 20 - Diapositive