verschillende soorten landbouw

 Landbouw in Nederland
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

 Landbouw in Nederland

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  •  Je kunt de verschillende soorten landbouw noemen
  •  Je weet wat monocultuur is en wat de voor- en nadelen zijn
  •  Je weet wat precisielandbouw is en wat de voor- en nadelen zijn
  • Je weet het verschil tussen landtuinbouw en glastuinbouw
  •  Je weet wat biologische landbouw is

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is landbouw
A
milieu dat aangepast wordt voor alleen dierlijk gebruik
B
milieu dat aangepast wordt alleen voor planten
C
alle activiteiten waar het mileu beter van wordt zowel als productie van planten en menselijk en dierlijk gebruik
D
milieu dat aangepast wordt voor alleen menselijk gebruik

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

verschillende soorten landbouw
Akkerbouw 
Veeteelt 
Tuinbouw

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Akkerbouw
Monocultuur:


Eén soort gewas

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Akkerbouw
Monocultuur = op één grote akker één soort gewas
Voordelen:
  • Grote machines (snel en makkelijk)
  • Veel voedsel geproduceerd
  • Prijzen zijn laag
Nadelen:
  • Grotere kans op insecten plagen
  • Ziektes breken sneller uit
  • Bestrijdingsmiddelen
grond raakt uitgeput

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een monocultuur?
A
Veel verschillende soorten planten op een akker.
B
Veel verschillende populaties in een gebied.
C
Maar 1 soort planten op een akker.
D
Maar 1 dierensoort in een gebied.

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een nadeel van monocultuur?
A
Meer variatie in oogst
B
Meer vatbaar voor ziektes en plagen
C
Minder afhankelijk van het weer
D
Minder arbeidsintensief

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is akkerbouw?
A
Het houden van dieren voor het vlees
B
Het kweken van bijzondere planten
C
Het planten van gewassen (planten)
D
Eén soort dieren houden

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Precisielandbouw
  • Een deel van de akker krijgt de hoeveelheid kunstmest en bestrijdingsmiddelen die het nodig heeft.
  • Minder vervuilende stoffen in het milieu.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De precisielandbouw heeft als voordeel dat er minder kunstmest wordt gebruikt.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is veeteelt?
A
Dieren als huisdier gebruiken
B
Dieren gebruiken om op te jagen
C
Dieren gebruiken om jouw dorp te beschermen
D
Dieren gebruiken voor de landbouw

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Intensieve veehouderij
  • Veel dieren op weinig grond
  • Mestoverschot
  • Lage prijs
  • Welzijn van dier staat niet voorop
  • Dieren produceren methaangas (bs 5)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mest
  • Bevat nitraten en fosfaten (kunstmest)
  • Ammoniak (stalmest)
  • Ammoniak lost op in water
  • Bacteriën zetten ammoniak om in nitraten
  • Nitraten zorgen voor bodemverzuring --> verstoring van planten en dieren leven (bs 6)



Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Landtuinbouw 
Glastuinbouw

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tuinbouw
Tuinbouw in open grond = buiten

Glastuinbouw = kassen
  • Steeds meer biologische bestrijdingsmiddelen
  • Hele jaar door gewassen
  • Zuinig omgaan met energie



Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Biologische                               Landbouw
vruchtwisseling
onbespoten 
scharrelen
natuurlijke bestrijding

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Biologische landbouw
Kleinschalig
Weinig bestrijdingsmiddelen
Dieren lopen los

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is biologische landbouw?
A
Boeren die mest gebruiken ipv kunstmest.
B
Landbouw zonder gif te gebruiken.
C
Landbouw zonder chemische bestrijdingsmiddelen.
D
Landbouw en veeteelt samen.

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarin verschilt de biologische landbouw van de gangbare landbouw?
A
De biologische landbouw is ouderwets.
B
De biologische landbouw is gericht op natuur- en landschapsbehoud.
C
In de biologische landbouw worden geen chemische middelen gebruikt.
D
In de biologische landbouw worden antibiotica en bestrijdingsmiddelen gebruikt

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1. In de biologische landbouw komen veel monoculturen voor
2. In de biologische landbouw worden geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt
A
1 = juist 2= onjuist
B
1= onjuist 2= juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet deze vorm van akkerbouw?
A
Cultuur landschap
B
Monocultuur
C
Tuinbouw
D
Natuurbeheer

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

manier van landbouw waarbij geen kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt
het verbouwen van 1 gewas op grote stukken grond
landbouw met een hoge opbrengst per hectare of per dier
intensieve landbouw
monocultuur
biologische landbouw

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

akkerbouw
tuinbouw
veehouderij

Slide 26 - Question de remorquage

3 soorten agrarische bedrijven
welke producten maken ze?
Welke landbouwer levert de belangrijkste grondstof voor het product?
Akkerbouwer
Veehouder
Tuinbouwer
Paprikapoeder
Worst
Chips
Yoghurt
Ketchup
Suiker

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

'Gewone' landbouw
Biologische landbouw
mest van dieren
kunstmest
plaagdieren chemisch bestrijden
plaagdieren met natuurlijke vijand bestrijden
dieren hebben meer ruimte
dieren hebben minder ruimte
duurder vlees
goedkoper vlees

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je nu boer zou mogen worden, voor welke vorm zou jij dan kiezen en waarom?

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions



prettig weekend!

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions